Home » Organisaties » Voorpost » Voorpost Nederland

Voorpost Nederland

De Heelnederlandse actiegroep Voorpost viert dit jaar haar eenendertigste verjaardag. In 1976 werd Voorpost opgericht in Vlaanderen. Het was een product van een onrustige periode binnen de Vlaams-nationalistische beweging. Gematigden en radicalen vlogen elkaar in die periode stevig in de haren. Dat leverde een aantal nieuwe extreemrechtse organisaties op, waaronder een nieuw partijtje, het Vlaams Blok, en een nieuwe actiegroep, Voorpost.

Voorpost pamflet uit 2006

Voorpost was vanaf het begin behalve Vlaams-nationalistisch ook uitdrukkelijk Heel-Nederlands. Dat wil zeggen dat de organisatie zich hard maakte voor het samenvoegen van alle Nederlandse taalgebieden (Nederland, Vlaanderen en Frans-Vlaanderen). Verder werd nadrukkelijk solidariteit betuigd met het blanke minderheidsregime in Zuid-Afrika. Het Heel-Nederlandse karakter werd ingevuld met een Nederlandse afdeling, opgericht op 1 januari 1978. Sindsdien is de Nederlandse afdeling altijd blijven bestaan, al was dat met tijd en wijlen vooral op papier. Er zijn in die dertig jaar eigenlijk drie periodes te onderscheiden met elk een eigen karakter: 1978-1996, 1996-2004 en 2004-nu.

1978-1996: Vlaamse inspiratie

De eerste periode had de Brabander en oprichter van Voorpost-Nederland Frie Verbrugge (1945) de touwtjes grotendeels in handen. Samen met zijn medebestuursleden Stan de Beukelaar (1917, een handelaar in nazi-propaganda) en NVU-lid Frans Voermans (1932) bouwde hij Voorpost de eerste jaren op. In deze periode heeft Voorpost zich laten leiden door de grote broer uit Vlaanderen. De Vlaamse inspiratie kreeg op drie verschillende manieren vorm: Door gezamenlijke thematiek, Vlaamse ontwikkelingshulp en kopieergedrag van de Nederlandse tak.

Frie Verbrugge op de IJzerwake in 2006

De gezamenlijke thematiek was primair natuurlijk de ‘Dietse gedachte’, het streven naar ‘Heel-Nederland’. Maar ook andere thema’s werden in de loop der jaren door beide Voorposten opgevoerd: strijd tegen immigranten en linkse politiek, de steun aan gelijkgezinden in het buitenland (vooral het blanke regime in Zuid-Afrika) en eerherstel voor oorlogsmisdadigers uit de Tweede Wereldoorlog.
Er werd geprobeerd in Nederland, in navolging van hun Vlaamse collega’s, een serieuze actiegroep uit de grond te stampen. Dat bleek door gebrek aan aanhang echter niet mogelijk zonder Vlaamse ‘ontwikkelingshulp’. Wanneer Voorpost iets organiseerde in Nederland lukte dat alleen als er een blik Vlamingen werd opengetrokken. Dat leverde bizarre situaties op, waarbij bijvoorbeeld een bezetting in Amsterdam van Voorpost werd uitgevoerd door een groep van Vlamingen en één Nederlander.
Het kopieergedrag van de Nederlandse tak lag niet alleen in de thematiek, maar ook in de vorm, zo gingen beide Voorpostafdelingen begin jaren negentig over tot het ronselen van vrijwilligers voor een fascistische Kroatische militie in de Joegoslavische oorlog. De Nederlanders gingen ook, geïnspireerd door de Vlaamse IJzerbedevaart, ook op zoek naar een Nederlandse nationalistische viering. Er werd een aantal jaren tevergeefs geprobeerd om met een grote groep deel te nemen aan de Fries-nationalistische Warnsherdenking. Voorpost werd daar echter door de organisatie en antifascisten geweerd.

