Home » Diversen » Infiltratie als politieke strategie, de JOVD als voorbeeld

Infiltratie als politieke strategie, de JOVD als voorbeeld

Er zijn ontelbare dromen, theorieën en strategieën waarin uiteen wordt gezet hoe je politieke ideeën zou kunnen verwezenlijken. Hoe je uiteindelijk je ideale maatschappij zou moeten bereiken. Het infiltreren van andere, politiek meer succesvolle organisaties is er daar één van. Extreemrechts heeft wat dat betreft een lange geschiedenis.

Je moet toch iets als ambitieuze rechtsextremist. Schelden op het internet houdt je wel een tijdje van de straat, maar wanneer je werkelijk iets wilt bereiken zal je toch wat meer moeten doen. In dit stuk zullen we stilstaan bij een aantal strategieën dat door rechtsextremisten toegepast wordt. Zij veronderstellen met gebruik van die strategieën enig succes te kunnen boeken. Daarna zullen we wat langer stilstaan bij een van die strategieën, politieke infiltratie. Om uiteindelijk één bijzonder voorbeeld, de rechtsextremisten die opduiken bij de JOVD, wat verder uit te werken.

logo JOVD
logo JOVD

Maar om te beginnen een korte parade van enkele extreemrechtse politieke strategieën: verkiezingsdeelname, verbreding, geweld en infiltratie.

Een voor de hand liggende strategie is natuurlijk om gebruik te maken van democratische verkiezingen, om op die manier macht te verwerven. Dat heeft na de Tweede Wereldoorlog ook wel een aantal keer successen opgeleverd. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de Centrumpartij, maar ook aan Wilders’ Partij voor de Vrijheid. Voor antiparlementaire organisaties ligt het echter wat minder voor de hand om aan verkiezingen deel te nemen. Zij zijn immers principieel tegenstander van dat hele parlementaire systeem. Dergelijke – vaak nazistische – organisaties, hebben daarom weinig op met democratie of rechtstaat. Maar desondanks werden ook vanuit die hoek pogingen gedaan om via verkiezingen succes te boeken. Uiteindelijk doel daarvan zou moeten zijn om de democratie te gebruiken om haar daarna af te schaffen. Zo doet de Nederlandse Volks-Unie (NVU) periodiek mee met lokale en regionale verkiezingen. Zonder ooit een electoraal succes te hebben gehaald overigens.

folder Centrumpartij
folder Centrumpartij

Een andere strategie richt zich op verbreding. Dat hangt samen met het idee dat een meerderheid, of tenminste een groot deel van de bevolking, gewonnen zou moeten worden voor de eigen extremistische ideeën. Door middel van verschillende propaganda-acties, demonstraties, posters, leuzen en webpagina’s moeten de radicale ideeën bekend gemaakt worden. Dat alles in de veronderstelling dat die ideeën na verloop van tijd als vanzelf in vruchtbare aarde zouden moeten vallen.

Voorpost Nederland is een goed voorbeeld van deze strategie. Die organisatie maakt alleen binnen eigen kring duidelijk welke antidemocratische en racistische ideeën ze werkelijk nastreeft. Naar de buitenwereld presenteert Voorpost zich ondertussen als een fatsoenlijke actiegroep die opkomt voor Nederlanders in verdrukking, voor dierenrechten en tegen moslims, junks en pedofielen.

Weer een andere strategie die door een aantal extreemrechtse groepen gepropageerd wordt is het gebruik van geweld. Soms is dit geweld bedoeld als protestuiting, bijvoorbeeld door vernielingen aan te richten aan bezittingen van migranten, joden of politieke tegenstanders. Denk daarbij aan bekladdingen of brandstichtingen bij gebouwen van linkse organisaties of religieuze gebouwen. Maar aanhangers van een aantal neonazistische organisaties zien geweld ook als een politiek middel om een echte maatschappelijke ommekeer teweeg te brengen.

