Home » Publicaties » AIVD jaarverslag 2021

AIVD jaarverslag 2021

Jaar:
2022
Taal:Aantal blz:
35
Soort Uitgave:
Beschrijving:
Binnen Nederland hielden veel dreigingen in 2021 verband met toenemende verdeeldheid en verharding in de samenleving. Afgelopen jaar kreeg de AIVD beter zicht op ‘accelerationisten’: een nieuwe generatie jonge rechts-extremisten die in online groepen terroristisch geweld verheerlijken met als doel: het in Nederland ontketenen van chaos en rassenoorlog. Ook zag de AIVD een deel van het anti-overheidsprotest radicaliseren tot gewelddadig extremisme. Dat was terug te zien aan soms publiekelijke intimidatie en eigenrichting en aan (doods)bedreigingen tegen onder meer prominente politici.
(…)

Rechts-extremisme

■ In 2021 kregen rechts-extremistische groepen meer aanhang. Onder andere complotdenken gaf daaraan een impuls.
■ Rechts-extremisten proberen hun wereldbeeld normaal te laten lijken voor een groter publiek.
■ Als rechts-extremistische ideeën breder worden omarmd, dreigt dat de democratische rechtsorde te ondermijnen.
■ Rechts-extremisten juichen chaos toe, sluiten minderheden uit en praten geweld goed, in de hoop op werkelijke, gewelddadige omwenteling in Nederland.

Ondanks hun verschillen, delen nationaalsocialistische, volksnationalistische, alt-right en neonazistische groepen een wereldbeeld waarin de blanke bevolking van (onder meer) Nederland structureel wordt benadeeld, en zelfs in het voorbestaan wordt bedreigd door ‘omvolking’ of genocide. De voornaamste bron van die  dreiging werd in het recente verleden nog gezien in immigratie, vooral uit moslimlanden. Rond 2015, toen ISIS opkwam en tienduizenden Syrische vluchtelingen naar het Westen kwamen, ontstonden veel nieuwe, extremistische anti-islam groepjes. Zij vonden dat ze iets moesten doen om Nederlanders en Nederlandse
tradities te verdedigen tegen gewelddadige jihadisten, en tegen wat zij zagen als de import van islamitische waarden door de overheid, bedoeld om eigen ras en cultuur te vernietigen. Rechts-extremisten zien immigratie nog steeds als een gevaar, vooral als het om moslims gaat. Maar momenteel zien ze de grootste dreiging vooral in complotten van een machtige Joodse elite die erop uit zou zijn het volk te onderdrukken. In de lezing van rechts-extremisten kunnen Joden dat doen dankzij internationale netwerken en invloedrijke posities in onder meer de financiële en culturele wereld. Het idee dat Joden een vooropgezet plan hebben om de wereld te domineren is al oud in rechts-extremistische kringen. Met name de alt-rightstroming blaast dit nu nieuw leven in. De complottheorieën van anti-overheidsextremisten over vrijheidsbeperkende maatregelen geven daaraan nog een impuls. Rechtsextremisten proberen actief te werven onder anti-overheidsactivisten, inspelend op hun onvrede. Daarbij raken rechts-extremistische ideeën vermengd met de ideeën van sommige anti-overheidsextremisten, en vervagen soms de grenzen tussen de verschillende groepen. Dat maakt het een kleine stap om coronamaatregelen uit te leggen als weer een nieuwe manier om blanke westerlingen in het nauw te brengen. Of tot nieuwbakken complottheorieën te komen. Zoals het idee dat Bill Gates, al dan niet in afstemming met een (Joodse) schaduwelite, het corona-vaccinatieprogramma gebruikt om een deel van de bevolking te chippen en controleren, of zelfs te verzwakken en doden.

