Home » Soetermeer Skinhead Front

Soetermeer Skinhead Front - SSF

Filter

Artikelen

4 resultaten

Identitair Verzet organiseert nazistische provocatie op Dodenherdenking

Op 4 mei 2016 8 uur ’s avonds staat Nederland twee minuten stil, herdenkt de Shoah en de doden uit de Tweede Wereldoorlog. In Leiden kreeg deze herdenking een bijzonder naargeestig karakter door een even smerige als provocatieve bijdrage van de rechtsextremisten van Identitair Verzet. Identitair Verzet had zich klaarblijkelijk officieel gemeld voor de Leidse… Lees verder

Jeugd Storm Nederland

Drie jaar geleden, in mei 2005, zorgde een kleine groep rechtsextremisten voor stevig tumult in Zoetermeer. De gemeente dacht met een groep onschuldige probleemjongeren te maken te hebben, maar werd met haar neus hard op de feiten gedrukt. Ze bleek een groep neonazistische skinheads binnen de grenzen te hebben, het Soetermeer Skinhead Front. In september… Lees verder

Jeugd Storm Nederland vecht zichzelf de keet uit

Eind oktober organiseerde de nazistische jongerenorganisatie Jeugd Storm Nederland (JSN, de opvolger van Soetermeer Skinhead Front) een feest in Rijswijk. De entree was €10,- die aan een pot voor politieke gevangen zou worden geschonken. Dat is geen groot nieuws. En de kans dat dit feest een spraakmakend karakter zou kunnen krijgen is bij JSN zo… Lees verder

Soetermeer Skinhead Front

Een van de vele gemeentes die de afgelopen jaren te maken hebben gekregen met het verschijnsel Lonsdalejongeren was Zoetermeer. Maar de omvang, ontwikkeling en de rol van het stadsbestuur vielen daarbij zo uit de toon dat er inmiddels sprake is van een sterk geradicaliseerd groepje nazistische jongeren: het Soetermeer Skinhead Front (SSF). Aan de wortels… Lees verder

Publicaties

3 resultaten

Incidenten bij moskeeën: risico en bescherming

Jaar:
2016
Taal:Aantal blz:
66
Soort Uitgave:
Beschrijving:

Dit onderzoeksverslag gaat over risico en bescherming in verband met discriminatoire incidenten bij moskeeën. Uit het boek ‘Islamofobie en Discriminatie’1 kwam al naar voren dat het bredere beeld van toenemende islamofobie in Nederland samenging met het vaker voorkomen van geweld en incidenten bij moskeeën. Het aantal geregistreerde gevallen liet een continuïteit zien met periodes waarin het piekte, afhankelijk van de omstandigheden. Dit was bijvoorbeeld het geval na de aanslagen op het WTC in New York op 11 september 2001 en na de moord op van Gogh in november 2004. In 2014 werden voor het eerst moskeeën zelf gevraagd naar hun ervaringen op dit gebied.2 Gecombineerd met de gegevens uit andere bronnen hadden we hiermee weliswaar geen compleet maar wel een aannemelijk beeld over discriminatoire agressie en geweld tegen moskeeën in Nederland. Dit beeld is samengevat als volgt. Van de naar schatting 475  moskeeën in Nederland heeft meer dan een derde (39 %) in de afgelopen tien jaar te maken gehad met één of vaak meerdere voorvallen van discriminatoire agressie en geweld. Vernieling, bekladding met discriminatoire leuzen, (pogingen tot) brandstichting, dreigbrieven en het ophangen van een varkenskop behoren tot de meest voorkomende incidenten. Een deel van deze moskeeën maakte zulke incidenten
minstens jaarlijks of zelfs vaker mee. 30% van de moskeeën heeft geen voorvallen van discriminatoire agressie en geweld meegemaakt. Van 29% van de moskeeën is niet bekend of zij dit soort ervaringen hebben gehad.

