Op 25 en 26 april doet het College voor de Rechten van de Mens twee uitspraken in een discriminatieklacht van een moslima die in april 2012 in Rotterdam werkte. Ze was als losse kracht ingehuurd op een promotiedag en kreeg te horen dat men bezwaar had tegen haar hoofddoek. Daarna werd ze nooit meer ingehuurd. Een bedrijf uit Rotterdam is volgens het College hierdoor schuldig aan discriminatie. Een bedrijf uit Sneek niet, maar die behandelde haar klacht wel onzorgvuldig, waardoor ze op dat vlak toch verboden onderscheid maakt op grond van godsdienst.
Terug naar het overzicht