Terwijl Voorpost in Vlaanderen zich voorspoedig ontwikkelde met een groot aantal leden, spraakmakende acties en nauwe banden met het groeiende Vlaams Blok, bleef de Nederlandse tak daar bij achter. Dat lag deels aan de in Nederland impopulaire extreemrechtse thema’s, maar ook aan de tegenwerking die Voorpost ondervond. De organisatie vond niet alleen regelmatig antifascisten op haar weg, maar dreigde ook al snel in de belangstelling van justitie te komen. Dat gold althans voor bestuurslid Stan de Beukelaar, die in 1982 vervolgd werd voor de verspreiding van antisemitisch materiaal. Voorpost probeerde dit gevaar af te wenden door het bestuur (inclusief De Beukelaar) te vervangen. Na een korte periode met een ander Nederlands bestuur, werd het Nederlandse bestuur formeel overgenomen door Vlaamse Voorposters. Op de achtergrond bleef Frie Verbrugge echter feitelijk Voorpost-voorzitter, deels onder zijn pseudoniem “Toon Vrijman”.
Door de toenemende druk zag Voorpost in Nederland zich steeds meer genoodzaakt om zich terug te trekken. Voorpost-Nederland ging zich in die periode steeds meer op Vlaanderen oriënteren. Steeds vaker werden bijeenkomsten in Vlaanderen bezocht, als alternatief voor Nederlandse activiteiten. De enige twee projecten van enige omvang die Voorpost begin jaren negentig nog van de grond probeert te krijgen, zijn de eerder genoemde ronselpraktijken voor Kroatië en het bezoeken van de Warns-herdenking.

1996-2004 Nieuwe rechtse impulsen

In 1996 kreeg Voorpost in Nederland een flinke impuls. Reden was de ondergang van de CP’86. Na een periode van interne twisten en scheuringen stapte een deel van het CP’86-kader uit de partij en nam Voorpost in Nederland over. Marcel Rüter werd voorzitter en Tim Mudde actieleider. Het gedonder in de CP’86 en het gebrek aan succes, had deze groep tot de overtuiging gebracht dat in Nederland geen ruimte bestond voor een succesvolle extreemrechtse partij. Om wel tot een succes te komen moesten er twee paden bewandeld worden. Enerzijds moest de eigen achterban onderwezen worden, met domme skinheads zou het immers nooit wat worden. Anderzijds moest er met spraakmakende acties media-aandacht worden gegenereerd en nieuwe aanhang verkregen worden.

 

Marcel Rüter
Marcel Rüter

 

Marcel Rüter nam het onderwijs op zich. Hij begon een programma om de Voorpost-aanhang wegwijs te maken in het nieuwrechtse gedachtegoed. Dat betekende een grote verandering voor Voorpost. De klassieke thema’s voor Voorpost (en extreemrechts) werden in de ijskast gelegd en vervangen door thema’s die Voorpost toegankelijker moesten maken: Globalisering (tegen Amerikaanse invloed op Nederland), dierenleed en milieu verrasten vriend en vijand.
Tegelijkertijd probeerde Mudde weer een Voorpost-actiepoot uit de grond te stampen. Hij organiseerde rond de nieuwe thematiek acties: folderacties tegen ritueel slachten, tegen de veramerikanisering van Nederland en tegen de Europese Unie.
Ondanks deze frisse wind blijft het sappelen met Voorpost. Een echte doorbraak komt er niet en interne spanningen zorgen voor het vertrek van Mudde in 1999. In de periode daarna moddert Voorpost nog enige tijd door, maar zakt uiteindelijk weer helemaal in.

2004-2007 De jeugd wil actie
Het is wachten tot weer een nieuwe impuls, die in 2004 komt met het aantreden van Paul Peters als actieleider. Omstreeks diezelfde tijd maakt Marcel Rüter plaats voor Robert Schaap als voorzitter. Zowel Schaap als Peters lopen dan al jaren mee binnen extreemrechts in Nederland. Na de nieuwrechtse periode van Rüter, veranderen zij Voorpost in een actieorganisatie die zich primair richt op het inbedden van nieuwe jonge rechts-extremisten. Paul Peters had al eerder geprobeerd om de openliggende ‘markt’ van extreemrechtse gabbers tot de zijne te maken via de actiegroep Stormfront Nederland en de NNJ (jongerenorganisatie van de NNP). Dat was echter mislukt en bij beide organisaties stapte Peters met slaande deuren op. De derde poging, via Voorpost, lijkt echter meer vruchten af te werpen.