Bekladding gebouw Turkse vereniging in Veendam, 2009
Bekladding gebouw Turkse vereniging in Veendam, 2009

Eén bij extreemrechts populaire theorie is de zogenaamde strategie van de spanning. Die theorie gaat er van uit dat door middel van een reeks aan ernstige geweldplegingen een democratische rechtsstaat  aan het wankelen kan worden gebracht. De overheid zal dan, zo wordt voorspeld, allerlei repressieve maatregelen nemen en daarmee in feite een extreemrechtse machtsovername mogelijk maken. Er is vaak gedacht dat de Belgische overvallersbende ‘De Bende van Nijvel’ die achterliggende bedoeling had. In Nederland was begin jaren zeventig een kring van rechtsextremisten actief rond Max Lewin, die vergelijkbare ideeën huldigden (1). Zij pleegden onder andere een bomaanslag op de Amsterdamse metro om linkse actiegroepen daarvan de schuld te kunnen geven.

Tegenwoordig noemen verschillende neonazistische actiegroepen, zoals de Nationaal-Socialistische Aktie (NSA), geweld nog wel als een legitiem politiek middel. Verder verwijzen ze in hun propaganda ook regelmatig naar gewelddadige organisaties als Combat 18, de Baskische ETA of de Duitse RAF. Maar hoe dergelijk geweld vanuit eigen kring moet bijdragen aan het vestigen van een ideale samenleving blijft in nevelen gehuld. Het lijkt bij deze groepen vooralsnog vooral om de gewelddadige pose te gaan, zonder een duidelijke achterliggende strategie.

Thomas Boutens, neonazi en voormalig militair
Thomas Boutens, neonazi en voormalig militair

En daarmee zijn we bij de laatste, maar misschien wel interessantste strategie gekomen van deze korte opsomming: de politieke infiltratie. Interessant omdat hij regelmatig wordt gebruikt, maar tegelijkertijd de precieze bedoelingen van de infiltranten zelden echt duidelijk zijn. Politieke infiltratie kan in grote lijnen op drie vlakken plaatsvinden: in maatschappelijke organisaties, in belangengroepen en in politieke organisaties.

Infiltratie in maatschappelijke organisaties door extreemrechts vindt regelmatig plaats. Vaak dient dat een praktisch, vaak ook een persoonlijk doel. Zo is dienst nemen in het leger een middel om een goede gevechtstraining te krijgen, toegang tot wapens te krijgen, maar ook om een voor veel rechtsextremisten interessante baan te verkrijgen (2). Infiltreren in een jongerencentrum kan als doel hebben om een locatie te creëren voor de eigen achterban. Daar kunnen dan feesten met een extreemrechts karakter gehouden worden, of ontmoetingen worden georganiseerd.

AZC Nee pamflet Venray
AZC Nee pamflet Venray

Ook belangengroepen zijn redelijk vaak onderwerp van extreemrechtse infiltratie geweest. Dat is voorspelbaar wanneer er een gemeenschappelijke agenda bestaat, bijvoorbeeld bij het verzet tegen de komst van een verslaafdenopvang, tegen de bouw van een moskee of bij een demonstratie tegen pedofilie. Zo was een aantal Voorpost-activisten recent actief bij acties tegen de vestiging van een asielzoekerscentrum in Venray (3). Maar ook bij minder voor de hand liggende belangengroepen duiken af en toe rechtsextremisten op. De afgelopen decennia zijn verschillende milieuorganisaties, maar ook activiteiten van dierenrechtenactivisten interessant gebleken voor extreemrechts.

Echt interessant zijn echter pogingen om te infiltreren in andere politieke organisaties. Een klassiek voorbeeld daarvan was de Boerenpartij in de jaren zestig. Die partij werd door oud-oorlogsmisdadigers gebruikt om een nieuwe politieke carrière te beginnen en hun eigen vertrouwde extreemrechtse geluid te kunnen laten horen. Dat leidde tot ruzies en splitsingen, maar de leiding van de Boerenpartij accepteerde de aanwezigheid van deze infiltranten uiteindelijk wel.

Meer recente voorbeelden zijn natuurlijk de rechtsextremisten die opdoken in of rond de LPF en de PVV. Maar daar doet zich altijd de vraag voor wat zij precies voor ogen hebben met dergelijke acties. Het lijkt er vaak op dat ze het politieke geluid herkennen (tegen links, tegen de islam) en dat simpelweg willen steunen zonder het idee te hebben dat hun eigen, radicalere, ideeën overgenomen zullen worden. Het is echter ook te verdedigen dat ze binnen een dergelijke partij hun eigen geluid willen laten horen, in een poging dat wel door de partij over te laten nemen. Dat gebeurde onder andere op partijbijeenkomsten van de LPF, waar door rechtsextremisten propaganda werd gemaakt voor eigen standpunten. Het kan echter ook zijn dat men, in de terechte veronderstelling dat het met de eigen extreemrechtse club toch nooit wat gaat worden, kiest voor een één-na-beste optie en actief wordt bij een succesvolle partij die het dichtst in de buurt komt.

