Monitor antisemitische incidenten in Nederland 2018
In 2018 registreerde CIDI 135 antisemitische incidenten (online antisemitisme uitge-zonderd). Dit is het hoogste aantal sinds 2014. Ten opzichte van 2017 nam antisemi-tisme toe met 19 procent.
In 2018 registreerde CIDI 135 antisemitische incidenten (online antisemitisme uitge-zonderd). Dit is het hoogste aantal sinds 2014. Ten opzichte van 2017 nam antisemi-tisme toe met 19 procent.
Dit rapport geeft inzicht in de discriminatie-incidenten en -meldingen die in Nederland in 2018 door een officiële instantie zijn geregistreerd. Meldingen bij antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s), door de politie geregistreerde discriminatie-incidenten, verzoeken om een oordeel bij het College voor de Rechten van de Mens (hierna: College) en gegevens van het meldpunt internetdiscriminatie MiND
(hierna: MiND) worden naast elkaar gepresenteerd. Deze bieden daarmee een inkijk in een deel van het brede fenomeen discriminatie in Nederland.
In het rapport Strafbare Discriminatie in Beeld 2018 wordt gerapporteerd over de in 2018 ingestroomde en afgedane specifieke discriminatiefeiten bij het Openbaar Ministerie (OM). Specifieke discriminatiefeiten zijn de feiten die worden ingeschreven en waar een beslissing over wordt genomen op grond van één van de discriminatieartikelen uit het Wetboek van Strafrecht (Sr): artikel 137c, 137d, 137e, 137f, 137g of 429quater Sr.
De rechts-extremistische scene in Nederland focust zich de afgelopen jaren vooral op de islam. Het rechts-extremisme kent een opleving in Nederland. Rechts-extremisme binnen de defensieorganisatie kan de interne veiligheid van de krijgsmacht ondermijnen. Het gaat
bijvoorbeeld om interne onrust als gevolg van discriminatie van militairen, waardoor zowel de hiërarchische structuur binnen een eenheid als de onderlinge samenwerking onder druk kunnen komen te staan.
Het is daarom van belang personen of groepen binnen de defensieorganisatie, die het extremistische gedachtegoed aanhangen dan wel (actief) steun verlenen aan extremistische partijen en organisaties, tijdig te onderkennen. Een rechts-extremistische geweldsdreiging
richting Defensie is vooralsnog niet onderkend.
Defensie heeft in 2018 drie onderzoeken ingesteld naar aanleiding van signalen over racistische uitingen met verwijzingen naar Nazi-Duitsland. De AIVD-rapportage over rechts-extremisme meldt onder andere dat binnen rechts-extremistische kringen een polariserend discours over de islam wordt gevoerd. Hiervoor zijn binnen Defensie geen aanwijzingen. Evenmin heeft de MIVD op dit moment indicaties dat binnen de krijgsmacht sprake is van rechts-extremistische netwerken.
Voor bepaalde rechts-extremisten staat immigratie nog altijd gelijk aan islamisering. Immigratie en islamisering leveren in hun ogen een gevaar op voor de Nederlandse identiteit. Het voelt voor deze rechts-extremisten alsof de overheid de Nederlandse cultuur in de uitverkoop doet door vluchtelingen uit islamitische landen toe te laten. Een zichtbare vertegenwoordiger van dat gedachtegoed is bijvoorbeeld de groepering Identitair Verzet. Het anti-islamstandpunt kent binnen het extremisme veel supporters, waarbij het steeds minder exclusief mannen zijn zoals voorheen. Ook trekt het anti-overheidssentiment dat binnen deze groep heerst sympathisanten aan die geen historie hebben met het rechts-extremisme. Zij koesteren eveneens wantrouwen tegen de (Europese) politiek en soms ook tegen de wetenschap en (massa-)media.Het behoeft geen betoog dat de AIVD kritiek op de islam, immigratie of de overheid op zichzelf niet als een vorm van rechts-extremisme beschouwt. Dit valt immers onder de vrijheid van meningsuiting. Wij beoordelen dergelijke uitingen als extremistisch als deze overgaan in haatzaaien, intimidatie en bedreigingen.Een deel van de extremisten pleit zelfs voor het voorkomen van vermenging van rassen. Dit etnisch-nationalistisch gedachtegoed vindt gehoor binnen de kring van aanhangers van het alt-rechtsgedachtegoed, zoals het ‘studiegenootschap’ Erkenbrand. Op zich hebben zij – naar eigen zeggen – niets tegen het bestaan van meerdere rassen, maar Nederland is voor de Nederlanders. Er zijn ook extremisten die overtuigd zijn van de blanke suprematie. Deze personen nemen een antidemocratisch standpunt in en streven een racistische samenleving na waarin mensen niet als gelijk worden beschouwd. Dit is in strijd met de democratische rechtsorde.
