
AIVD jaarverslag 2022
Beschrijving:
Over extreemrechts:
1.1 Rechtsterrorisme
• De AIVD heeft in 2022 een aantal keren een mogelijke rechtsterroristische dreiging (helpen) voorkomen.
• De grootste rechtsterroristische dreiging gaat uit van een nieuwe generatie rechtsextremisten, die vooral online met elkaar in contact staat.
• Binnen de hedendaagse rechts-extremistische bewegingen staat antisemitisme centraal.
• De grootste rechtsterroristische dreiging gaat uit van een nieuwe generatie rechtsextremisten, die vooral online met elkaar in contact staat.
• Binnen de hedendaagse rechts-extremistische bewegingen staat antisemitisme centraal.
De dreiging van rechts-terrorisme in Nederland is in 2022 niet verminderd. In de loop van het jaar heeft de AIVD een aantal keer een mogelijke rechts-terroristische dreiging voorkomen door die actief te verstoren. Ook bracht de dienst over het onderwerp vijf ambtsberichten uit aan het Openbaar Ministerie.
De politie arresteerde (onder andere daarop) een aantal mensen op verdenking van activiteiten die aan rechts-terrorisme zijn gelinkt. Bovendien heeft de AIVD meerdere keren collega-diensten in het buitenland op de hoogte gebracht van (mogelijke) dreigingen, zodat zij actie konden ondernemen.
Ontwikkelingen in het buitenland versterken het dreigingsbeeld. Rechts-terroristen pleegden aanslagen in Slowakije (Bratislava) en de VS (Buffalo). En in België en Duitsland arresteerde de politie meerdere rechts-extremisten die een wapenarsenaal hadden aangelegd.
De groep waarvan de grootste rechts-terroristische geweldsdreiging uitgaat is een relatief nieuwe generatie rechts-extremisten, bestaand uit (jonge) mannen, die internationaal online met elkaar in contact staan, in wisselende chatgroepen, kanalen en platforms. Daar praten ze terroristisch geweld goed en verheerlijken dat. De grootste en de meest dominante inspiratiebron voor rechts-terroristisch geweld is het ‘accelerationisme’. Zo genoemd omdat aanhangers een in hun ogen aanstaande rassenstrijd sneller op gang willen brengen. Geweld is daarvoor in hun ogen een goed middel. Van die rassenstrijd verwachten ze een maatschappelijke omwenteling in hun voordeel.
Hoewel de Nederlandse beweging steeds van samenstelling verandert – er komen online profielen bij, en online profielen verdwijnen weer – lijkt de omvang nog steeds uit enkele honderden aanhangers te bestaan. Vergelijkbaar met vorig jaar. Het is lastig te voorspellen welke aanhangers daadwerkelijk terroristisch geweld (willen) gaan gebruiken.
Binnen het hedendaagse rechts-extremisme staat vooral antisemitisme centraal. Rechts-extremisten grijpen soms maatschappelijke veranderingen aan om hun ideologie verder uit te dragen. Zo framen ze demografische veranderingen als een complot van ‘de joodse elite’ om bewust het witte ras te verzwakken.
Hun omvolkingscomplottheorie stelt dat die zogenaamde elite daaraan zou werken door middel van ‘omvolking’, vermenging of vervanging van ‘het witte ras’. Hét instrument daarvoor zou het stimuleren zijn van massa-immigratie, vooral uit islamitische en Afrikaanse landen. Immigranten die in hun ogen gemiddeld meer kinderen zouden krijgen, en een lager IQ zouden hebben. Als dat de witte bevolking voldoende verzwakt of verdund zou hebben, zou ‘de joodse elite’ die vervolgens makkelijker onder de duim kunnen krijgen. Sommige rechts-extremistische groepen verwijten linkse partijen, feministen en de LHBTIQ+-gemeenschap dat zij aan die gepercipieerde ontwikkeling bijdragen – de laatste twee, omdat ze voor minder ‘blank nageslacht’ zouden zorgen.