Of men dan de eigen ideeën écht afzwakt, of uit opportunisme voor de bühne een gematigder geluid laat horen, is natuurlijk niet eenvoudig vast te stellen.

Tot zover ging het om voorbeelden van infiltraties in politieke organisaties die niet al te ver van de eigen extreemrechtse ideeën lijken te staan. Maar wat te denken van een organisatie die in de verste verte niets met extreemrechts te maken heeft, de Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie (JOVD). Van een dergelijke organisatie verwacht je niet op het eerste gezicht – en ook niet op het tweede – dat extreemrechts daar enige interesse voor zou kunnen hebben. De JOVD, de jongerenorganisatie van de VVD, is natuurlijk wel rechts, maar ook liberaal. En het liberalisme staat volkomen haaks op alles wat extreemrechts is. En toch duiken er door de jaren heen diverse keren rechtsextremisten binnen deze organisatie op.

Twee voorbeelden om dat te illustreren.

Bart Pellikaan, toeschouwer bij NVU demonstratie in 2009
Bart Pellikaan, toeschouwer bij NVU demonstratie in 2009

Medio jaren negentig maakte extreemrechts een behoorlijk succesvolle periode door. Janmaat’s Centrumdemocraten (CD) waren zowel in het parlement als in tientallen gemeenteraden vertegenwoordigd. En ook de radicalere door neonazi’s bevolkte CP’86 bezette een aantal gemeenteraadszetels. In de Hilversumse raad werd de CP’86 vertegenwoordigd door Bart Pellikaan. Pellikaan was een voormalige naziskinhead, die zich ten behoeve van deze carrièreswitch in een nieuw pak had gehesen en zijn haar had laten groeien. Dat nieuwe uiterlijk bracht hem verder geen vrienden in de Hilversumse politiek, waar hij binnen de raad een geïsoleerde positie innam.

Binnen de afdeling ’t Gooi van de JOVD, waar Hilversum onder valt, was een aantal leden actief met zeer conservatieve opvattingen. Zij onderhielden goede contacten met groepen van orthodoxe christenen, met antiabortusactivisten, maar ook met het extreemrechtse Oud Strijders Legioen (OSL). De stap naar contact met de lokale CP’86-vertegenwoordiging bleek vervolgens redelijk eenvoudig gemaakt. Bart Pellikaan mocht kort na zijn installatie in het lokale JOVD-blaadje omstandig zijn standpunten uitleggen. Enkele maanden daarna was er een bijeenkomst van deze JOVD-afdeling, waar Pellikaan voor werd uitgenodigd. Hij mocht daar ook extreemrechtse CP’86-propaganda verspreiden. Pellikaan was dankbaar en formuleerde het als volgt: ‘Met de JOVD afdeling ’t Gooi ben ik blij en ik stel onze verstandhouding zeer op prijs.’ Nadat er in de lokale politiek en de regionale media onrust was ontstaan over deze banden, werd aanvankelijk één lid door de JOVD geroyeerd, die als naaste relatie van Pellikaan te boek stond. Enige tijd later, nadat gebleken was dat daarmee de problemen niet waren opgelost, werd de hele afdeling door de landelijke JOVD opgeheven.

Na afloop van deze affaire lekte een ledenlijst van de CP’86 uit, waar ook het geroyeerde JOVD-lid op stond. Er lijkt dus alle reden om er vanuit te gaan dat hier sprake was van een poging tot infiltratie. Mogelijk was het een poging om de CP’86 in de Hilversumse regio uit het isolement te halen.