(…)
Groei van rechts-extremistisch geweld lijkt door te zetten Hoewel de rechts-extremistische en rechts-terroristische geweldcijfers in Europa tot 2018 niet eenduidig zijn, krijgt de NCTV de laatste drie jaar van partnerorganisaties duidelijke signalen dat zowel de ernst als de omvang van rechts-extremistisch geweld in diverse West-Europese landen en Noord-Amerika toeneemt. Dit blijkt ook uit een onderzoek van het Institute for Economics & Peace. Het aantal doden als gevolg van geweld door rechts-extreme groepen en personen groeide tussen 2014 en 2017 van 4 naar 17. De toegenomen populariteit van rechts-populisme en rechts-extremisme in Europa en de Verenigde Staten vertaalt zich in de toenemende dreiging die uitgaat van rechtse terroristen en de daadwerkelijke uitoefening van rechts-terroristisch geweld. Onder meer in Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Spanje werden kleine groepen en eenlingen gearresteerd die voorbereidingen aan het treffen waren voor aanslagen. Doelwitten zijn onder andere vluchtelingen, moslims, linkse tegenstanders, vooraanstaande politici en overheidsinstellingen. De geweldsdreiging is sinds de jaren zeventig sterk verschoven van grote rechts-terroristische bewegingen naar kleine cellen en eenlingen. Drie rechts-terroristische aanslagen in de Verenigde Staten in oktober en de ogenschijnlijk overeenkomstige daderprofielen van de drie blanke mannen hebben daar een verhitte discussie laten ontstaan over de vraag of de daders in beweging zijn gebracht door het taalgebruik van president Donald Trump. Trumps discours resoneert ook in rechts-extreme kringen in Europa. Deze resonantie bij de aanslagplegers (nationalisme, xenofobie, moslimhaat, antisemitisme en geloof in complottheorieën) voedt opvattingen van politici, wetenschappers en (radicale) linkse tegenstanders dat Trump medeverantwoordelijk is voor deze aanslagen. Analyses van de statistieken van de FBI (en andere organisaties) over hatecrimes in de VS laten echter zien dat de stijging van het aantal haatmisdrijven in de VS al van vóór Trumps overwinning zijn.
(…)
Links-extremistische en extreemlinkse organisaties die strijden tegen (vermeend) racisme en fascisme roeren zich actiever. Waar zij enkele jaren geleden er nog voor kozen om demonstraties van extreemrechtse groepen vooral te negeren, organiseren zij sinds anderhalf jaar een tegendemonstratie bij iedere extreemrechtse demonstratie van enige omvang. Dat leidt tot een verharding in de confrontaties. Links bediende zich al veel langer van geweld tegen rechts en zocht de confrontatie met rechts ook bewust op. Door toegenomen zelfvertrouwen bij extreemrechts gaan die ook de confrontatie meer aan. Toch lijken links-extremisten nog niet een heldere strategie te hebben om de nieuwe verschijningsvormen van het rechts-extremisme van repliek te dienen. Het is voorstelbaar dat links-extremisten de komende tijd vaker van zich zullen laten horen tegen het nieuwe elan van rechts-extremisten.
