Home » Consortium de Levensboom

Consortium de Levensboom

Vanaf medio jaren zeventig werd de villa van Florrie Rost van Tonningen-Heubel in Velp een plek waar oude en jonge nazi’s zich verzamelen in huiskamerbijeenkomsten. Hieruit kwam begin jaren tachtig Consortium De Levensboom voort. De organisatie was vanaf 1981 actief, maar kreeg pas in 1984 een officiële status in de vorm van een stichting. Vanuit deze stichting zijn voornamelijk informele bijeenkomsten en de verspreiding van nazistische propaganda georganiseerd. Na de dood van Florrie Rost van Tonningen-Heubel zijn deze activiteiten beëindigd, alhoewel de stichting officieel nog wel bestaat.

Filter

Artikelen

6 resultaten

Provincie Limburg: Verkiezingen 2014

Landgraaf De Partij van de Arbeid schrok wel even toen de tip binnenkwam dat ze een rechts-extremist gekandideerd had. De lijsten in Landgraaf waren echter al definitief geworden en van schrappen kon dus geen sprake meer zijn. Als Koos Julicher (1955) echt van politieke kleur veranderd is, had hij beter open kaart kunnen spelen over… Lees verder

Provincie Drenthe: Verkiezingen 2014

Assen en De Wolden Het nieuwe partijtje Daadkrachtig Nederland doet in twee Drentse gemeentes mee. De oprichter is Koos Visser (1959) uit Rolde. Nadat zijn zoon vorig jaar door Marokkaanse jongeren in elkaar werd geslagen startte hij een facebookpagina “Hollands Offensief”, tegen zinloos geweld. Hij erkende in de krant dat het initiatief nationalistisch en zelfs… Lees verder

Florrie Rost van Tonningen-Heubel

Op 24 maart 2007 overleed Florentine Sophie Rost van Tonningen-Heubel op 92-jarige leeftijd. Rost van Tonningen gold binnen en buiten het extreemrechtse circuit als een echte oude kameraad. Eentje die het Derde Rijk had meegemaakt en nooit enige concessie had gedaan aan haar nationaal-socialistische ideologie. Maar wat is haar betekenis nu precies geweest voor extreemrechts… Lees verder

Consortium De Levensboom

Vanaf medio jaren zeventig wordt de villa van de weduwe Florrie Rost van Tonningen-Heubel in Velp een plek waar oude en jonge nazi’s zich verzamelen in huiskamerbijeenkomsten. Hieruit komt begin jaren tachtig Consortium De Levensboom voort. De organisatie is vanaf 1981 actief, maar krijgt pas in 1984 een officiële status in de vorm van een… Lees verder

Frie Verbrugge

Frie (Friedrich Eduard Matthee) Verbrugge (1945) uit Hoeven is vanaf 1976 actief bij Voorpost en richt in 1978 Voorpost- Nederland op. Hij is een tijd voorzitter van deze afdeling, maar vertrekt volgens de Kamer van Koophandel in maart 1982 als bestuurslid. In de praktijk is hij echter tot 1996 voorzitter van de Nederlandse tak en… Lees verder

Tim Mudde

Tibor Rudolf Mudde werd op 23 februari 1965 in Amsterdam geboren. Hij is sinds geruime tijd één van de belangrijkste figuren binnen extreemrechts in Nederland. Als tiener raakt hij verzeild in het extreemrechtse circuit en wordt hij lid van de Nederlandse Volksunie. In 1985 staat hij op de verzendlijst van het Consortium de Levensboom van… Lees verder

Publicaties

12 resultaten

MDI publicatie rechtsextremisme op het internet

Jaar:
2009
Taal:Aantal blz:
58
Soort Uitgave:
Beschrijving:

