Het College voor de Rechten van de Mens doet uitspraak in twee zaken rondom een islamitische man die eind september 2011 ontslagen werd als uitzendkracht van een bureau uit Amsterdam. Hij was werkzaam bij een bedrijf in Reeuwijk. Hij zou ontslagen zijn omdat hij een vrouwelijke leidinggevende weigerde de hand te schudden. Hij voelt zich gediscrimineerd vanwege zijn geloof. Het bedrijf ontkent deze ontslaggrond, maar kan het ook niet goed terugvinden. De klager draagt geen bewijs of getuigen aan. Hierom kan het College alleen maar tot een vrijspraak besluiten.
Terug naar het overzicht