(…)
Rechts-extremisme
De rechts-extremistische beweging in Europa kent twee gezichten. Aan de ene kant een beweging gekenmerkt door fragmentatie, zwak leiderschap, persoonlijke animositeit, en het ontbreken van een consistente organisatievorm. Aan de andere kant oefenen kleinschalige professionele cellen en eenlingen/lone actors steeds vaker ernstig geweld uit in verschillende Europese landen. In de afgelopen drie jaar zijn politici in diverse Europese landen minstens acht keer het doelwit geweest van persoonsgericht geweld met een terroristisch oogmerk of verijdelde plannen daartoe. Uit de casussen van de afgelopen drie jaar blijkt dat de dreiging van persoonsgericht geweld tegen nationale politici afkomstig is van zowel rechts-extremisten (4 van de 8), links-extremisten (2 van de 8) als jihadisten (2 van de 8) en dat het geweld wordt gepleegd dan wel beoogd door zowel eenlingen als groepen. In Europa hebben Nederlandse rechts-extremisten geen voortrekkersrol. Recente studies van de AIVD en de NCTV over de rechts-extremistische scene in Nederland en Europa tonen een beeld van een beweging met veel on- en offlineactiviteit buiten de bekende organisaties om, waarbij de zeer fluïde verbanden opvallen. Het gevaar dat uitgaat van de lone actor bij de toepassing van rechts-terroristisch geweld is in Nederland inmiddels belangrijker dan de dreiging van geweld door grotere groepsverbanden. Zo heeft een man zich schuldig gemaakt aan het voorbereiden en bevorderen van het plegen van moord met een terroristisch oogmerk en aan verboden bezit van een wapen en munitie met datzelfde oogmerk. Daarbij richtte de man zijn vizier op moslims en op linkse kopstukken. Hij is veroordeeld tot 36 maanden. (Aanvulling KafkaL Zie /https://kafka.nl/extreemrechtse-terreurverdachte-lid-anti-terreur-brigade/ voor een artikel over deze man) AIVD en NCTV waarschuwen voor de impact van het gepolariseerde maatschappelijke debat op ‘lone actors’. De opleving van het rechts-extremisme in Nederland uit zich vooralsnog niet zozeer in het plegen van geweld, maar in een steeds agressiever en opruiender internetdiscours. Het nieuwe zelfvertrouwen komt ook terug in het openlijk zoeken van de confrontatie door rechts met linkse tegenstanders in steden met een actieve linkse beweging zoals Amsterdam en Nijmegen. Kleine rechts-extremistische groeperingen zijn daarnaast vooral actief met intimiderende en radicale acties waarmee ze voor onrust zorgen binnen moslimgemeenschappen. De aantrekkingskracht van de alt-rightbeweging is sinds de opkomst van Donald Trump duidelijk zichtbaar in verschillende Europese landen waaronder Nederland en België. De Nederlandse alt-rightscene is online erg gericht op het buitenland en dan met name op de Verenigde Staten.
Polarisatie rondom Zwarte Piet is verbreed
De Zwarte Piet-discussie loopt al jaren, maar is sinds 2014 feller van toon waarbij er steeds meer identiteitskwesties met de discussie verknoopt raken. Het feit dat tegenstanders van Zwarte Piet het kinderfeest aanmerken als racistisch zorgt voor bijval maar ook voor weerstand binnen de samenleving. Vooralsnog zijn er geen concrete aanwijzingen dat er sprake is van een toenemende geweldsdreiging, maar deze is wel voorstelbaar. Voor de overheid is een complicerende factor dat de dreiging van geweld niet uit hoeft te gaan van gekende groepen, maar dat ook boze burgers op eigen initiatief buitenwettelijke actie organiseren. De breed levende polarisatie bergt daarnaast het risico in zich dat een incident kan escaleren met mogelijk buitenwettelijke acties tot gevolg. Een ander risico van de polarisatie is dat het voor sommigen het vertrouwen in de overheid aantast. Een breed gedragen maatschappelijk compromis over de wijze waarop het Sinterklaasfeest gevierd wordt is niet in zicht, zodat de discussie nog wel enige jaren veiligheidsvraagstukken met zich mee zal blijven brengen.
Hoe ziet extreemrechts er vandaag de dag uit, hoe verhouden de verschillende groeperingen zich tot elkaar en welke ideologieën schuilen erachter? Waar ontmoeten leden elkaar, hoe communiceren zij en welke strategieën gebruiken zij om hun gedachtegoed en idealen te verspreiden? Welke nuances en kanttekeningen zijn hierbij te plaatsen?
In het rapport Strafbare Discriminatie in Beeld 2017 (voorheen: Cijfers in Beeld) wordt gerapporteerd over de in 2017 ingestroomde en afgedane specifieke discriminatiefeiten bij het Openbaar Ministerie (OM). Specifieke discriminatiefeiten zijn de feiten die worden ingeschreven en waar een beslissing over wordt genomen op grond van één van de discriminatieartikelen uit het Wetboek van Strafrecht (Sr): artikel 137c, 137d, 137e, 137f, 137g of 429quater Sr.