Sinds de tweede helft van de jaren negentig ontwikkelt het internet zich in een rap tempo. Voor een ieder die dat wil is het mogelijk om aangesloten te worden op het world wide web. De snelle technische ontwikkelingen zijn sinds de oprichting in 1997 ook van invloed (geweest) op de werkzaamheden van het Meldpunt Discriminatie Internet (MDI). In de beginjaren ontving het MDI slechts enkele meldingen, de afgelopen jaren lag dat aantal ver boven de duizend. Uit deze meldingen is over de jaren heen een aantal trends waarneembaar. Eén daarvan is een snelle toename van het aantal meldingen van discriminatie op interactief internet, zoals discussiefora
en interactieve weblogs. Een tweede trend is een overminderd hoog aantal strafbare uitingen op extreemrechtse websites. Deze bevinding wordt ondersteund door een recent rapport van de Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie van de Raad van Europa (ECRI), waaruit blijkt dat in Nederland de voornaamste groei van rechtsextremisme, met name onder jongeren, plaatsvindt in apolitieke bewegingen die informeel, hoofdzakelijk via digitale communicatie-middelen, zijn georganiseerd. Deze gegevens hebben het MDI ertoe bewogen onderzoek te doen naar de omvang en de aard van extreemrechts op het Nederlandse deel van het internet, met als focus de discriminerende uitingen op deze websites.

Lees verder in de publicatie

AFS Monitor Racisme & Extremisme

Achtste rapportage
ISBN:
978 90 8555 004 4
Jaar:
2008
Taal:Aantal blz:
306
Soort Uitgave:
Beschrijving:

Fortuyns befaamde slogan ‘Ik zeg wat ik denk’ heeft de laatste jaren niet
alleen op grote schaal navolging gekregen, maar ook geleid tot felle discussies
over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting. Begin 2006, tijdens
de wereldwijde ophef over de Deense ‘Mohammed-cartoons’, pleitte vvd-
Kamerlid Ayaan Hirsi Ali voor ‘het recht op beledigen’.1 Een van de Deense
prenten was een afbeelding van de profeet Mohammed met een tulband in
de vorm van een bom met aangestoken lont. Deze spotprent kreeg in 2008
een hoofdrol in de film van Wilders, Fitna, die al evenzeer heeft geleid tot
verhitte discussies over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting. Dat
die grenzen opgeschoven zijn en dat er meer gezegd kan worden dan voorheen
lijkt wel duidelijk. Een treffende illustratie is de opschudding over de
politie-inval in mei 2008 bij een Nederlandse cartoontekenaar ‘Gregorius
Nekschot’ die jarenlang de islam op de korrel heeft genomen. De aanhouding
van de cartoonist, die ervan verdacht werd de discriminatieverboden
te hebben geschonden, wekte grote publieke en politieke verontwaardiging.
Spotprenten zouden moeten kunnen, zo werd alom betoogd, ongeacht
hun inhoud. De vraag waar de grenzen van vrije meningsuitingen dan
wel zouden moeten liggen, bleef op de achtergrond. Wel is in discussies
gedurende de laatste jaren steeds vaker betoogd dat de grens zou moeten
worden getrokken bij aanzetten tot geweld.
Maar, zo zeggen anderen, ook zonder aanzetten tot geweld kan grote
schade worden berokkend, want de verruimde uitingsvrijheden zijn van
invloed op het vóórkomen van intolerantie en discriminatie. Als argument
voor deze stellingname worden indicaties voor een tamelijk hoog niveau
van islamofobie in Nederland aangehaald. Uit enquêteonderzoek blijkt
dat meer dan de helft van de Nederlandse, niet-islamitische schoolgaande
veertien- tot zestienjarige jongeren negatief staan ten opzichte
van moslims.2 Als een van de oorzaken wordt negatieve beeldvorming
genoemd: ‘negatieve stereotypen van moslims en negatieve clichés van
de islam, negatieve berichten van ouders en de beste vriend of vriendin
over moslims en de islam, en de overtuiging dat moslims een bedreiging
vormen voor de veiligheid een belangrijk effect op de attitude’.

