Home » Publicaties » Peter R. Rodrigues

Peter R. Rodrigues

Filter

Publicaties

11 resultaten

AFS Monitor Racisme & Extremisme

Negende rapportage
ISBN:
978 90 8555 043 3
Jaar:
2010
Taal:Aantal blz:
254
Soort Uitgave:
Beschrijving:

Dienen politici zich voor hun uitspraken over etnische of religieuze
minderheidsgroepen voor de rechter te verantwoorden? Of dient deze
verantwoording zich uitsluitend in het publieke debat te voltrekken?
Deze vraag kan ook worden opgeworpen voor tekenaars van spotprenten,
columnisten of cabaretiers. Het gaat hier om een belangrijke maatschappelijke
kwestie: waar eindigt de grens van de vrije meningsuiting
en begint die van het verbod op discriminatie?
Die grens is niet statisch, maar afhankelijk van tijd, plaats en omstandigheden.
In Nederland speelt deze botsing van grondrechten nadrukkelijk
bij de juridische vervolging van pvv-voorman Geert Wilders. Begin
2010 is die vervolging door het Gerechtshof Amsterdam bevolen. De
rechtszaak is van groot belang voor het vaststellen van de grens tussen
beide grondrechten in Nederland, maar is niet allesbepalend. Eveneens
speelt mee dat Nederland zich aan internationale mensenrechtenverdragen
heeft gecommitteerd en zich dient te houden aan het Grondrechtenhandvest
van de Europese Unie.
Verwant aan deze discussie is het zoeken naar en vaststellen van de
grens tussen slachtoffer en dader bij incidenten waarin racisme of discriminatie
een rol speelt. In de praktijk van alledag blijkt rolwisseling
gemakkelijk te kunnen plaatsvinden. Moslims kunnen slachtoffer zijn
van islamofoob geweld, maar radicale moslims kunnen tevens dader zijn
van terroristische misdrijven. Soms plegen extreemrechtse jongeren geweld,
doordat zij vroeger slachtoffer zijn geweest van allochtoon geweld.
In het eerdergenoemde voorbeeld van Geert Wilders geldt deze dubbele
rol in het bijzonder. Als verdachte van onder meer haatzaaien tegen moslims
is hij tevens slachtoffer van bedreigingen tegen zijn persoon die een
al jarenlang durende 24-uursbeveiliging noodzakelijk maken.

Lees verder in de monitor

AFS Monitor Racisme & Extremisme

Achtste rapportage
ISBN:
978 90 8555 004 4
Jaar:
2008
Taal:Aantal blz:
306
Soort Uitgave:
Beschrijving:

Fortuyns befaamde slogan ‘Ik zeg wat ik denk’ heeft de laatste jaren niet
alleen op grote schaal navolging gekregen, maar ook geleid tot felle discussies
over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting. Begin 2006, tijdens
de wereldwijde ophef over de Deense ‘Mohammed-cartoons’, pleitte vvd-
Kamerlid Ayaan Hirsi Ali voor ‘het recht op beledigen’.1 Een van de Deense
prenten was een afbeelding van de profeet Mohammed met een tulband in
de vorm van een bom met aangestoken lont. Deze spotprent kreeg in 2008
een hoofdrol in de film van Wilders, Fitna, die al evenzeer heeft geleid tot
verhitte discussies over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting. Dat
die grenzen opgeschoven zijn en dat er meer gezegd kan worden dan voorheen
lijkt wel duidelijk. Een treffende illustratie is de opschudding over de
politie-inval in mei 2008 bij een Nederlandse cartoontekenaar ‘Gregorius
Nekschot’ die jarenlang de islam op de korrel heeft genomen. De aanhouding
van de cartoonist, die ervan verdacht werd de discriminatieverboden
te hebben geschonden, wekte grote publieke en politieke verontwaardiging.
Spotprenten zouden moeten kunnen, zo werd alom betoogd, ongeacht
hun inhoud. De vraag waar de grenzen van vrije meningsuitingen dan
wel zouden moeten liggen, bleef op de achtergrond. Wel is in discussies
gedurende de laatste jaren steeds vaker betoogd dat de grens zou moeten
worden getrokken bij aanzetten tot geweld.
Maar, zo zeggen anderen, ook zonder aanzetten tot geweld kan grote
schade worden berokkend, want de verruimde uitingsvrijheden zijn van
invloed op het vóórkomen van intolerantie en discriminatie. Als argument
voor deze stellingname worden indicaties voor een tamelijk hoog niveau
van islamofobie in Nederland aangehaald. Uit enquêteonderzoek blijkt
dat meer dan de helft van de Nederlandse, niet-islamitische schoolgaande
veertien- tot zestienjarige jongeren negatief staan ten opzichte
van moslims.2 Als een van de oorzaken wordt negatieve beeldvorming
genoemd: ‘negatieve stereotypen van moslims en negatieve clichés van
de islam, negatieve berichten van ouders en de beste vriend of vriendin
over moslims en de islam, en de overtuiging dat moslims een bedreiging
vormen voor de veiligheid een belangrijk effect op de attitude’.