Antisemitism can be expressed in the form of verbal and physical attacks, threats, harassment, discrimination and unequal treatment, property damage and graffiti or other forms of speech or text, including on the internet. Antisemitic incidents and hate crime violate fundamental rights, including the right to human dignity, the right to equality of treatment and the freedom of thought, conscience and religion.
The present report provides an overview of data on antisemitism as recorded by international organisations and by official and unofficial sources in the 28 European Union (EU) Member States, based on their own definitions and categorisations. ‘Official data’ are understood here as those collected by law enforcement agencies, other authorities that are part of criminal justice systems and relevant state ministries at the national level. ‘Unofficial data’ refers to data collected by civil society organisations.
This annual overview provides an update of the most recent figures on antisemitic incidents, covering the period 1 January 2007–31 December 2017, across the EU Member States, where data are available. In addition, it includes a section that presents evidence from international organisations.
Dit rapport behandelt de door de politie geregistreerde discriminatie-incidenten en meldingen van discriminatie bij antidiscriminatievoorzieningen in Nederland in 2017.
Dit is de zevende rapportage antisemitisme, racisme en extreemrechts geweld in Nederland. De huidige rapportage doet verslag van deze feiten in het jaar 2017 en de ontwikkelingen ten opzichte van de jaren daarvoor. De rapportage is tot stand gekomen in opdracht van de Anne Frank Stichting. De Anne Frank Stichting beheert het Anne Frank Huis en brengt haar levensverhaal wereldwijd onder de aandacht ter bezinning op de gevaren van antisemitisme, racisme en discriminatie en het belang van vrijheid, gelijke rechten en democratie. De Stichting stelt zich onder meer ten doel voorlichting te geven en educatieve activiteiten te verzorgen over discriminatie en mensenrechten, ter bevordering van het goed functioneren van een open, pluriforme, democratische samenleving.
Een belangrijk doel van deze rapportage is input leveren voor de educatieve activiteiten van de Anne Frank Stichting. Verder dient het als periodieke rapportage aan de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) en de Europese Unie (EU).
Voor u ligt de actualisering van de ‘factsheet extreemrechts in Nederlandse gemeentes’ uit oktober 2018, waarin een actueel beeld wordt geschetst van de in Nederland actieve extreemrechtse organisaties. Deze factsheet moet inzicht geven in de omvang, regionale spreiding, betekenis en betrokkenheid bij geweldsincidenten van de verschillende extreemrechtse organisaties in Nederland.
De samenstelling van de lijst met organisaties en de gepresenteerde feiten over deze organisaties zijn verzameld in het kader van het Monitorproject Racisme, Antisemitisme en Extreemrechts Geweld in Nederland.
De NCTV heeft over de rechts-extremistische geweldsdreiging gepubliceerd sinds de verschijning van het eerste Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) in 2005. Hierbij wordt breed gekeken
naar alle dreigingsontwikkelingen die in potentie kunnen leiden tot terroristisch geweld. De geschiedenis, maar ook de actualiteit, toonden aan dat terroristisch geweld niet beperkt blijft tot
jihadisme. Ook in de Nationale Contraterrorisme Strategie 2016-2020 staat dat rechts-extremisme de bijzondere aandacht heeft van de NCTV.1 Het rechts-extremisme raakte niettemin in de
beeldvorming vaak ondergesneeuwd door het jihadisme. Dit is in belangrijke mate ook begrijpelijk omdat de jihadistische geweldsdreiging, in ieder geval in Nederland, het laatste decennium de
bepalende factor is geweest in het dreigingsbeeld terrorisme.
De NCTV publiceerde om deze reden de laatste jaren ook diverse fenomeenstudies op het vlak van jihadisme (bijvoorbeeld ‘Minderjarigen bij ISIS’ uit 2017). Nieuwe binnenlandse en buitenlandse gebeurtenissen en ontwikkelingen op het vlak van rechts-extremisme en rechts-terrorisme zorgen ervoor dat het fenomeen de laatste jaren aan relevantie heeft gewonnen voor het dreigingsbeeld.