Rechts-extremisten voelen de bedreiging ook op cultureel vlak: in de emancipatie van vrouwen, homo’s of transgender personen, en in de woke-beweging. Die zouden de media, het onderwijs en de cultuursector gebruiken om traditionele waarden en rollenpatronen aan te vallen.
Veel rechts-extremisten leven in de verwachting dat die culturele botsing binnen vijf tot tien jaar zal leiden tot daadwerkelijke, gewelddadige strijd in Nederland – een rassenoorlog. Ze geloven dat die ruimte geeft voor het stichten van een fascistische, witte etnostaat.
Toch waken de meeste rechts-extremistische groepen er momenteel voor dat gewelddadige wereldbeeld al te confronterend uit te dragen. Hoewel ze online expliciete haat niet schuwen, lijken ze van het verleden te hebben geleerd dat publiekelijk agressief optreden – zoals de skinheads van weleer – potentiële aanhang vaker afstoot dan aantrekt.
De meeste groepen lijken zich vooral te concentreren op het in diskrediet brengen van de huidige rechtsstaat en het domineren van het culturele debat, om zo hun aanhang te vergroten en meer geesten rijp te maken voor hun (politieke) agenda.
Een uitzondering daarop zijn terroristische spin-offs en eenlingen, voor wie chaos, geweld en het uiteenvallen van de samenleving niet snel genoeg kunnen komen. Lees meer over Rechts terrorisme op pagina 6.
Veel rechts-extremistische groepen zorgen ervoor niet opvallend af te steken ten opzichte van de rest van de bevolking door bijvoorbeeld woordkeuze of kleding. Geen legerkisten of tatoeages – de dresscode bij veel rechts-extremistische groepen is jasje-dasje.
Ook nemen veel extremisten publiekelijk afstand van geweld. Toch vinden ze geweld wel degelijk een gerechtvaardigd middel om hun agenda te realiseren. Dat bespreken ze bewust alleen in eigen (besloten) kring.

In hun uitingen liften rechts-extremisten mee op al levende onvrede. Zoals gezegd bij antioverheidsactivisten. Maar ook bij mensen die geen betaalbare woonruimte kunnen vinden. (Voor extremisten een opening om immigratie ter sprake te brengen.) Uitwassen van de woke-beweging (een actie-beweging die zich bezig houdt met maatschappelijke ongelijkheid, vooral racisme) vergroten ze uit, om te kunnen inspelen op ergernis daarover. Van verreweg de meeste rechts-extremistische groepen in Nederland valt momenteel geen terroristische aanslag te verwachten. Ze zijn echter wel degelijk een gevaar voor de democratische rechtsorde.
Door anderen hun rechten te ontzeggen, dreigen ze de rechtsorde langzaam te ondermijnen. Dat legt een basis voor de gewenste chaos, haat en geweld.
Zulke sluipende ondermijning treedt al op als meer mensen hun extremistische ideeën als normaal en feitelijk accepteren. Daartoe gebruiken extremisten soms (pseudo)wetenschappelijk jargon.
Rechts-extremisten slagen in hun opzet als het bijvoorbeeld gewoon wordt om samenleven uitsluitend te zien als voortdurend conflict, in termen van wij en zij. Als (verkapt) antisemitisme en haat tegen culturele minderheden, vrouwen, homo’s en transgender personen niet meer als zodanig worden herkend. En als veel mensen het vertrouwen zouden verliezen, dat de beste behartiger van ieders belangen uiteindelijk een gedeelde rechtsstaat is.

Rechts terrorisme
■ ‘Accelerationisme’ – een gewelddadige stroming binnen het rechts-extremisme – was in 2021 een groeiend probleem.
■ In besloten online chatgroepen verheerlijken accelerationisten terroristisch geweld. Veelal kwetsbare jongens worden daarin meegezogen, en kunnen snel radicaliseren.
■ Een aanslag van rechts terroristische eenlingen of groepjes is voorstelbaar.
Afgelopen jaar heeft de AIVD beter zicht gekregen op een nieuwe generatie jonge rechts-extremisten, die in afgesloten onlinegroepen met elkaar terroristisch geweld verheerlijken en fantaseren over het plegen van geweld. Opgeteld hebben de groepen enkele honderden aanhangers en er komen steeds nieuwe groepen bij. Net als andere rechts-extremisten verwachten ze in de toekomst een rassenoorlog, die de kans biedt een witte etnostaat te stichten.
Maar anders dan de meeste rechts-extremisten wil deze stroming die strijd zo snel mogelijk zien losbarsten. Zo nodig willen ze die zelf op gang brengen, door terroristische aanslagen te plegen en (daarmee) bevolkingsgroepen tegen elkaar op te zetten. De verwachting is dat maar een kleine minderheid zelf terroristisch
geweld wil gaan gebruiken, maar het is niet goed te voorspellen wie die stap zal maken.
Vanwege die wens om chaos en rassenoorlog te versnellen, wordt de stroming aangeduid met ‘accelerationisme’. Die term werd gemunt door de Amerikaanse nationaalsocialist James Mason, die een inspiratiebron is voor de beweging. Mason meent dat rechts-extremisten nooit via de politieke weg macht kunnen krijgen – de overheid zou hen in de weg staan. Daarom moeten zittende overheden en bestaande machtsstructuren worden weggevaagd. Alleen geweld en chaos kunnen daarvoor zorgen. Voor zover bekend zijn het voornamelijk (jonge) mannen die deelnemen aan accelerationistische groepen. De meesten zijn tussen de 13 en 30 jaar oud. Het is een generatie die is opgegroeid met het internet. Dat is waar ze naar toe gaan voor contact en om informatie te zoeken. Dat is dan ook vooral waar ze elkaar ontmoeten. Buiten het zicht van hun omgeving, wat maakt dat radicalisering lang onzichtbaar kan blijven.