Lees verder in de monitor

AFS Monitor Racisme en Extremisme CAHIER

Opsporing en vervolging in 2006
ISBN:
978 90 8555 032 7
Jaar:
2007
Taal:Aantal blz:
65
Soort Uitgave:
Beschrijving:

Dit onderzoek is een rapportage over opsporing en vervolging in het kader
van het project Monitor Racisme & Extremisme. Het project wordt uitgevoerd
door de Anne Frank Stichting en de Universiteit Leiden.1
Zevenmaal werd deze rapportage gepubliceerd als onderdeel van een
brede rapportage die voor het eerst verscheen in 1996. De laatste algemene,
brede rapportage verscheen in december 2006. In 2003 waren de
cijfers over opsporing en vervolging aanleiding om een eigenstandige
publicatie in de vorm van een cahier uit te brengen.
In 2007 is wederom voor een eigenstandige publicatie gekozen om de
traditie van een jaarlijkse analyse van deze cijfers vast te houden. Hiermee
wordt de stagnatie ondervangen bij de Monitor Rassendiscriminatie
die verschijnt in opdracht van de minister voor Wonen, Wijken en Integratie
(wwi). Deze monitor is voor het eerst verschenen in 2006 en dient
tweejaarlijks te worden uitgebracht. De eerstvolgende publicatie wordt
echter pas in 2009 verwacht.
Vanaf volgend jaar is het de bedoeling dat het onderzoek naar opsporing
en vervolging jaarlijks afwisselend wordt gepubliceerd in de Monitor
Racisme & Extremisme (van de Anne Frank Stichting en de Universiteit
Leiden) en in de Monitor Rassendiscriminatie (van de minister voor wwi).
In 2008 wordt weer een brede rapportage van de Monitor Racisme & Extremisme
uitgebracht.

Lees verder in de monitor

AFS Monitor Racisme & Extremisme

Zevende rapportage
ISBN:
90-8667-960-9
Jaar:
2006
Taal:Aantal blz:
256
Soort Uitgave:
Beschrijving:

Met de Monitor Racisme & Extremisme wordt beoogd uiteenlopende vormen van racisme, extremisme en antisemitisme — en reacties op deze verschijnselen — te
volgen en daarover periodiek te rapporteren. Allereerst wordt er gekeken naar de verschijnselen: op welke wijze doen racisme, extremisme en antisemitisme zich in de Nederlandse samenleving voor. Hierbij kan worden gekeken naar de uitingsvorm, bijvoorbeeld politiek georganiseerd racisme, en naar de uitsluitingsvorm, bijvoorbeeld horecadiscriminatie. Sommige verschijnselen beperken zich naar hun aard niet tot het Nederlandse territoir, zoals discriminatie via het internet. In dergelijke gevallen wordt de extraterritoriale context meegenomen. Vast patroon in het monitoronderzoek is dat geprobeerd wordt zo goed als mogelijk verschillende soorten slachtoffers en daders te identificeren. Deze exercitie kan betrekking hebben op zowel autochtonen als allochtonen, waaronder laatstgenoemden zich weer laten opdelen in diverse minderheidsgroepen. De respons op racisme, extremisme en antisemitisme kan verschillend van aard zijn, van educatief tot juridisch. Veelal is de aard van de respons afhankelijk van de verschijningsvorm van de discriminatie, de categorie slachtoffers en de achtergrond van de daders. Bovendien kunnen sommige vormen van respons naast elkaar functioneren of elkaar zelfs versterken. Het periodiek monitoren van de verschijnselen, de slachtoffers, de daders en de respons dient meerdere doelen. Op deze wijze wordt getracht een bijdrage te leveren aan het inzicht in de bestrijding van racisme, extremisme en antisemitisme. Bovendien vindt accumulatie van kennis plaats door de vaste systematiek en de periodiciteit van het onderzoek. Tot slot wordt ook een beeld verkregen van ontwikkelingen op de lange termijn en worden op basis van ervaringen uit het verleden suggesties gedaan voor oplossingen in de toekomst.