Lees verder in de monitor

AFS Monitor Racisme & Extreem-rechts

Zesde rapportage
ISBN:
90-72972-94-5
Jaar:
2004
Taal:Aantal blz:
191
Soort Uitgave:
Beschrijving:

Met de Monitor racisme en extreem-rechts wordt beoogd uiteenlopende vormen van racisme, extreem-rechts en discriminatie — alsmede respons op deze verschijnselen — te volgen en daarover periodiek te rapporteren. Het initiatief tot dit onderzoeksproject is medio jaren negentig door de Leidse Universiteit genomen.
Sedert de vierde rapportage wordt het monitorproject gezamenlijk uitgevoerd door de Universiteit Leiden en de Anne Frank Stichting. Het nut van een periodieke monitorrapportage is divers. Er wordt op basis van een ‘vaste meetlat’ de balans opgemaakt van de belangrijkste uitingen en incidenten van rassendiscriminatie, racisme en rechts-extremisme, alsmede van de ontwikkeling van strategieën ter bestrijding. Door de rapportages worden politici, bestuurders en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties in staat gesteld zich op de problematiek te bezinnen en tot oplossingsstrategieën te komen. De rapportages kunnen immers door hun systematische en periodieke karakter bijdragen aan accumulatie van kennis en inzicht. Er wordt tevens inzicht verkregen in ontwikkelingen die zich op langere termijn voordoen. Dat geldt niet alleen voor de achterliggende periode maar ook voor de toekomst. De monitor kan voorts bijdragen aan vroegtijdige onderkenning van relevante, nieuwe ontwikkelingen. Tot slot kan de rapportage dienstig zijn bij de beantwoording van de talloze praktische vragen over dit onderwerp die vanuit
binnen- of buitenland gesteld worden.

Lees verder in de monitor

AFS Monitor Racisme en Extreem-rechts

Vijfde rapportage
ISBN:
90-72972-75-9
Jaar:
2002
Taal:Aantal blz:
198
Soort Uitgave:
Beschrijving:

In de vijfde rapportage Monitor racisme en extreem-rechts staan de jaren 2001 en – waar mogelijk – 2002 centraal. De aanslagen op de Verenigde Staten van 11 september 2001 en de moord op Pim Fortuyn op 6 mei 2002 zijn van grote invloed geweest op het totale beeld van deze verslagperiode. Beide gebeurtenissen hebben diepe sporen achtergelaten op de interetnische verhoudingen in Nederland. Deze sporen zijn terug te vinden in de vijfde rapportage. Het gaat om vragen als: stijgt of daalt het aantal racistische gewelddadigheden in Nederland? Welke extreem-rechtse politieke partijen zijn verdwenen en welke daarvoor in de plaats gekomen? Neemt het aantal discriminatiezaken dat bij het Openbaar Ministerie terechtkomt toe of af? En wat voor zaken worden daar aangebracht en in welke mate leiden die tot veroordelingen? Het initiatief tot het project Monitor racisme en extreem-rechts is medio jaren negentig door de Leidse Universiteit genomen. Het monitorproject wordt tegenwoordig gezamenlijk uitgevoerd door de Universiteit Leiden en de Anne Frank Stichting. Deze rapportage kwam tot stand met steun van de Directie Integratie en Coördinatie Minderhedenbeleid van het Ministerie van Justitie.

Lees verder in de monitor

AFS Monitor Racisme en Extreem-rechts

Vierde rapportage
ISBN:
90-72972-72-4
Jaar:
2001
Taal:Aantal blz:
136
Soort Uitgave:
Beschrijving:

Is er in ons land sprake van toenemend of afnemend racistisch geweld? Hoe is het gesteld met de tolerantie in Nederland? Heeft het lokale beleid tegen horecadiscriminatie succes of houdt het aantal klachten aan? Voor de beantwoording van dit soort vragen is het van groot belang dat er periodiek monitoronderzoek plaatsvindt naar de verschijningsvormen van rassendiscriminatie en extreem-rechts. Dit belang is medio jaren negentig door de Leidse Universiteit onderkend en aldaar is het project Monitor racisme en extreem-rechts ontwikkeld. Thans wordt het project uitgevoerd door de Leidse Universiteit in samenwerking met de Anne Frank Stichting en met steun van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Monitoronderzoek is inmiddels een internationaal erkend instrument voor het waarnemen van racisme en discriminatie, en het ontwikkelen van beleid hiertegen. In 1999 ging in Wenen het Europese Waarnemingscentrum tegen Racisme
en Xenofobie van start. Het Weense waarnemingscentrum tracht via nationale monitorcentra de ontwikkelingen in de Europese Unie te volgen en te analyseren. Het project Monitor racisme en extreem-rechts vormt een belangrijke bron voor toelevering van gegevens aan het Europese waarnemingscentrum. In de Europese richtlijn van 29 juni 2000 voor gelijke behandeling van personen op grond van ras of etnische afstamming is eveneens een monitorbepaling opgenomen: na de totstandkoming van de nationale regelgeving in (uiterlijk) 2003 dient met ingang van 2005 elke vijf jaar verslag gedaan te worden over de effectiviteit van deze nationale maatregelen.

Lees verder in de monitor

AFS Monitor Racisme en Extreem-rechts

Derde rapportage
ISBN:
90-74062-02-4
Jaar:
2000
Taal:Aantal blz:
150
Soort Uitgave:
Beschrijving:

Hoe intolerant zijn de autochtone Nederlanders jegens allochtonen? Al bijna
25 jaar peilt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) de publieke opinie over
allochtonen en publiceert daar geregeld over. Eind jaren tachtig, begin jaren
negentig zien we een lichte verharding van het opinieklimaat, maar volgens het
SCP zijn er over het algemeen weinig veranderingen. Ongeveer 80% van de
bevolking vindt dat autochtonen en allochtonen gelijke behandeling moeten
hebben bij verdelingsvraagstukken, zoals bij huisvesting en werkgelegenheid.
Ongeveer 13% van de autochtone bevolking staat afwijzend tegenover
allochtonen. Ongeveer 50% van de autochtone bevolking is tegen immigratie
gekant.
Wat dit laatste betreft vond het NIPO in 1998 een andere uitkomst:1 niet de
helft, maar driekwart van de autochtone Nederlanders is tegen verdere
immigratie gekant. Er is – volgens het NIPO – een groeiend draagvlak voor
immigratiebeperking terwijl tegelijkertijd het vertrouwen in integratie en
aanpassing van allochtonen afneemt. Het NIPO vond deze trend aan de hand
van opiniepeilingen in de jaren 1993, 1995 en 1998.
Eind 1999 bleek uit ander NIPO-onderzoek dat eenderde van de Nederlanders
gekant is tegen het verlenen van asiel aan politieke of economische
vluchtelingen.2 Tweederde van de Nederlanders ondersteunde wel het beleid
van de overheid om politieke vluchtelingen die in hun eigen land vrezen voor
hun leven asiel te geven. Ongeveer de helft van de ondervraagden vond dat
asielzoekers overlast geven. Verder dacht zo’n veertig procent dat asielzoekers
gemiddeld crimineler zijn dan Nederlanders.

Lees verder in de monitor

AFS Monitor Racisme en Extreem-rechts

Tweede rapportage
ISBN:
90-76400-03-2
Jaar:
1998
Taal:Aantal blz:
147
Soort Uitgave:
Beschrijving:

Dit is de tweede rapportage van het project Monitor racisme en extreem-rechts, dat wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het monitor-project heeft twee centrale doelstellingen:
1. monitor racisme en extreem-rechts: het waarnemen van deze verschijnselen in Nederland, alsmede van de overheidsrespons op deze verschijnselen; periodieke rapportage, op twee manieren:
(a) ‘generale rapportage’: een algemene rapportage aan de hand van een vast stramien;
(b) een ‘verdiepingsslag’: rapportage waarin een speciaal onderwerp wordt belicht.
2. De periodiciteit van het project houdt in dat in het ene jaar een generale rapportage verschijnt en in het andere een ‘verdiepingsslag’. De eerste rapportage van 1997 was een generale, waarin het gaat om een breed beeld van de verschijnselen racisme en extreem-rechts in Nederland, alsmede van overheidsreacties daarop. Ook die van het komende jaar (1999) zal een generale rapportage zijn. Deze voorliggende tweede rapportage is gewijd aan een ‘speciaal’ onderwerp: de relatie tussen enerzijds de media en anderzijds racisme en extreemrechts.