 

Robert Schaap

 Peters en Schaap zetten diverse kringen op en gaan actief op zoek naar groepen extreemrechtse jongen. Zij doen dit op drie manieren die klaarblijkelijk goed aansluiten bij de jongeren waar ze naar op zoek zijn. Ten eerste zoeken ze de jongeren op via allerlei communicatiemiddelen op internet. Van populaire jongerensites als Partyflock tot extreemrechtse fora als Stormfront en Holland Hardcore probeert Voorpost Nederland jongeren te interesseren voor hun boodschap en organisatie. Ten tweede is Voorpost erg actief bij het aflopen en organiseren van borrels voor rechts-extremisten. Dit verschijnsel, waarbij extreemrechtse activisten een kroegontmoeting ergens in het land organiseren om de eigen achterban en potentieel nieuwe leden te ontmoeten, heeft de laatste jaren een flinke vlucht genomen. Met name Paul Peters is een trouw bezoeker van dergelijke borrels. Ten derde organiseert Voorpost acties om de achterban een invulling te bieden voor hun ideeën. En dan niet meer van die ‘moeilijke’ thema’s als onder Tim Mudde, maar eenvoudig: tegen moskeeën, asielzoekers en antifascisten.

Feest op bevrijdingsdag, Zoetermeer

In 2005 lijkt Peters op deze manier een vette vis binnen te halen. Via zijn broertje Danny Peters en Voorpost-activist Sjors Remmerswaal komt hij in contact met een groep jonge rechtsextremisten in Zoetermeer. Deze groep heeft dan al een stevige naam gevestigd in Zoetermeer door extreemrechtse propaganda-acties, relletjes en mishandelingen. Voorpost lijkt de groep met succes binnen te halen, onder andere door het houden van borrels. Peters bemoeit zich vervolgens persoonlijk (maar onder een valse naam) met gesprekken met de gemeente om een zaal te krijgen voor een feest op bevrijdingsdag. Hij slaagt in zijn opzet en de groep kan in een gemeentelijk gebouwtje, aangekleed met Voorpost-posters een feestje vieren. Het feest heeft echter een openlijk nazistisch karakter, net als de zojuist geworven groep. De groep vervreemdt zich snel van Voorpost en radicaliseert verder tot het huidige openlijk nazistische en gewelddadige Jeugd Storm Nederland (JSN).
Naast deze mislukte wervingspoging weet Voorpost her en der nog groepen jongeren te werven. Een andere groep die binnen wordt gehaald is een groep extreemrechtse jongeren in Almere. Ook hier gaat het om een groep voormalige Lonsdalejongeren, die via internet en zelforganisatie uiteindelijk bij Voorpost terecht kwamen. Deze groep vormt vanaf 2006 Voorpost-Flevoland. Maar ook hier gaat iets goed mis: de groep blijkt naast de activiteiten voor Voorpost ook verantwoordelijk te zijn voor een reeks brandstichtingen in Almere en omgeving (zie onderaan dit artikel ‘Voorpost zet Almere in vuur en vlam’). In augustus 2007 staan elf betrokkenen voor de rechter. Voorpost-Nederland belooft ze bij een veroordeling te royeren en ontkent bovendien dat er meer dan twee personen van deze groep lid zijn geweest.

Paul Peters (midden, zittend) wordt op 3 februari 2007 met een Blood & Honour knokploeg opgepakt bij een vergadering van de extreemrechtse NVB in Uitgeest. Kort ervoor viel de knokploeg (zonder Peters) een antifascistische demonstratie aan.