Lees verder in de monitor

AFS Monitor Racisme & Extremisme ANNEX

Ontwikkelingen na de moord op Van Gogh
Jaar:
2004
Taal:Aantal blz:
5
Soort Uitgave:
Beschrijving:

Op 2 november 2004 werd Theo van Gogh vermoord. De dader schoot Van Gogh neer, stak hem vele malen met een mes en liet een vastgeprikte dreigbrief op zijn borst achter. Op de vlucht schoot hij op de politie, die de achtervolging had ingezet. Uiteindelijk werd de dader in zijn been geschoten en kon hij worden gearresteerd. In de eerste twee weken na de moord werd duidelijk dat het in het geval van de moordenaar niet ging om een losstaand individu, maar dat er sprake was van een netwerk van radicale moslims, waar een aanzienlijke en concrete terreurdreiging vanuit gaat. Als gevolg van deze dreiging moesten diverse volksvertegenwoordigers
beveiligd worden. Twee leden van het parlement moesten zelfs worden ondergebracht op streng bewaakte, geheime locaties. Zowel de moord als de ervaren terreurdreiging bleken impulsen te zijn voor racistische, anti-moslim uitingen, alsmede voor uitingen die daar weer een reactie op vormden. Dit ging gepaard met een heftige reeks geweldplegingen van uiteenlopende aard die sterk aanzwol in het midden van de maand november om vervolgens tegen het einde van de maand november weer enigszins weg te ebben. Gaandeweg kwamen ook allerlei extreem-rechtse uitingen meer en meer in beeld.

AFS Monitor Racisme & Extreem-rechts

Zesde rapportage
ISBN:
90-72972-94-5
Jaar:
2004
Taal:Aantal blz:
191
Soort Uitgave:
Beschrijving:

Met de Monitor racisme en extreem-rechts wordt beoogd uiteenlopende vormen van racisme, extreem-rechts en discriminatie — alsmede respons op deze verschijnselen — te volgen en daarover periodiek te rapporteren. Het initiatief tot dit onderzoeksproject is medio jaren negentig door de Leidse Universiteit genomen.
Sedert de vierde rapportage wordt het monitorproject gezamenlijk uitgevoerd door de Universiteit Leiden en de Anne Frank Stichting. Het nut van een periodieke monitorrapportage is divers. Er wordt op basis van een ‘vaste meetlat’ de balans opgemaakt van de belangrijkste uitingen en incidenten van rassendiscriminatie, racisme en rechts-extremisme, alsmede van de ontwikkeling van strategieën ter bestrijding. Door de rapportages worden politici, bestuurders en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties in staat gesteld zich op de problematiek te bezinnen en tot oplossingsstrategieën te komen. De rapportages kunnen immers door hun systematische en periodieke karakter bijdragen aan accumulatie van kennis en inzicht. Er wordt tevens inzicht verkregen in ontwikkelingen die zich op langere termijn voordoen. Dat geldt niet alleen voor de achterliggende periode maar ook voor de toekomst. De monitor kan voorts bijdragen aan vroegtijdige onderkenning van relevante, nieuwe ontwikkelingen. Tot slot kan de rapportage dienstig zijn bij de beantwoording van de talloze praktische vragen over dit onderwerp die vanuit
binnen- of buitenland gesteld worden.