Onlosmakelijk verbonden aan de dreiging die in 2022 uitging van het accelerationisme in het bijzonder en van de rechts-extremistische beweging in het algemeen, is dat het gedachtegoed vooral online wordt gedeeld, gepropageerd en besproken. Kenmerkend daaraan is in de eerste plaats dat soms moeilijk onderscheid valt te maken tussen de verschillende groepen, groepjes en eenlingen die door elkaar bewegen. Dezelfde profielen kunnen actief zijn in accelerationistische chatgroepen, neonazistische kanalen, in groepen die zich als alt-right identificeren (een verzamelnaam, vanaf 2016 uit de VS overgewaaid, voor een nieuwe generatie witte nationalisten die ‘het blanke ras zuiver willen houden’ – het is geen coherente groep met eensluidende ideeën), en etnonationalistische groepen (groepen die het witte ras de basis vinden voor de nationale identiteit van een land en niet bijvoorbeeld gedeelde waarden of cultuur).
In kanalen die geen terroristische aanslagen lijken voor te staan, kan toch sympathie worden uitgesproken voor de daders, en kan haat en geweld worden genormaliseerd. Hoewel slechts een kleine groep rechts-extremisten voor terroristisch geweld lijkt te zijn, is online het onderscheid tussen voorstanders en tegenstanders van geweld niet altijd duidelijk. In het rechts-extremistische online milieu is de cultuur zo fundamenteel tegendraads, en zijn provocatie en morbide humor zo gewoon, dat het niet vanzelf spreekt wie aanhanger, sympathisant of trol is.
Een tweede kenmerk van het online landschap is hoe boodschappen er worden verpakt en verspreid. Zelden op een manier die voor de argeloze (jonge) kijker of volger herkenbaar rechts-extremistisch is. Maar vaak verpakt als ‘humor’ in plaatjes en memes, die haatdragend zijn tegen één groep in het bijzonder. Bijvoorbeeld LHBTIQ+, feministen, linkse activisten, niet-westerse immigranten, moslims, joden of politici. Zulke plaatjes en memes worden verspreid buiten de eigen kanalen, onder meer in online games, en zijn vaak gericht op jongeren en op een breder publiek. De AIVD ziet de tendens dat gewelddadige propaganda soms al voor volgers zorgt om het geweld alleen. Sommige jonge kijkers zijn vooral gefascineerd door het gebruik van wapens en geweld. De rechts-extremistische ideologie en de haat jegens andere bevolkingsgroepen gaat in een aantal gevallen pas later een rol spelen in het radicaliseringsproces. Jonge mannen, die internationaal met elkaar in contact staan, praten terroristisch geweld goed en verheerlijken dat.
De politie arresteerde (onder andere daarop) een aantal mensen op verdenking van activiteiten die aan rechts-terrorisme zijn gelinkt. Bovendien heeft de AIVD meerdere keren collega-diensten in het buitenland op de hoogte gebracht van (mogelijke) dreigingen, zodat zij actie konden ondernemen.
Ontwikkelingen in het buitenland versterken het dreigingsbeeld. Rechts-terroristen pleegden aanslagen in Slowakije (Bratislava) en de VS (Buffalo). En in België en Duitsland arresteerde de politie meerdere rechts-extremisten die een wapenarsenaal hadden aangelegd.
De groep waarvan de grootste rechts-terroristische geweldsdreiging uitgaat is een relatief nieuwe generatie rechts-extremisten, bestaand uit (jonge) mannen, die internationaal online met elkaar in contact staan, in wisselende chatgroepen, kanalen en platforms. Daar praten ze terroristisch geweld goed en verheerlijken dat. De grootste en de meest dominante inspiratiebron voor rechts-terroristisch geweld is het ‘accelerationisme’. Zo genoemd omdat aanhangers een in hun ogen aanstaande rassenstrijd sneller op gang willen brengen. Geweld is daarvoor in hun ogen een goed middel. Van die rassenstrijd verwachten ze een maatschappelijke omwenteling in hun voordeel.
Hoewel de Nederlandse beweging steeds van samenstelling verandert – er komen online profielen bij, en online profielen verdwijnen weer – lijkt de omvang nog steeds uit enkele honderden aanhangers te bestaan. Vergelijkbaar met vorig jaar. Het is lastig te voorspellen welke aanhangers daadwerkelijk terroristisch geweld (willen) gaan gebruiken.