Dit alles leidt tot een interessante vraag: Hoe komt het dat er in twee jaar tijd, twee aan Voorpost gelieerde groepen zich dusdanig radicaal en gewelddadig ontwikkelen. Het antwoord lijkt voor de hand te liggen: Voorpost zou voor de bühne een nette organisatie zijn, maar op de achtergrond de jongeren aanzetten tot gewelddadige acties. Dat zou op zich in het straatje van Paul Peters passen. Die is immers, goed gekleed en dito gebekt, het prototype van een nette rechts-extremist. Tegelijkertijd laat zijn verleden (veroordeeld wegens bekladden Joodse begraafplaats) en zijn heden (regelmatige oproepen tot solidariteit met gevangen geweldplegers) een ander beeld zien.
Aan de andere kant lijkt dit antwoord te eenvoudig. Het lijkt erop dat Peters en Schaap misschien wel begrip hebben voor gewelddadige acties, maar dat ze tegelijkertijd de Voorpost-achterban proberen bij te brengen dat het op termijn alleen maar narigheid oplevert.
Maar als dat waar is, waarom dan toch de ontsporing van twee Voorpost-groepen? De meest waarschijnlijke optie is dat Voorpost, door enthousiast dit soort groepen binnen te halen, het onheil over zichzelf afroept. De jeugdige leeftijd, gecombineerd met radicaal gedachtegoed en ontsporende geweldsdiscussies op internet zorgen dat dergelijke groepen zich gemakkelijk op een gewelddadig pad begeven. Doordat Schaap en Peters deze groepen vervolgens faciliteren met ideologische bagage, periodieke ontmoetingen en een landelijk netwerk van rechts-extremisten (waaronder veel (ex)geweldplegers) lijkt de stap naar geweld eerder dichterbij te komen dan af te nemen. Of Peters en Schaap vervolgens zelf het laatste zetje geven is dan al snel een irrelevante vraag.

Voorpost zet Almere in vuur en vlam

Eind augustus diende er een opvallende strafzaak in Nederland. Een groep van elf rechts-extremistische jongeren moest zich verantwoorden voor een reeks aanslagen in Almere. Er was geprobeerd brand te stichten in een synagoge, een islamitische slagerij, een islamitische school en een kraakpand in Amsterdam. Verder had de groep een kraakpand in Almere bestormd en in brand gestoken.

Na deze laatste actie werd een van de jongeren, Nick Schilder, op de vlucht gearresteerd door de politie. Door een tap op zijn telefoon te zetten en door zijn verklaringen, wist de politie in korte tijd de hele groep te arresteren. In de loop van het onderzoek werden ook de overige zaken opgelost. Alle verdachten legden een bekentenis af. Het dossier is daarmee rond, er kan nog wat worden gesteggeld over details in de rechtszaal, maar bewezenverklaring en stevige straffen liggen in de lijn der verwachting. Interessant is het echter om te proberen de groep in een iets breder context te plaatsen.

Het gaat hier om een groep jongeren die voor een deel afkomstig zijn uit extreemrechtse gabberkringen. Ze leerden elkaar via jongerencircuits (feesten, uitgaan, school, gezamenlijke vrienden) kennen en deelden een rudimentaire extreemrechtse ideologie. Ze werden actief op diverse internetfora, waaronder het Stormfrontforum. In 2005 noemde de groep zich ‘Wakker Almere’ en kwam ook een leidersfiguur bovendrijven: EdK. In februari 2006 duikt EdK op bij een demonstratie in Amsterdam, waartoe op Stormfront is opgeroepen. Hij raakt daarna in contact met de Utrechtse groep rechts-extremisten van ‘Platform de Krijger’ (PdK). De Almeerse groep besluit zich aan te sluiten en verder te gaan als de afdeling Almere van PdK.
De nieuwe afdeling organiseert een paar borrels en een barbecue. Verder wordt een actie tegen posters van allochtone feesten georganiseerd. In oktober 2006 stapt de groep over van Platform de Krijger naar Voorpost. Uiterlijk lijkt er niks te veranderen: er worden vooral borrels georganiseerd, alleen zijn vanaf dit moment ook landelijke Voorpost-leiders Paul Peters en Robert Schaap regelmatig aanwezig.