Lees verder in de monitor

AFS Monitor Racisme en Extreem-rechts

Eerste rapportage
ISBN:
90-71042-96-0
Jaar:
1997
Taal:Aantal blz:
152
Soort Uitgave:
Beschrijving:

Dit is het eerste verslag van het project Monitor racisme en extreem-rechts dat is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Onder ‘racisme’ worden hier ook verstaan: antisemitisme, rasvooroordeel, vreemdelingenhaat, xenofobie en rasdiscriminatie. De monitorwerkzaamheden zijn niet uitsluitend gericht op uitingen van racisme, maar tevens op de bestrijding van deze verschijnselen.
Het project heeft twee doelstellingen:
1. permanente monitoring van racisme en racismebestrijding
2. een periodieke rapportage over de belangrijkste bevindingen
Het nut van periodieke rapportage is velerlei. Jaarlijks wordt op basis van een vast stramien de balans opgemaakt van de belangrijkste uitingen van racisme en rechtsextremisme, alsmede van de ontwikkeling van strategieën ter bestrijding. De rapportages kunnen door hun systematische en periodieke karakter bijdragen aan accumulatie van kennis en inzichten. Er wordt inzicht verkregen in ontwikkelingen die zich op langere termijn voordoen. Dat geldt niet alleen de achterliggende periode maar ook de toekomst.
De monitor kan bijdragen aan vroegtijdige onderkenning van relevante, nieuwe ontwikkelingen.
De algemene vraagstelling luidt:
1. hoe hebben uitingen van (racistisch) rechts-extremisme zich (in Nederland) ontwikkeld?
2. welke patronen van respons zijn er geweest?

Lees verder in de monitor

MIVD dossier ‘rechtsextremisme en de krijgsmacht’

Jaar:
1990
Taal:Aantal blz:
50
Soort Uitgave:
Beschrijving:

Of rechts-extremisme zich binnen onze krijgsmacht zal manifesteren is eveneens een open vraag. Wel kan men op voorhand al konkluderen dat, als de krijgsmacht eon afspiegeling heet te zijn van de maatschappij, er ook binnen deze organisatie potentiële groeimogelijkheden zijn voor het rechts-extremisme. Vanwege het latente gevaar dat anti-demokratische bewegingen in zich dragen is het noodzakelijk dat binnon de krijgsmacht aandacht besteed wordt aan mogelijke uitingen van rechtsextremisme/ racisme . Getracht zal worden enig inzicht te geven in een aantal rechts-extreme groeperingen in Nederland, hun filosofie, hun aanhang en het potentiële gevaar dat zij kunnen vormen voor de krijgsmacht. Als afsluiting zal worden getracht om de inhoud te verwerken in een aantal konklusies en aanbevelingen ten aanzien van de krijgsmacht.

Blz 6
Het JFN is een latent gewelddadige, op nationaal-socialistische leest geschoeide, groepering randgroepjongeren zonder vaste ideologie of organisatie. Men verzet zich met name tegen een multi-cultureel Nederland en Europa. Politieke tegenstanders , Joden en gekleurde buitenlanders zijn objekt van hun akties. De groepsleden hebben geen enkele moeite met de militaire dienst. Vaak ziet men zelfs dat dienstplichtige JFN-leden door commandanten worden beschouwd als model-soldaten. Zij accepteren de militaire hiërarchie zonder enig protest en zijn vaak zeer gemotiveerd. Dit uit zich soms in belangstelling voor speciale eenheden zoals het Korps Commando Troepen en het Korps Mariniers. Hierdoor bestaat het gevaar dat binnen krijgsmachteenheden bepaalde, door JFN-aanhangers geïnitieerde, incidenten over het hoofd gezien of gebagatelliseerd worden.