Binnen het hedendaagse rechts-extremisme staat vooral antisemitisme centraal. Rechts-extremisten grijpen soms maatschappelijke veranderingen aan om hun ideologie verder uit te dragen. Zo framen ze demografische veranderingen als een complot van ‘de joodse elite’ om bewust het witte ras te verzwakken.
Hun omvolkingscomplottheorie stelt dat die zogenaamde elite daaraan zou werken door middel van ‘omvolking’, vermenging of vervanging van ‘het witte ras’. Hét instrument daarvoor zou het stimuleren zijn van massa-immigratie, vooral uit islamitische en Afrikaanse landen. Immigranten die in hun ogen gemiddeld meer kinderen zouden krijgen, en een lager IQ zouden hebben. Als dat de witte bevolking voldoende verzwakt of verdund zou hebben, zou ‘de joodse elite’ die vervolgens makkelijker onder de duim kunnen krijgen. Sommige rechts-extremistische groepen verwijten linkse partijen, feministen en de LHBTIQ+-gemeenschap dat zij aan die gepercipieerde ontwikkeling bijdragen – de laatste twee, omdat ze voor minder ‘blank nageslacht’ zouden zorgen.
Onlosmakelijk verbonden aan de dreiging die in 2022 uitging van het accelerationisme in het bijzonder en van de rechts-extremistische beweging in het algemeen, is dat het gedachtegoed vooral online wordt gedeeld, gepropageerd en besproken. Kenmerkend daaraan is in de eerste plaats dat soms moeilijk onderscheid valt te maken tussen de verschillende groepen, groepjes en eenlingen die door elkaar bewegen. Dezelfde profielen kunnen actief zijn in accelerationistische chatgroepen, neonazistische kanalen, in groepen die zich als alt-right identificeren (een verzamelnaam, vanaf 2016 uit de VS overgewaaid, voor een nieuwe generatie witte nationalisten die ‘het blanke ras zuiver willen houden’ – het is geen coherente groep met eensluidende ideeën), en etnonationalistische groepen (groepen die het witte ras de basis vinden voor de nationale identiteit van een land en niet bijvoorbeeld gedeelde waarden of cultuur).
In kanalen die geen terroristische aanslagen lijken voor te staan, kan toch sympathie worden uitgesproken voor de daders, en kan haat en geweld worden genormaliseerd. Hoewel slechts een kleine groep rechts-extremisten voor terroristisch geweld lijkt te zijn, is online het onderscheid tussen voorstanders en tegenstanders van geweld niet altijd duidelijk. In het rechts-extremistische online milieu is de cultuur zo fundamenteel tegendraads, en zijn provocatie en morbide humor zo gewoon, dat het niet vanzelf spreekt wie aanhanger, sympathisant of trol is.
Een tweede kenmerk van het online landschap is hoe boodschappen er worden verpakt en verspreid. Zelden op een manier die voor de argeloze (jonge) kijker of volger herkenbaar rechts-extremistisch is. Maar vaak verpakt als ‘humor’ in plaatjes en memes, die haatdragend zijn tegen één groep in het bijzonder. Bijvoorbeeld LHBTIQ+, feministen, linkse activisten, niet-westerse immigranten, moslims, joden of politici. Zulke plaatjes en memes worden verspreid buiten de eigen kanalen, onder meer in online games, en zijn vaak gericht op jongeren en op een breder publiek. De AIVD ziet de tendens dat gewelddadige propaganda soms al voor volgers zorgt om het geweld alleen. Sommige jonge kijkers zijn vooral gefascineerd door het gebruik van wapens en geweld. De rechts-extremistische ideologie en de haat jegens andere bevolkingsgroepen gaat in een aantal gevallen pas later een rol spelen in het radicaliseringsproces. Jonge mannen, die internationaal met elkaar in contact staan, praten terroristisch geweld goed en verheerlijken dat.
1.2 Rechts-extremisme
• Niet-gewelddadige rechts-extremistische groepen kunnen de democratische rechtsorde van Nederland in gevaar brengen.