Lees verder in de monitor

AFS Monitor Racisme en Extremisme CAHIER

Roma en Sinti
ISBN:
90-72972-92-9
Jaar:
2004
Taal:Aantal blz:
65
Soort Uitgave:
Beschrijving:

Veel mensen zouden dit een onderzoek naar ‘zigeuners’ noemen. Echter, onder Roma en Sinti is het in het algemeen niet gebruikelijk om de term ‘zigeuner’ te hanteren. Dat is evenwel de term waarmee Roma en Sinti in het dagelijkse spraakgebruik worden aangeduid. Bovendien is lang niet iedereen zich bewust van het verschil tussen ‘zigeuners’ en woonwagenbewoners. De term woonwagenbewoners verwijst naar de woonvorm, terwijl Roma en Sinti zijn te beschouwen als een etnische groep. De term ‘zigeuners’ heeft voor de Roma en Sinti gemeenschap een sterk negatieve connotatie en zou refereren aan de Duitse woorden voor ‘rondtrekkende boef’ (ziehender Gauner). Een en ander is voor ons voldoende aanleiding om in dit onderzoek van Roma en Sinti te spreken. Op 1 mei 2004 is de Europese Unie uitgebreid met staten uit Midden- en Oost-Europa. Dit heeft de vraag opgeroepen of deze landen voldoende kansen en bescherming bieden aan de binnen hun landsgrenzen verblijvende Roma en Sinti. Het is algemeen bekend dat Roma en Sinti in deze landen een weinig benijdenswaardige positie innemen. Daarom is vanuit verschillende Europese instellingen – zoals de Raad van Europa – herhaaldelijk opgeroepen deze bevolkingsgroep extra te helpen en te beschermen tegen discriminatie. De vraag dringt zich echter op of de positie van Roma en Sinti in West-Europa zoveel beter is, of dat er minder aandacht voor hen is omdat de populatie geringer in omvang is. En in hoeverre worden deze mensen in Nederland geconfronteerd met achterstelling en ongelijke behandeling? Het is deze laatste vraag die wij in dit onderzoek willen beantwoorden.

Lees verder in de monitor

AFS Monitor Racisme en Extreem-rechts CAHIER

Opsporing en vervolging in 2002
ISBN:
90-72972-78-3
Jaar:
2003
Taal:Aantal blz:
39
Soort Uitgave:
Beschrijving:

De basis voor de huidige discriminatieverboden ligt in het Internationaal Verdrag ter Uitbanning van al le vormen van Rassendiscriminatie (ivur). Dit verdrag is in 1966 door Nederland geratificeerd en leidde in 1971 tot nieuwe discriminatieverboden in het Wetboek van Strafrecht. Op dat moment meende menig Kamerlid nog dat de Nederlandse situatie geen aanleiding gaf om tot dergelijke wetgeving over te gaan. Inmiddels weten we beter. Het debat dat ruim dertig jaar geleden in de Tweede Kamer werd gevoerd over de grenzen tussen de vrije meningsuiting en het discriminatieverbod is nog steeds actueel. Vandaag de dag wordt soms betoogd dat de rechtspraak teveel ten faveure van het non-discriminatiebeginsel is (geweest). Sommigen menen zelfs dat afschaffing van deze strafrechtelijke discriminatieverboden de voorkeur verdient.1 Het is in dit verband van belang te benadrukken dat de discriminatieverboden hun grondslag niet hebben in art.1 Grondwet, maar in het ivur. Het schrappen van de strafrechtelijke verboden zou onmiddellijk consequenties hebben voor de nakoming door Nederland van het verdrag. Daarbij dient in ogenschouw te worden genomen wat mede de achtergrond van de totstandkoming van verdragen als het ivur is geweest: de internationale gemeenschap heeft middels dergelijke verdragen getracht mensenrechten zodanig te verankeren dat individuele staten zich hier niet meer aan konden onttrekken zonder afbreuk te doen aan de eisen van een democratische rechtsstaat.

Lees verder in de monitor

AFS Monitor Racisme en Extreem-rechts CAHIER

Racistisch en extreem-rechts geweld in 2002
ISBN:
90-72972-79-1
Jaar:
2003
Taal:Aantal blz:
41
Soort Uitgave:
Beschrijving:

