Op 8 mei staat een groepje van 5 jonge mannen op de Dam in Amsterdam met een spandoek. “8 mei Europese herdenking WO2. 8 mei 1945 eindigde de Tweede Wereldoorlog in Europa. Sta stil bij het collectieve trauma en herdenk de 44 miljoen slachtoffers van Europese komaf”. Wie snel voorbij loopt en het spandoek ziet zal zich niet meteen realiseren dat het om antisemitische en historisch revisionistische propaganda gaat.
”We hopen dat we nooit meer tegen elkaar vechten en zulke afschuwelijke horror veroorzaken” zegt Jan van de Kar, voorzitter van de organiserende Stichting Inheems Europese Rechten (SIER), tegen de camera. Een mooi streven, maar deze zin heeft een nare bijsmaak. Een jaar eerder stond dezelfde groep ook op 8 mei op de Dam met een spandoek:”8 mei herdenk WO2, no more brother wars, herdenk Europa”. ‘No more brother wars’ is een slogan die door neonazi’s wordt gebruikt om de eenheid tussen volkeren op basis van witte huidskleur te benadrukken. In deze slogan ligt tevens besloten dat er buiten de witte gemeenschap vermeende krachten actief zijn die conflicten tussen de volkeren willen aanwakkeren.

Aanstichters
Een van die aanjagers is volgens neonazi’s het jodendom en dit wordt pijnlijk duidelijk in de neonazistische propaganda-film ‘Europa: The Last Battle’. In deze film wordt de schuldvraag van de Eerste en Tweede Wereldoorlog bij de joden neergelegd en zou nazi-Duitsland de oorlog zijn begonnen als zelfverdedigingsoorlog. Dat deze gedachte niet ver af staat van waar SIER voor staat blijkt uit het feit dat de organisatie op haar website het antisemitische boek ‘The Jewish Hand in the World Wars’ van Thomas Dalton aanbiedt. “Zoals de titel doet vermoeden, een inkijkje in de rol als agressor gedurende de 1e en 2e Wereldoorlog van een groep die normaal vooral als slachtoffer in deze context wordt gepresenteerd”, aldus de omschrijving op de site.
Kritiek
In een filmpje op de website van de organisatie legt Jan van de Kar zijn kritiek uit op de officiële herdenking van 4 mei. Volgens hem draait de nationale dodenherdenking op 4 mei sterk om de ‘zogenaamde slachtoffers’ van het nationaalsocialisme en hangt men de ‘Dit-nooit-weer’-mantra aan waarmee de nationaalsocialisten als kwaad en aanstichter van deze oorlog worden bestempeld. Van de Kar heeft dus blijkbaar vraagtekens bij de ‘aanstichters’ van de Tweede Wereldoorlog en omschrijft de getroffene als veronderstelde slachtoffers van het regiem. De voorzitter vervolgt zijn betoog en vindt dat er voor veel slachtoffers van de oorlog weinig aandacht is. “Denk aan slachtoffers van de helse geallieerde bombardementen en denk aan de vrijwilligers aan het Oostfront die zogenaamd fout waren.”
Antisemieten
Het waren niet vredesactivisten die de ‘Europese herdenking’ op de Dam hadden georganiseerd, maar jodenhaters, holocaustontkenners en neonazi’s. De al eerder genoemde Jan van de Kar stond op 9 mei voor de rechtbank in Den Haag. Hij moest die dag voorkomen vanwege antisemitisme en bagatellisering van de holocaust ( hij is inmiddels veroordeeld). Zijn compagnon van de White Lives Matter-beweging, John Abrossimow, stond in december 2024 ook voor de rechtbank vanwege racisme en geweld. Zo plaatste hij in een telegramgroep een plaatje van een joodse man waarop een vuurwapen is gericht. Filmpjes van de SIER-herdenking werden op het Youtube-kanaal van Martijn Janssen geplaatst, die tevens secretaris is van de stichting. Janssen was vroeger actief op de website Stormfront onder zijn pseudoniem ‘Ziekvanjoden’. En als laatste noemenswaardige is Peter van Vliet aanwezig, maar dit keer zonder zijn ‘FCK ANTIFA’-shirt met SS-doodskoppen en een SS-teken.

Verborgen ideologie
Enkele antifascisten protesteren tijdens de herdenking op de Dam tegen de aanwezigheid van SIER. Er ontstaan wat schermutselingen en de beveiliging komt tussen beide, waarschijnlijk zonder te weten dat het om een herdenking met dubbele agenda gaat. “Antifa valt ons aan omdat we zogenaamd nazi’s zouden herdenken, maar we herdenken iedereen. We doen dit niet als provocatie, we herdenken alle Europese slachtoffers”, laat Van de Kar weten. Na de confrontatie verlaat de groep Amsterdam en neemt de krans mee naar Gouda om deze alsnog bij het herdenkingsmonument 1940-1945 neer te leggen. Van de Kar doet alsof het om een normale herdenking gaat, maar zoals uit het hierboven beschreven verhaal blijkt is het niet zomaar een normale ceremonie, Het is een verhulde revisionistische, antisemitische en extreemrechtse herdenking met gebruikmaking van het antioorlogssentiment.
In 2016 kwam Identitair Verzet ook al een krans leggen bij de officiële herdenking in Leiden.