Het College voor de Rechten van de Mens doet uitspraak over een klacht van een man met een Soedanese achtergrond die bij een winkel in Amsterdam had gesolliciteerd. Hij had een formulier ingevuld waarop hij zijn nationaliteit en geboorteplaats moest invullen, maar deze etnische gegevens zijn niet relevant voor de functie. Op 10 november 2015 werd hij zonder opgaaf van redenen afgewezen. Ook op zijn discriminatieklacht krijgt hij geen antwoord. Het College stelt dat er sprake is van het maken van verboden onderscheid op grond van ras. De discriminatieklacht is onzorgvuldig behandeld. Door het stellen van vragen over de nationaliteit en vervolgens geen uitleg te geven over de afwijzingsgronden bestaat er een vermoeden van discriminatie. De winkel geeft onvoldoende bewijs om aan te tonen dat de man om andere redenen afgewezen is.
Terug naar het overzicht