De terroristische aanslagen in de Verenigde Staten op 11 september 2001 liggen ruim twee jaar na dato nog vers in het geheugen. Direct na deze aanslagen deden zich in ons land tal van vijandige inci denten voor die gericht waren tegen moslims en objecten van moslims. Deze voorvallen varieerden van pesterijen en scheldpartijen tot brandstichtingen en vernielingen. De kortstondige, maar hevige reeks van gewelddadigheden van na 11 september is blikbepalend geweest voor het racistische geweld in het jaar 2001. Ongeveer 60% van het totaal aantal gewelddadige voorvallen in het jaar 2001 vonden plaats na 11 september. Een belangrijke gebeurtenis in het jaar 2002 was de moord op de politicus Pim Fortuyn op 6 mei. Na de aanslag waren er tal van uitingen van racisme en een voor Nederlandse begrippen ongekend aantal dreigingen aan het adres van politici. In de loop van het jaar werd zelfs gerept van een ‘dreigcultuur’ die zou zijn ontstaan. Sedert geruime tijd wordt getracht systematisch inzicht te krijgen in de problematiek van racistische en extreem-rechtse gewelddadige incidenten, met name via het onderzoeksproject Monitor racisme en extreem-rechts, dat wordt uitgevoerd door de Anne Frank Stichting en de Universiteit Leiden. In de vijfde rapportage – verschenen in januari 2003 – werden met name de gewelddadige incidenten in het jaar 2001 onder de loep genomen.

Lees verder in de monitor

AFS Monitor Racisme en Extreem-rechts

Vijfde rapportage
ISBN:
90-72972-75-9
Jaar:
2002
Taal:Aantal blz:
198
Soort Uitgave:
Beschrijving:

In de vijfde rapportage Monitor racisme en extreem-rechts staan de jaren 2001 en – waar mogelijk – 2002 centraal. De aanslagen op de Verenigde Staten van 11 september 2001 en de moord op Pim Fortuyn op 6 mei 2002 zijn van grote invloed geweest op het totale beeld van deze verslagperiode. Beide gebeurtenissen hebben diepe sporen achtergelaten op de interetnische verhoudingen in Nederland. Deze sporen zijn terug te vinden in de vijfde rapportage. Het gaat om vragen als: stijgt of daalt het aantal racistische gewelddadigheden in Nederland? Welke extreem-rechtse politieke partijen zijn verdwenen en welke daarvoor in de plaats gekomen? Neemt het aantal discriminatiezaken dat bij het Openbaar Ministerie terechtkomt toe of af? En wat voor zaken worden daar aangebracht en in welke mate leiden die tot veroordelingen? Het initiatief tot het project Monitor racisme en extreem-rechts is medio jaren negentig door de Leidse Universiteit genomen. Het monitorproject wordt tegenwoordig gezamenlijk uitgevoerd door de Universiteit Leiden en de Anne Frank Stichting. Deze rapportage kwam tot stand met steun van de Directie Integratie en Coördinatie Minderhedenbeleid van het Ministerie van Justitie.

Lees verder in de monitor

AFS Monitor Racisme en Extreem-rechts

Vierde rapportage
ISBN:
90-72972-72-4
Jaar:
2001
Taal:Aantal blz:
136
Soort Uitgave:
Beschrijving:

Is er in ons land sprake van toenemend of afnemend racistisch geweld? Hoe is het gesteld met de tolerantie in Nederland? Heeft het lokale beleid tegen horecadiscriminatie succes of houdt het aantal klachten aan? Voor de beantwoording van dit soort vragen is het van groot belang dat er periodiek monitoronderzoek plaatsvindt naar de verschijningsvormen van rassendiscriminatie en extreem-rechts. Dit belang is medio jaren negentig door de Leidse Universiteit onderkend en aldaar is het project Monitor racisme en extreem-rechts ontwikkeld. Thans wordt het project uitgevoerd door de Leidse Universiteit in samenwerking met de Anne Frank Stichting en met steun van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Monitoronderzoek is inmiddels een internationaal erkend instrument voor het waarnemen van racisme en discriminatie, en het ontwikkelen van beleid hiertegen. In 1999 ging in Wenen het Europese Waarnemingscentrum tegen Racisme
en Xenofobie van start. Het Weense waarnemingscentrum tracht via nationale monitorcentra de ontwikkelingen in de Europese Unie te volgen en te analyseren. Het project Monitor racisme en extreem-rechts vormt een belangrijke bron voor toelevering van gegevens aan het Europese waarnemingscentrum. In de Europese richtlijn van 29 juni 2000 voor gelijke behandeling van personen op grond van ras of etnische afstamming is eveneens een monitorbepaling opgenomen: na de totstandkoming van de nationale regelgeving in (uiterlijk) 2003 dient met ingang van 2005 elke vijf jaar verslag gedaan te worden over de effectiviteit van deze nationale maatregelen.

Lees verder in de monitor