Gedurende een aantal decennia werd het rechts-extremisme in Nederland gekenmerkt door een neonazistisch, fascistisch en antisemitisch gedachtegoed. In de afgelopen jaren is dit veranderd; neonazi’s vormen nog slechts een marginale groep en andere vormen van rechts-extremisme zijn hiervoor in de plaats gekomen.
Anti-islamgedachtegoed naar de voorgrond De belangrijkste ideologische drijfveer die in de afgelopen jaren steeds meer naar voren is gekomen voor groepen en personen binnen de rechts-extremistische beweging is het anti-islamstandpunt. Deze ontwikkeling begon vanaf 2014 duidelijke vormen aan te nemen als gevolg van twee gebeurtenissen:
• het uitroepen van het kalifaat door ISIS en de reeks van jihadistisch terroristische aanslagen in West-Europa die daarop volgde;
• de vluchtelingenstroom die in de loop van 2015 op gang kwam naar Europa en Nederland.
Al langer bestaande groepen in de rechts-extremistische scene in Nederland, zoals de Nederlandse Volks-Unie (NVU), grepen de opkomst van ISIS en de vluchtelingenstroom aan om zich te profileren en zo een breder publiek te bereiken. Ze deden dit onder meer door anti-ISIS demonstraties of demonstraties bij asielzoekerscentra te organiseren. Gelijktijdig ontstond een verscheidenheid aan nieuwe initiatieven. Voorbeelden hiervan zijn Demonstranten tegen Gemeenten (DTG) en United We Stand Holland (UWS). Ook zag de AIVD een toename van
rechts-extremistische uitingen op internet gericht tegen moslims en asielzoekers.
Toen in 2016 de instroom van migranten stagneerde, verdwenen veel van bovengenoemde initiatieven weer. Niettemin bleef het anti-islamgedachtegoed de boventoon voeren. Er wordt daarbij nauwelijks onderscheid gemaakt tussen anti-islam- en anti-migratieretoriek. Migranten zijn moslims, zo lijkt de redenatie.
De personen die zich aangetrokken voelen tot de anti-islamretoriek hebben voor een groot deel geen historie in het rechts-extremisme. Traditionele rechts-extremistische thema’s zoals antisemitisme en Hitlerverheerlijking komen binnen deze groep daarom niet veel voor. Wanneer hier wel sprake van is, wordt er soms om opportunistische redenen voor gekozen dit niet uit te dragen.
Lees verder in de publicatie.
Zie onze reactie op deze publicatie op https://twitter.com/Kafkanet/status/1047229307377131520
Nederlandse extreemrechtse groeperingen zijn vooral actief met intimiderende en radicale acties, maar er zijn geen aanwijzingen dat zij gewelddadig zouden willen gaan opereren. De focus blijft gericht op acties tegen de vermeende islamisering van Nederland, de komst van asielzoekers en het vermeende verlies van de Nederlandse identiteit. Rechts in Verzet (RiV), een afsplitsing van Pegida, is een nieuwe groepering met enkele leden die de laatste periode verantwoordelijk was voor een aantal intimiderende protestacties. Vooral het ophangen van een onthoofde pop en dreigbrief bij een moskee in Amsterdam Noord in januari 2018, waarmee geprotesteerd werd tegen de komst van een “megamoskee”, trok veel politieke en media-aandacht. De aankondiging van Pegida om tijdens de ramadan bij een aantal moskeeën varkensvlees te gaan barbecueën, leidde eveneens tot veel media-aandacht. Opvallend is verder dat sommige extreemrechtse groeperingen aan zelfvertrouwen lijken te winnen en het tegenwoordig aandurven om te demonstreren in als politiek ‘links’ bekend staande steden zoals Amsterdam en Nijmegen. Hiermee neemt de kans op confrontatiegeweld met extreemlinkse tegendemonstranten toe. In algemene zin wordt al langer ingeschat dat ernstig extreemrechts geweld voornamelijk voorstelbaar is vanuit snel radicaliserende groepjes of eenlingen. De man die in augustus in Schiedam werd aangehouden, nadat hij in reactie op de dood van een Haags PVV-gemeenteraadslid op sociale media een dreiging had geuit, is van dit laatste mogelijk een voorbeeld.
