Het College voor de Rechten van de Mens buigt zich over een klacht over een docente Humanistische Vormingsonderwijs die eind september 2014 over de islam discussieerde in een les op een school in Hengelo. Islamitische kinderen voelden zich aangevallen en moesten zich voor hun geloof verdedigen. Ze voelden zich gediscrimineerd door de docente en de directeur gaf haar al een reprimande. Ook kreeg de docente een verbod om over de islam te praten met de kinderen. De directeur stelde toen dat de docent geen opzettelijke racistische bedoelingen had en hij ziet haar handelen niet als discriminatie op grond van godsdienst. Ook het College ziet geen bewijs voor discriminatie. De docent ontkent bepaalde negatieve opmerkingen over de islam en de ouders kunnen niet aantonen dat ze die gemaakt heeft. In deze zaak wordt ook een onderwijsstichting uit Utrecht vrijgesproken.
Terug naar het overzicht