• Hun gedachtegoed kan leiden tot radicalisering en staat haaks op de manier waarop Nederland is ingericht.
• Extremistische aanjagers proberen volop mee te liften op maatschappelijke discussies.
• Niet-gewelddadige rechts-extremistische groepen kunnen de democratische rechtsorde van Nederland in gevaar brengen.
• Hun gedachtegoed kan leiden tot radicalisering en staat haaks op de manier waarop Nederland is ingericht.
• Extremistische aanjagers proberen volop mee te liften op maatschappelijke discussies.
Om de democratische rechtsorde te beschermen, onderzoekt de AIVD ook rechts-extremistische groepen die geen terroristische aanslagen voorstaan. Omdat hun gedachtegoed haaks staat op de ideeën die het fundament zijn van de democratische rechtsorde. Als hun beweging substantieel zou worden in omvang of invloed kan dat op termijn het voortbestaan van de democratische rechtsorde in Nederland in gevaar brengen.
Ook kunnen niet-gewelddadige extremistische groepen een voedingsbodem leggen voor radicalisering, door hoe ze aanhangers sociaal en ideologisch vormen.
Individuele aanhangers kunnen uiteindelijk de boodschap van terroristischgeoriënteerde bewegingen omarmen.
Ook kunnen niet-gewelddadige extremistische groepen een voedingsbodem leggen voor radicalisering, door hoe ze aanhangers sociaal en ideologisch vormen.
Individuele aanhangers kunnen uiteindelijk de boodschap van terroristischgeoriënteerde bewegingen omarmen.
De rechts-extremistische beweging in Nederland is divers, en bestaat uit een kleine groep neonazi’s, groepen die vooral anti-islam zijn, zogeheten identitaire groepen (die zeggen te streven naar ‘het behoud van de nationale identiteit’ van ieder land, binnen duidelijke nationale grenzen) en volks- en etnonationalisten.
Wat de groepen ondanks hun verschillen delen, is de omvolkingscomplottheorie. Er zijn dan ook (jongere) aanjagers die hopen dat ze rond dat idee in Europa meer samenwerking op gang kunnen brengen tussen de verschillende rechts-extremistische stromingen, en dat ze zo een grote (internationale) beweging kunnen bouwen.
Technische mogelijkheden en de gedeelde taal en cultuur online maken dat makkelijker dan in het verleden. Toch lukt het vormen van een grote beweging tot nu toe niet zo. Culturele en ideologische verschillen staan dat in de weg.
De grootste dreiging die van niet-gewelddadige rechts-extremistische groepen uitgaat, is dat ze weten te bereiken dat hun extreme ideeën, complotdenken en (verkapt) antisemitisme door veel mensen worden geaccepteerd. Rechts-extremistische aanjagers proberen dan ook volop mee te liften op maatschappelijke onderwerpen. Ze gebruiken bijvoorbeeld de politieke discussie over hoeveel migratie wenselijk is, om (online) elementen van de omvolkingscomplottheorie te
propageren.
Wat de groepen ondanks hun verschillen delen, is de omvolkingscomplottheorie. Er zijn dan ook (jongere) aanjagers die hopen dat ze rond dat idee in Europa meer samenwerking op gang kunnen brengen tussen de verschillende rechts-extremistische stromingen, en dat ze zo een grote (internationale) beweging kunnen bouwen.
Technische mogelijkheden en de gedeelde taal en cultuur online maken dat makkelijker dan in het verleden. Toch lukt het vormen van een grote beweging tot nu toe niet zo. Culturele en ideologische verschillen staan dat in de weg.
De grootste dreiging die van niet-gewelddadige rechts-extremistische groepen uitgaat, is dat ze weten te bereiken dat hun extreme ideeën, complotdenken en (verkapt) antisemitisme door veel mensen worden geaccepteerd. Rechts-extremistische aanjagers proberen dan ook volop mee te liften op maatschappelijke onderwerpen. Ze gebruiken bijvoorbeeld de politieke discussie over hoeveel migratie wenselijk is, om (online) elementen van de omvolkingscomplottheorie te
propageren.