Het College voor de Rechten van de Mens doet uitspraak in een zaak van een moslima uit Den Haag die in juli 2012 een sollicitatiegesprek had bij een supermarktketen. Ze zegt dat haar een functie geweigerd werd als kassamedewerkster omdat ze een hoofddoek draagt. De teamleidster van de supermarkt ontkent deze lezing. Het college ziet onvoldoende bewijs en kan dus geen verboden onderscheid op basis van godsdienst aantonen.
Terug naar het overzicht