Het zou een quizvraag kunnen zijn: wat hebben Trump, alt-right, Alternative für Deutschland, het Front National, Thierry Baudet en de N-VA gemeen? Dat ze overal voor een ruk naar rechts zorgen? Uiteraard. Dat ze een antwoord op de neoliberale globalisering vonden dat aanslaat? Zeker. Dat ze ‘zeggen waar het op staat’? Eveneens. Maar volgens Ico Maly is er nog een belangrijke overeenkomst die velen over het hoofd zien: al die mensen, partijen en groeperingen delen de strijd tegen gelijkheid, vrijheid en universele mensenrechten. Tegen de waarden van de verlichting. Een complex spel van sociale, politieke, economische, ecologische en digitale evoluties versnelde hun opmars. De grensoverschrijdende internetcultuur zorgde voor een boom. Over populisme, ideologie, Pepethe-frog-versies van Trump en Baudet, Theo Francken als meme in keizerskostuum, Breitbart en Gramsci.
De extreemrechtse geweldsdreiging in Nederland blijft relatief beperkt. Anders dan in omliggende landen in Europa en vooral Duitsland, zijn er in Nederland geen aanwijzingen voor rechtsterroristische structuren of groeperingen. Potentieel ernstig extreemrechts geweld is voornamelijk voorstelbaar uit de hoek van eenlingen of snel geradicaliseerde groepjes. Nadrukkelijke uitzondering op de stagnerende groei is de racistische groepering Erkenbrand. Deze groep trekt steeds meer geïnteresseerden, wat mede blijkt uit de aanwezigheid van meer dan tweehonderd personen bij het jaarlijkse congres. Vanwege het antidemocratische gedachtegoed bij Erkenbrand gaat er van deze groepering
een gevaar uit voor de democratische rechtsorde. Bij diverse aanhangers van Erkenbrand leven ideeën van een op handen zijnde rassenoorlog (zoals bij meer radicale groepen). Hoewel de nadruk bij de organisatie ligt op het houden van radicale lezingen, kan verdere radicalisering plaatsvinden. Met de alt right beweging en Erkenbrand als Nederlandse exponent daarvan, is het antisemitisme in extreemrechtse kringen weer terug van (nooit helemaal) weggeweest.
De standpunten tegen islam en immigratie zijn sinds enige jaren de belangrijkste ideologische drijfveren voor de rechtsextremistische scene in Nederland. Recenter is daarbij een anti-overheidssentiment ontstaan.
Antisemitisme is een hardnekkig kwaad dat tot in de recente geschiedenis heeft geleid tot catastrofale gevolgen. En hoewel openlijk antisemitisme in Nederland sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog algemeen als onacceptabel wordt gezien, blijven antisemitische uitingen regelmatig de kop opsteken. Dat vraagt om permanente waakzaamheid en om die reden publiceert CIDI al 34 jaar de Monitor antisemitische incidenten in Nederland.
In 2017 heeft CIDI voor het eerst antisemitische uitingen op internet en in het politieke domein apart geregistreerd. De rol van internet en sociale media in informatievoorziening en opinievorming is enorm. Dat leidt er helaas ook toe dat holocaustontkenning en allerlei antisemitische complottheorieën breed worden verspreid, wat zich kan vertalen in toenemende verbale en fysieke agressie tegen Joden. CIDI werkt nauw samen met het door de overheid ingestelde Meldpunt Internet Discriminatie (MiND) en doet regelmatig ook zelf aangifte tegen personen of websites die zich schuldig maken aan antisemitisme.
De observatie dat zich rond de eeuwwisseling een belangrijke breuk heeft voorgedaan in de Nederlandse politieke cultuur wordt inmiddels tot de dooddoeners van het publieke debat gerekend. Een land dat een imago koesterde als baken van tolerantie en progressivisme ontwikkelde zich in kort tijdsbestek tot de Europese voorhoede van de politieke wederopleving van nationalisme en anti-immigratiesentiment.
De bliksemsnelle opkomst en dramatische moord van Pim Fortuyn in 2002 leidde tot een verbluffende verkiezingsoverwinning van zijn partij, de Lijst Pim Fortuyn (LPF). Uit het niets werd het de tweede partij van het land, met zeventien procent van de stemmen, in wat algemeen bekend is komen te staan als de Fortuyn-revolte. Sindsdien zijn identiteit, immigratie en law and order de dominante thema’s van het publieke debat. Het vormde de aanvang van de Nederlandse culture wars, een strijdterrein waarin conservatieve voorstanders van een strenger immigratie- en integratiebeleid de degens kruisten met prudente progressieven.