Op de achtergrond verandert er echter wel wat. In dezelfde maand waarin de groep lid wordt van Voorpost begint een viertal kernleden (EdK, Anton Mostert (1986), Nick Schilder (1987) en MR) samen met een Almeerse neonazi een reeks brandstichtingen. De eerste keer wil de groep een moskee in brand steken. Wanneer de ramen echter te goed beschermd blijken tegen aanslagen besluiten ze uit te wijken naar een synagoge. Een steen gaat door een ruit, gevolgd door twee brandbommen. Uiteindelijk dooft het vuur voordat er echt brand uitbreekt. Een week later wordt dit recept herhaald bij een islamitische basisschool. Ook hier komt het uiteindelijk niet tot een echte brand. Weer een week later gaat dezelfde groep naar een kraakpand in Amsterdam-Noord. Ze zien dat er mensen binnen zijn, maar gooien toch een ruit in en twee brandbommen naar binnen. Ook hier komt het gelukkig niet tot een echte brand, die fatale gevolgen had kunnen hebben. Vlak voor kerstmis gaan dezelfde vijf weer op pad. Ze proberen de ruit van een Islamitische slagerij in Almere met een bijl in te slaan. Dat mislukt en ook dit keer gaan de brandbommen voortijdig uit. Na deze aanslag blijft het even rustig, tot een groep linkse jongeren een pand kraakt in Almere. EdK. hoeft niet lang na te denken over een reactie. Hij mobiliseert zijn achterban van Voorpost-Flevoland. De groep verzamelt en gaat gewapend met knuppels, ploertendoders, een gaspistool en twee brandbommen naar het pand. Ze vallen binnen, jagen de krakers naar buiten en één lid van de groep gooit een brandbom. Het lijkt waarschijnlijk dat het grootste deel van de andere Voorposters in dit geval niet op de hoogte was van de plannen tot brandstichting. Dit keer werkt de brandbom in ieder geval wel: het hele gebouw brandde tot de grond toe af.

Bijeenkomst in Utrecht van het Stormfrontforum op 5 november 2005 Links met zwarte jas: Anton Mostert. Helemaal rechts: Robin Barendse

Na hun arrestatie wordt er door alle leden veel aan de politie vertelt en later ook in de rechtszaal komt er veel informatie naar buiten. Binnen de groep was al geruime tijd sprake van een duidelijke hiërarchie. EdK was onbetwist leider, geassisteerd door ‘ideoloog’ Anton Mostert. Verder was de kern van vijf verantwoordelijk voor het gros van de aanslagen. Ook bezochten zij landelijke acties. De andere arrestanten waren alleen betrokken bij de aanval op het kraakpand in Almere, maar niet bij de andere brandstichtingen. Het gaat echter te ver om ze daarmee af te doen als gedachteloze meelopers. Ze waren bijna allemaal lid of nauw betrokken bij Voorpost. Ze bezochten de periodieke borrels en namen deel aan extreemrechtse activiteiten in het land (demonstraties en bijeenkomsten van andere organisaties).
Eén van de arrestanten, Robin Barendse, bijvoorbeeld presenteerde zich tegenover de politie en de rechter als de vermoorde onschuld en bedrogen meeloper. Hij was meegegaan op de uitdrukkelijke voorwaarde dat het een geweldloze actie was, zo stelde hij. Het gepleegde geweld kwam voor hem als een donderslag bij heldere hemel.
Op Stormfront schreef hij echter daags na de aanval en brandstichting: ‘Mooie actie! Mensen die met opzet overlast maken moeten ook verwijderd worden.’ Barendse is al sinds 2004 actief binnen het extreemrechtse circuit. Het feit dat hij in de rechtszaal een T-shirt droeg van ‘Burzum’ (een veroordeelde brandstichter, moordenaar en rechts-extremist) kan ook niet minder dan een knipoog naar de rechtbank geweest zijn.

Anton Mostert (links) en Nick Schilder (rechts) op de extreemrechtse demonstratie van de Nationalistische Volks Beweging (NVB) op 11 november 2006 in Middelburg

De ‘harde kern’ van vijf werd veroordeeld tot zestien maanden cel en acht maanden voorwaardelijke celstraf. De andere zes verdachten kregen straffen die varieerden van 200 uur werkstraf tot zeven maanden cel.

Het is, gezien de straffen voor de harde kern, onwaarschijnlijk dat we binnenkort veel zullen horen van de Almeerse Voorposters. Of het na hun gevangenisperiode zo zal blijven is echter de vraag. DK. verklaarde bij de rechtbank bij zijn ideeën te blijven, maar ze in de toekomst een andere invulling te willen geven. MR verklaarde tegenover de rechter dat hij de ‘drive’ van Hitler wel begrijpt, hij deed ‘het’ immers voor zijn land. Alleen in de uitvoering was Hitler te ver gegaan.