Het is de lijstverbinding Centrumdemocraten/Conservatieve Democraten met lijsttrekker Chiel Koning bij lange na niet gelukt om een zetel te halen in het Europese parlement. De kiesdeler (die ongeveer op 3% lag) werd met een half procent van de stemmen niet gehaald. Toch stemden nog bijna 18.000 niet-thuisblijvers op de CD. met name in Limburg (0,7%) deed de partij het niet heel slecht. In ieder geval zou deze uitslag nog steeds niet genoeg zijn geweest voor een Kamerzetel.

Of deze zoveelste nederlaag ook het einde van de CD betekent is nog maar de vraag. Partijleider Janmaat staat niet bepaald bekend om zijn realistische inschattingen.
De extreem-rechtse persdienst ONP (uit de Voorpost-hoek) gaat er intussen van uit dat dit wel het geval is. Zij meldt in een persbericht dat het “waarschijnlijk de laatste stuiptrekking van de centrumstroming” betreft. “In Rotterdam, Schiedam, Kerkrade en enkele andere plaatsen werd nog boven de procent gescoord, maar de algemen teneur was ‘het is voorbij'”, aldus het ONP. Om te vervolgen: “Niet bij de pakken neerzitten, recupereren en opnieuw beginnen lijkt het devies. Maar hoe en vooral wie? De huidige aanvoerders van de vele splinters zijn door hun onvermogen tot samenwerking niet geloofwaardig voor de (partij)achterban. Het schipperen tussen radicale en gematigde standpunten om of de leden, of de kiezer aan zich te binden heeft geen soelaas geboden. De strijd met de anti-discriminatiebureaus heeft slechts (zware) verliezen opgeleverd en de sympathie van succesvolle nationalisten in het buitenland waar zo naar gesmacht wordt (lees Vlaams Blok) is door de “slangenkuil” (Filip Dewinter) zo goed als nihil. De aanwas van vers bloed (zonder strafblad) is miniem, de financiële positie is abominabel en de steun van het kiezersvolk naar een dieptepunt gezakt.”
Vervolgens pleit de ONP voor samenwerking tussen extreem-rechtse splinters. Ze wil dat er vast vooruit gekeken wordt naar 2006 om te eindigen met het veelzeggende: “Het duurde tot 1981 voordat er na de oorlog weer één nationalist in het parlement zat. Laten we dat niet vergeten.”