Accelerationistisch gedachtegoed slaat vooral aan bij jongeren die door hun achtergrond extra vatbaar zijn voor radicalisering. Velen kampen met psychopathologische stoornissen die rechtlijnig, zwart-witdenken aantrekkelijk voor ze maken. Dat geldt in zekere mate voor extremisten van alle geledingen.

Vaak komen accelerationisten uit gebroken gezinnen, en hebben ze geen sociaal vangnet. Sommigen zijn gepest en hebben moeite op school. De rechts-extremistische nadruk op blanke superioriteit, op mannelijkheid en geweld is voor sommigen aantrekkelijke compensatie daarvoor. Een wapen hebben betekent macht – daarom zijn ze geïnteresseerd in steek- en vuurwapens en in werken bij Defensie. Ze zien dat bovendien als voorbereiding op de in hun ogen
onvermijdelijke rassenoorlog. Accelerationistische groepen rekruteren kwetsbare jongeren op een geraffineerde manier. Dat gebeurt via onlinegamingplatforms en
sociale media. Potentiële leden worden uiteindelijk gevraagd voor besloten groepen.
Groepen hebben weliswaar aanjagers (de beheerder van een chatgroep meestal) en een vorm van interne hiërarchie, maar dat betekent niet dat er echte leiding is. Het zijn meer groepen van eenlingen die elkaar inspireren. Groepen zijn flexibel. Ze kunnen oppoppen en weer verdwijnen, en terugkomen in een andere vorm op een andere plek.
Eenmaal in zo’n onlinechatgroep worden jongeren onderdeel van een wereld waarin voortdurend vijandbeelden, haat, racisme en geweld worden gedeeld. En waar zeer denigrerend over ingebeelde vijanden wordt gepraat. Leden hebben het met elkaar over het kopen van wapens, het fabriceren van bommen, en het plegen van aanslagen. Ze delen manifesten die aanslagplegers (uit andere landen) ter inspiratie hebben verspreid, en livestreams van aanslagen. Ook vereren ze aanslagplegers als heiligen. Sommige groepen hebben ideeën over een soort walhalla, dat blanke martelaars voor de goede zaak zou wachten.
Enkelingen helpen elkaar daadwerkelijk bij het voorbereiden en plegen van aanslagen. Daartoe worden wapenhandleidingen, militaire trainingsvideo’s en guerillatactieken gedeeld. Accelerationisme heeft wereldwijd geleid tot terroristisch geweld waarbij mensen zijn gedood. In Nederland nog niet.
Wel zijn er in 2021 door de AIVD zes ambtsberichten verzonden over accelerationisten, op basis waarvan het Openbaar Ministerie (OM) en de Nationale Politie konden optreden. Dat heeft geleid tot diverse aanhoudingen.
Naar aanleiding van een ambtsbericht van de AIVD zijn in december 2021 twee Nederlanders veroordeeld voor opruiing tot een terroristisch misdrijf, en voor deelname aan de rechts-extremistische en terroristische organisatie ‘The Base’.
Aanhangers van het accelerationisme stellen de samenleving voor een bijzondere uitdaging. Omdat het veelal gaat om kwetsbare eenlingen die elkaar voortdurend ophitsen, kan de stap naar geweld snel worden gezet en slecht worden opgemerkt door de omgeving. Dat vraagt alertheid en resoluut optreden.