Ruud Bruyns (achter met flyers in de hand) op demonstratie Jong Rechts, 2004
Ruud Bruyns (achter met flyers in de hand) op demonstratie Jong Rechts, 2004

Meer recent is het oprichten van ‘het Nederlands cultureel dispuut “Batavia” binnen de JOVD’. Eind 2008 werd dit clubje opgericht vanuit de JOVD-Amsterdam. Het doel was om culturele activiteiten te organiseren rond de geschiedenis van de Nederlanden. Op de Hyves van de organisatie werd gemeld dat ook niet-JOVD-leden welkom zijn. Dat liet een aantal Voorposters zich geen twee keer zeggen en zij werden actief lid. Bovendien zocht het dispuut direct toenadering tot de extreemrechtse Vlaamse studentenvereniging NSV. Op de oprichtingsbijeenkomst was Ruud Bruyns een belangrijke spreker. Bruyns heeft een lange geschiedenis binnen extreemrechts. Vermeldenswaard is in ieder geval dat hij tien jaar geleden belangrijk was in de aan Voorpost gelieerde Nederlandse Studenten Vereniging (NLSV). Verder deed een andere Voorposter, Thomas Wentzel, verslag van deze bijeenkomst voor het extreemrechtse radiostation Radio Rapaille.

Voor een eerste activiteit na de oprichting, een zangavond, nodigde het dispuutbestuur ook Vlaamse studenten uit van de extreemrechtse NSV. Dat leidde tot problemen binnen het pand van politieke jongerenorganisaties, waar de bijeenkomst gepland stond. Gevolg is dat de bijeenkomst afgelast werd.

Wat er vervolgens precies gebeurde is niet duidelijk, maar het Dispuut Batavia ging op eigen benen verder, buiten de JOVD om. Mogelijk is er dus wrijving ontstaan over het extreemrechtse netwerk waarvan het dispuut onderdeel was.

Ook hier was duidelijk sprake van een door Voorpost-activisten geïnfiltreerde organisatie binnen de JOVD. En ook dit keer waren de bedoelingen niet duidelijk. Gedacht kan worden aan een (nieuwe) poging om een extreemrechtse studentenorganisatie op te zetten, in de schaduw van een nette organisatie om daarmee problemen te vermijden. Het kan ook een poging zijn geweest om te proberen de JOVD in een meer radicale richting te laten bewegen.

Thomas Wentzel (midden) in actie voor Voorpost met Paul Peters en Tom Schellevis
Thomas Wentzel (midden) in actie voor Voorpost met Paul Peters en Tom Schellevis

Na de splitsing tussen JOVD en Dispuut Batavia zijn de Batavia-leden (vooral een aantal studerende Voorpost-activisten) nog enkele keren bijeengekomen. Maar binnen een jaar na oprichting was het waarschijnlijk weer gebeurd met de club. Sindsdien is er weinig meer van vernomen.

Na de avonturen van het Dispuut Batavia is er geen georganiseerde infiltratie van de JOVD door extreemrechts meer geweest, maar zo nu en dan duiken er nog wel individuele (voormalige?) rechtsextremisten op. Zo is de eerdergenoemde Voorpost-activist Thomas Wentzel inmiddels JOVD-lid en dook er recent ook een voormalige extreemrechtse activist op bij de JOVD die veroordeeld is voor brandstichting. Het lijkt hier te gaan om individuele pogingen om politiek actief te zijn in een neutraler kader, met een grotere kans op succes dan bij extreemrechts. Al kan in het geval van Wentzel wel afgevraagd worden in hoeverre hij zijn Voorpost-ideologie achter zich heeft gelaten, die hij enkele maanden geleden nog omarmde.

Kort samengevat lijkt het erop dat er sinds de Boerenpartij geen enkele politieke organisatie meer effectief is geïnfiltreerd geweest door rechtsextremisten (4). Pogingen daartoe binnen verschillende organisaties, ook binnen bijvoorbeeld LPF en JOVD zijn altijd stukgelopen. Het lijkt erop dat vooral de JOVD op dat vlak de eigen organisatie schoon probeert te houden.

Noten:

(1) Ook huidig PVV-kamerlid Raymond de Roon was in die kringen actief, zie ‘Extreemrechtse wortels Raymond de Roon’

(2) Zie uitgebreid: ‘Het leger en extreemrechts

(3) Zie uitgebreid: ‘Comité Venray tegen AZC blijkt extreemrechts’

(4) Het is een kwestie van smaak, maar een uitzondering moet misschien gemaakt worden voor het invloedrijke PVV-kamerlid Raymond de Roon. Zie ‘Extreemrechtse wortels Raymond de Roon

Dit artikel is eerder verschenen in Alert!