De vraag die centraal staat in dit boek is hoe deze verschuiving begrepen kan
worden in ideologische zin.
Two-thirds of younger people in liberal democracies such as the US, Britain and the Netherlands believe that it is not essential to live in a democracy. About the same percentage of millennials (those born since the early 1980s) would not regard a military takeover as illegitimate per se, if the government was deemed incompetent or failing, according to a study by the political scientists Yascha Mounk and Roberto Stefan Foa. Older age cohorts are more supportive of democratic principles, but their support has been waning over the last decade as well.
Deze zesde rapportage antisemitisme, racisme en extreemrechts geweld in Nederland, doet verslag van deze feiten in het jaar 2016, en de ontwikkelingen ten opzichte van de jaren daarvoor. De rapportage is tot stand gekomen in opdracht van de Anne Frank Stichting. De Anne Frank Stichting beheert het Anne Frank Huis en brengt haar levensverhaal wereldwijd onder de aandacht ter bezinning op de gevaren van antisemitisme, racisme en discriminatie en het belang van vrijheid, gelijke rechten en democratie. De Stichting stelt zich onder meer ten doel voorlichting te geven en educatieve activiteiten te verzorgen over discriminatie en mensenrechten, ter bevordering van het goed functioneren
van een open, pluriforme, democratische samenleving. Een belangrijk doel van deze rapportage is input leveren voor de educatieve activiteiten van de Anne Frank Stichting. Verder dient het als periodieke rapportage aan de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) en de Europese Unie (EU).
Geregeld vinden in Nederland vernielingen en bekladdingen plaats bij/van moskeeën en islamitische scholen. Ook zijn er voorbeelden van moskeeën die met dreigbrieven worden geïntimideerd, zoals in juni de AsSoennah moskee in Den Haag. De meest zichtbare manifestatie van extreemrechts wordt in Nederland bepaald door groepen als Pegida, Identitair Verzet (ID-Verzet) en in toenemende mate Erkenbrand. De genoemde groeperingen kenmerken zich door extreemrechts gedachtegoed, maar hanteren geen gewelddadige methodes om hun doelen te bereiken.
Zorgelijk is wel de toegenomen radicale koers van Pegida gedurende het laatste jaar. Dit komt tot uiting door de verbreding van de focus op het ageren tegen de islam, moslims en asielzoekers in zijn algemeenheid. Ook werkt de groep in Nederland inmiddels samen met rechts-extremistische organisaties uit het buitenland zoals HoGeSa (Hooligans gegen Salafismus) uit Duitsland.
ID-verzet heeft in deze DTNperiode gekozen voor het tijdelijk bezetten van islamitische objecten, zoals de salafistische Cornelius Hagaschool en een moskee in aanbouw in Venlo. ID-Verzet blijft echter, anders dan andere identitaire groepen in Europa, beperkt in omvang. Ook blijven er zorgen over Erkenbrand. De groepering werkt online en offline aan het verder uitbreiden van het aantal volgelingen van hun racialistische leer.
Dit is de tweede editie van het landelijke rapport over discriminatie, waarin de cijfers van de politie en de antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s) samen worden gepresenteerd. Daarnaast zijn in de analyse ook de gegevens betrokken van andere organisaties die discriminatiemeldingen registreren, zoals de meldpunten voor discriminatie op het internet (MDI en MiND) en het College voor de Rechten van de Mens dat verzoeken om een oordeel ontvangt over situaties die als discriminatie zijn ervaren. Ook gegevens van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI), het nationale meldpunt ‘Meld Islamofobie’ en Transgender Netwerk Nederland (TNN) zijn in het rapport opgenomen.
In dit rapport worden discriminatiezaken beschreven die in 2016 hebben gespeeld bij het Openbaar Ministerie (OM). De aanpak van discriminatie is van groot belang en een speerpunt van het OM. Discriminatie kan niet worden geaccepteerd in een democratische samenleving waarin iedereen gelijk is en de mensenrechten worden nageleefd. Het strafrecht is één van de middelen om discriminatie aan te pakken: met een vervolging kan een krachtig signaal aan de samenleving worden gegeven dat discriminatie niet wordt getolereerd. Met het in beeld brengen van discriminatiezaken wordt inzicht gegeven in de aanpak van discriminatie door het OM.