Om waar mogelijk verdere radicalisering, uitmondend in geweld, te voorkomen, levert de dienst maatwerk. Daarbij betrekt de AIVD binnen en buiten de strafrechtketen partners in de zorg en hulpverlening. Als inlichtingen van de dienst door zulk maatwerk bijdragen aan een zorginterventie, draagt dit ook bij aan de nationale veiligheid.

Anti-overheidsextremisme
■De AIVD zag in 2021 een deel van het anti-overheidsprotest, vooral tegen coronamaatregelen, radicaliseren.
■Daardoor is gewelddadig anti-overheidsextremisme ontstaan. Een terroristische aanslag uit die hoek is inmiddels voorstelbaar.
■Een groeiende groep mensen verliest bovendien het vertrouwen in de democratische rechtsorde en keert die de rug toe.
Dat een deel van de anti-overheidsactivisten afgelopen jaar radicaliseerde, is te zien aan de onrustbarende toename van het aantal bedreigingen van onder anderen ministers, leden van de Tweede Kamer, wetenschappers, medici, politieagenten en journalisten.
Tellingen van onder meer de politie Den Haag, het OM en meldpunt Persveilig laten meer dan een verdubbeling zien van het aantal meldingen (600 van politici, 272 van journalisten). Sommige bedreigingen waren voor veel Nederlanders zichtbaar en ingrijpend, zoals die tegen premier Rutte en andere bewindspersonen die symbool stonden voor het Nederlandse coronabeleid.
Anti-overheidsextremisten zien en behandelen hen (en anderen die ze als ‘de elite’ zien) als gehate vijanden van de bevolking. In vaak zeer grove mails, tweets, filmpjes en posts kondigen ze aan geweld tegen hen te zullen gebruiken, wensen ze de ontvanger dood, of roepen ze anderen op hem of haar wat aan te doen.
Bij sommige bedreigingen werd daadwerkelijk het voornemen gezien om de dreigementen uit te voeren, en werd voorwerk daartoe gedaan. Eén anti-overheidsextremist is in 2021 bijvoorbeeld gearresteerd op verdenking van het voorbereiden van een moordaanslag op (onder meer) premier Rutte. Een ander is veroordeeld voor het dreigen met terroristisch geweld. Hij had een vuurwapen bij zich toen hij werd aangehouden. Gedurende het jaar zaten tussen de vijf en tien anti-overheidsextremisten in detentie, één van hen op de terroristenafdeling. Zij waren veroordeeld voor (ernstige) bedreiging of opruiing. Voorgaande jaren kwam dit niet of nauwelijks voor.
De AIVD waarschuwde in het jaarverslag 2020 nog voor het ontstaan van een voedingsbodem voor anti-overheidsextremisme. Het protest tegen de overheid, in het bijzonder tegen de corona-maatregelen, was toen vooral activistisch, al waren er wel al extremistische elementen. Die hebben sindsdien een vlucht genomen.
Dat anti-overheidsextremisten radicaler zijn gaan denken en handelen, komt voor een deel doordat ze daartoe worden opgezweept door aanjagers: aansprekende complotdenkers en critici van onder meer het coronabeleid van de regering, met eigen mediakanalen. Daarmee bereiken ze zeker tienduizenden mensen.
In uitzendingen, op websites en in tijdschriften schilderen ze onder meer politici en wetenschappers af als het nieuwe ‘kwaad’ (‘satanisten’ of ‘kindermisbruikers’), dat met vooropgezette plannen de bevolking kwaad doet (‘onderdrukken’ of ‘decimeren’). En ze laten het klinken alsof het begrijpelijk of zelfs goed is als mensen in reactie daarop geweld zouden gebruiken. Hetzij spontaan (‘lynchen’), hetzij georganiseerd in de vorm van ‘tribunalen’. Vaak kiezen ze hun woorden zo, dat die net niet strafbaar zijn.
De aanjagers profileren zichzelf op hun mediakanalen als experts. Vaak zijn ze welbespraakt en goed opgeleid, wat ze voor hun publiek geloofwaardig maakt. Ze hebben het niet alleen over corona, maar gebruiken allerlei nieuwsgebeurtenissen om dezelfde soort boodschappen te herhalen en hun aanhang te vergroten (zogenoemde ‘triggerevents’, bijvoorbeeld de invoering van 5G). Daartoe delen ze structureel desinformatie – verhalen die in hun wereldbeeld passen, maar waarvan ze vaak weten dat die niet kloppen.