Bijzonderheden: Dit onderzoek maakt deel uit van het project Monitor Islamofobie. Extreemrechts op blz 25 - 37

AFS Monitor Racisme & Extremisme

Achtste rapportage
ISBN:
978 90 8555 004 4
Jaar:
2008
Taal:Aantal blz:
306
Soort Uitgave:
Beschrijving:

Fortuyns befaamde slogan ‘Ik zeg wat ik denk’ heeft de laatste jaren niet
alleen op grote schaal navolging gekregen, maar ook geleid tot felle discussies
over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting. Begin 2006, tijdens
de wereldwijde ophef over de Deense ‘Mohammed-cartoons’, pleitte vvd-
Kamerlid Ayaan Hirsi Ali voor ‘het recht op beledigen’.1 Een van de Deense
prenten was een afbeelding van de profeet Mohammed met een tulband in
de vorm van een bom met aangestoken lont. Deze spotprent kreeg in 2008
een hoofdrol in de film van Wilders, Fitna, die al evenzeer heeft geleid tot
verhitte discussies over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting. Dat
die grenzen opgeschoven zijn en dat er meer gezegd kan worden dan voorheen
lijkt wel duidelijk. Een treffende illustratie is de opschudding over de
politie-inval in mei 2008 bij een Nederlandse cartoontekenaar ‘Gregorius
Nekschot’ die jarenlang de islam op de korrel heeft genomen. De aanhouding
van de cartoonist, die ervan verdacht werd de discriminatieverboden
te hebben geschonden, wekte grote publieke en politieke verontwaardiging.
Spotprenten zouden moeten kunnen, zo werd alom betoogd, ongeacht
hun inhoud. De vraag waar de grenzen van vrije meningsuitingen dan
wel zouden moeten liggen, bleef op de achtergrond. Wel is in discussies
gedurende de laatste jaren steeds vaker betoogd dat de grens zou moeten
worden getrokken bij aanzetten tot geweld.
Maar, zo zeggen anderen, ook zonder aanzetten tot geweld kan grote
schade worden berokkend, want de verruimde uitingsvrijheden zijn van
invloed op het vóórkomen van intolerantie en discriminatie. Als argument
voor deze stellingname worden indicaties voor een tamelijk hoog niveau
van islamofobie in Nederland aangehaald. Uit enquêteonderzoek blijkt
dat meer dan de helft van de Nederlandse, niet-islamitische schoolgaande
veertien- tot zestienjarige jongeren negatief staan ten opzichte
van moslims.2 Als een van de oorzaken wordt negatieve beeldvorming
genoemd: ‘negatieve stereotypen van moslims en negatieve clichés van
de islam, negatieve berichten van ouders en de beste vriend of vriendin
over moslims en de islam, en de overtuiging dat moslims een bedreiging
vormen voor de veiligheid een belangrijk effect op de attitude’.

Lees verder in de monitor

AFS Monitor Racisme & Extremisme

Zevende rapportage
ISBN:
90-8667-960-9
Jaar:
2006
Taal:Aantal blz:
256
Soort Uitgave:
Beschrijving:

Met de Monitor Racisme & Extremisme wordt beoogd uiteenlopende vormen van racisme, extremisme en antisemitisme — en reacties op deze verschijnselen — te
volgen en daarover periodiek te rapporteren. Allereerst wordt er gekeken naar de verschijnselen: op welke wijze doen racisme, extremisme en antisemitisme zich in de Nederlandse samenleving voor. Hierbij kan worden gekeken naar de uitingsvorm, bijvoorbeeld politiek georganiseerd racisme, en naar de uitsluitingsvorm, bijvoorbeeld horecadiscriminatie. Sommige verschijnselen beperken zich naar hun aard niet tot het Nederlandse territoir, zoals discriminatie via het internet. In dergelijke gevallen wordt de extraterritoriale context meegenomen. Vast patroon in het monitoronderzoek is dat geprobeerd wordt zo goed als mogelijk verschillende soorten slachtoffers en daders te identificeren. Deze exercitie kan betrekking hebben op zowel autochtonen als allochtonen, waaronder laatstgenoemden zich weer laten opdelen in diverse minderheidsgroepen. De respons op racisme, extremisme en antisemitisme kan verschillend van aard zijn, van educatief tot juridisch. Veelal is de aard van de respons afhankelijk van de verschijningsvorm van de discriminatie, de categorie slachtoffers en de achtergrond van de daders. Bovendien kunnen sommige vormen van respons naast elkaar functioneren of elkaar zelfs versterken. Het periodiek monitoren van de verschijnselen, de slachtoffers, de daders en de respons dient meerdere doelen. Op deze wijze wordt getracht een bijdrage te leveren aan het inzicht in de bestrijding van racisme, extremisme en antisemitisme. Bovendien vindt accumulatie van kennis plaats door de vaste systematiek en de periodiciteit van het onderzoek. Tot slot wordt ook een beeld verkregen van ontwikkelingen op de lange termijn en worden op basis van ervaringen uit het verleden suggesties gedaan voor oplossingen in de toekomst.

Lees verder in de monitor