Met dank aan Stichting Argus en Buro Jansen & Janssen voor het openbaar maken van dit stuk

Bijzonderheden: Als bijlage staat op de laatste blz van het document foldermateriaal van extreemrechtse organisaties

BVD 3e kwartaaloverzicht 1985

Jaar:
1985
Taal:Aantal blz:
39
Soort Uitgave:
Beschrijving:

RECHTS-EXTREMISME

In Nederland zijn diverse extreem-rechtse cq rechts-extremistische groeperingen actief, die moeten worden onderscheiden naar de wijze waarop zij zich politiek manifesteren en naar de basisprincipes die achter deze politiek schuil gaan.

Het Consortium De Levensboom

De functie, die het Consortium zich heeft toebedacht is binnen het Nederlandse nationaal-socialistische politieke spectrum te fungeren als een soort Romeinse Curie. Vanwege de verdeeldheid binnen extreem-rechts Nederland heeft het Consortium deze functie tot nu toe echter niet waar kunnen maken. De leidinggevende figuren van de Viking Jeugd hebben begin 1985 de Viking Jeugd opgeheven om de rol van jongerenorganisatie van het Consortium te gaan spelen.

De beweging Consortium Jongeren is evenwel niet van de grond gekomen. Tot nu toe
verschijnen nog wel maandelijks 400 exemplaren van het blad “Manuscripten” van het Consortium. Door gebrek aan geld zal de beperkte invloed die mevrouw ROST van
TONNINGEN nog had binnen het rechts-extremistische politieke spectrum verder afnemen. Inmiddels trachten enkele “jongeren” opnieuw de Viking Jeugd op te richten als onafhankelijke organisatie.

Lees verder in het kwartaalbericht

Mede mogelijk gemaakt door Stichting Argus en Buro Jansen & Janssen

Bijzonderheden: Extreem rechts blz 18 tm 20

BVD 1e kwartaaloverzicht 1985

Jaar:
1985
Taal:Aantal blz:
31
Soort Uitgave:
Beschrijving:

RECHTS-EXTREMISME

De Centrum Partij

Na het vertrek van drs H. JANMAAT uit de Centrum partij werd geconstateerd, dat de situatie binnen de partij zich kenmerkte door inactiviteit. In de periode oktober-december 1984 heeft zowel bij de leiding als bij de leden een herbezinning op en inventarisatie van de toekomstmogelijkheden van de Centrum Partij plaatsgevonden. Men besteedt nu aandacht aan het nieuwe gezicht van de partij, omdat men uit tactische overwegingen af wil van het single-issue-imago van de immigranten- problematiek.

Bij de CP wordt thans gewerkt aan de scholing van het toekomstige kader en aan
de interne structuurvorming- en uitbouw van de partij. Met vereende krachten wordt daarnaast gewerkt aan de verkiezingen voor de Tweede Kamer in 1986. Over het resultaat daarvan is men optimistisch, al zijn er ook strubbelingen over de invulling van de
kandidatenlijst.

Lees verder in het kwartaalbericht

Mede mogelijk gemaakt door Stichting Argus en Buro Jansen & Janssen

Bijzonderheden: Extreem rechts blz 19 tm 20

BVD 1e kwartaaloverzicht 1984

Jaar:
1984
Taal:Aantal blz:
54
Soort Uitgave:
Beschrijving:

RECHTS-EXTREMISME

De Centrum Partij
Vier jaar na haar oprichting lijkt de Centrum Partij zeker gelet op de florissant ogende verkiezingsprognoses langzamerhand vaste voet in het Nederlandse politieke bestel te gaan krijgen. Dat dit groeiproces niet zonder strubbelingen verloopt blijkt vooral uit de onderlinge conflicten binnen de partijtop. De stelling dat de Centrum Partij aan haar eigen verdeeldheid ten onder zal gaan is in dit stadium echter een te ver gaande bewering; dat het groei proces als gevolg van het ontbreken van de noodzakelijke homogeniteit belemmerd zal worden staat echter welhaast vast.

Lees verder in het kwartaalbericht

Mede mogelijk gemaakt door Stichting Argus en Buro Jansen & Janssen

Bijzonderheden: Extreem rechts blz 38 tm 43