Hun boodschappen vinden sneller weerklank bij mensen die zich onzeker voelen over hun inkomen of toekomst, en dat de overheid verwijten. En bij mensen die vinden dat de regering oneerlijk handelt. Een deel van hun aanhang werd de afgelopen jaren daadwerkelijk de dupe van het falen van de overheid, of ze zagen dat anderen daarvan het slachtoffer werden.
Ook kan de boosheid van mensen zich richten op één specifiek onderwerp, bijvoorbeeld het asiel-, klimaat- of stikstofbeleid of het niet kunnen vinden van woonruimte. Dat kan hen gevoelig maken voor ideeën van aanjagers. Net als groepen die toch al het idee hadden dat het helemaal de verkeerde kant op gaat met de samenleving. Wie dat wil, vindt makkelijk aansluiting omdat het anti-overheidsprotest geen vaststaand ideologisch programma heeft.
De verharding onder anti-overheidsextremisten lijkt te worden verergerd door (sociale) isolatie. Velen van hen brengen veel tijd online door, en komen daar door eenzijdige informatiegaring en de werking van algoritmes alleen maar extremer boodschappen tegen. Tegengeluiden horen ze ook in de fysieke wereld minder.
Discussies over onder meer het coronavirus drijven soms een wig in families en vriendengroepen. Dat kan ervoor zorgen dat mensen niet alleen het vertrouwen verliezen in instituties, maar ook in de mensen om hen heen, zodat ze vooral nog gelijkgezinden opzoeken.
De verharding komt ook door de betrokkenheid van rechts-extremistische groepen. Rechts-extremisten kapen soms het anti-overheidsprotest om hun eigen (gewelddadige) boodschap aan de man te brengen en om mensen te rekruteren. Op sommige thema’s groeien rechts-extremisten en anti-overheidsextremisten ook naar elkaar toe. Ook delen ze complotdenken. Beide kunnen opportunistisch zijn in hun samenwerking: samen hebben ze meer massa.
Al die ontwikkelingen maken anti-overheidsextremisme harder en gevaarlijker. In de eerste plaats is er het gevaar dat extreme ideeën kunnen ontaarden in geweld. Een terroristische aanslag van een anti-overheidsextremist is zo voorstelbaar. Tegelijk is er een sluipend en serieus gevaar voor de democratie: dat wantrouwen, desinformatie en polarisatie die zullen aantasten.
Dat het zo gewoon wordt om vijandig te denken over politici, wetenschappers, journalisten, politie, rechters en mensen die anders denken, dat Nederland meer verdeeld wordt en geloof in de democratische rechtsorde afbrokkelt.
Het aanpakken van zulke ondemocratische doelen, of gebruik van ondemocratische middelen, is lastig maar noodzakelijk. Het extremisme moet daarbij worden onderscheiden van volstrekt legitiem protest. En mensen die de overheid niet vertrouwen, zullen meer optreden van het openbaar gezag juist zien als een bevestiging van hun ideeën.

Sommige anti-overheidsextremisten en -activisten trekken zich ondertussen meer en meer terug in een eigen parallelle samenleving. Enkele extremisten organiseren eigen ‘politie’ of zogenaamde ‘defendgroepen’, die het geweldsmonopolie van de staat niet erkennen en uitdagen – zelf zeggen ze demonstranten te moeten beschermen tegen de vermeende gewelddadigheid van de politie.
Er zijn activisten die alleen nog eigen media volgen, en overgaan tot thuisonderwijs en het van school halen of houden van hun kinderen. Honderden mensen lieten zich uitschrijven uit het kiesregister, omdat ze geen vertrouwen meer hebben in eerlijk bestuur. Zo wenden ze zich geleidelijk, maar steeds meer, af van de rest van de maatschappij.

Organisaties: