Home » Organisaties » Taalpuristen » Taalstrijd in Nederland

Taalstrijd in Nederland

Els Süter uit Almere heeft het geweten. In februari 1999 zoekt zij, samen met dertig andere leden van het Genootschap Onze Taal, vol goede moed de pers op. De dertig hebben een initiatiefgroep opgericht om iets te doen aan het onnodig gebruik van Engelse woorden in de Nederlandse taal.

Onnodig Engels

Directe aanleiding voor het bekend maken van hun initiatief was de discussie of Nederland wel of niet een Engelstalig liedje moest insturen naar het Eurovisie Songfestival. Els Süter riep via de media op om onnodig gebruik van Engelse woorden te melden. Daaruit wilde ze een “Woordenlijst onnodig Engels” samenstellen. Deze lijst zou vervolgens verspreid moeten worden via scholen, universiteiten en bedrijven. Doel daarvan is om het bewustzijn over de eigen taal te vergroten.
Ten behoeve van dit doel stelde ze haar privé-adres, haar huistelefoonnummer en haar GSM-nummer ter beschikking. “Omdat ik niet altijd aanwezig ben was ik ingegaan op de antwoordservice van PTT-Telecom, ook wel voice-mail genoemd. Nu had ik op sommige dagen meer dan twintig reacties op de stempost staan, maar bij twintig berichten schakelt het systeem over op een automatische stem. Terwijl mensen belden met het meldpunt ‘onnodig Engels taalgebruik’ kregen zij een stem te horen die mededeelde dat de voice-mail van het meldpunt ‘vol’ was. Dat kan natuurlijk niet” (Trouw 25 september 1999).

Omdat onze verwachting was dat dit initiatief op belangstelling uit de Voorposthoek zou kunnen rekenen, stuurden wij een informatiepakket over Voorpost naar de werkgroep. Dat dit geen slecht idee was bleek al vrij snel na de eerste krantenberichten toen de aan Voorpost gelieerde Onafhankelijke Nationale Persdienst (ONP) melding van het initiatief maakte. De ONP kwam een week later nogmaals terug op de werkgroep met de mededeling dat inmiddels honderden reacties waren ontvangen.

Lindenburg
De initiatiefgroep Onnodig Engels reageerde niet op onze oproep om mogelijke geïnteresseerden van Voorpost rechts te laten liggen. Mogelijk had de enorme belangstelling hier iets mee te maken, maar het zou ook goed kunnen dat eventuele belangstelling uit die hoek welkom was. In ieder geval bleek al snel dat extreem-rechts niet alleen belangstelling had voor het initiatief, maar er direct bij betrokken was.
Eén van de personen die aan de wieg van de werkgroep stond was namelijk de gepensioneerde Hans Lindenburg uit De Meern (Utrecht). Lindenburg wordt penningmeester van de werkgroep.

Voormalig CD-lid Lindenburg was in 1992 één van de drie oprichters van het Nederlands Blok. Op dat moment waren er drukke onderhandelingen gaande tussen de diverse extreemrechtse partijtjes om samen te gaan in een nieuwe partij. Als deze bundeling zou slagen was het de bedoeling om verder te gaan als Nederlands Blok. Een aantal personen onder leiding van Alfred Vierling deden een couppoging.

Zij richtten vóór de totstandkoming van de samenwerking al een partij op onder de naam Nederlands Blok. Eén van de initiatiefnemers van deze couppoging was Lindenburg. Hij werd penningmeester van de partij en bleef dit tot in 1994.

Wim Vreeswijk (links), samen met Vlaams Blok-voorzitter Frank van Hecke op een demonstratie tegen een moskee in Antwerpen in 1997.

Toen werd hij uit het bestuur gegooid door Wim Vreeswijk, die van het Nederlands Blok een partij met een éénpersoonsleiding wilde maken. Dit leidt tot een flink conflict tussen Lindenburg en Vreeswijk, met als hoogtepunt een kladactie waarbij Lindenburgs huis, van de ramen tot aan het gazon in de voortuin onder werden gekalkt met hakenkruizen. Volgens een extreemrechtse bron was Vreeswijk de dader.

Hierna maakt Lindenburg de overstap naar een andere extreem-rechtse splinter, de Nederlandse Christen Democraten (NCD). In 1995 wordt hij zelfs voorzitter van deze obscure club, een functie die hij tot op de dag van vandaag bekleedt. Tegelijkertijd probeert hij nog enige tijd voet aan de grond te krijgen binnen de ouderenpartijen AOV en de Unie 55+. Of dit lukt of niet is niet erg duidelijk. In ieder geval wordt hij na verloop van tijd niet meer gezien in deze kringen.

De werkgroep raakte in een stroom van succes en besloot begin 1999 over te gaan in de al bestaande Stichting Natuurlijk Nederlands. Lindenburg had zich binnen de werkgroep echter niet echt populair gemaakt. Een woordvoerder noemt hem “erg ongenuanceerd en moeilijk in persoonlijke contacten.” Dit had tot gevolg dat Lindenburg bij de fusie met Natuurlijk Nederlands buiten de boot viel en niet terugkeerde in het bestuur.

Taalverdediging
Lindenburg pikte dit niet en besloot zich af te splitsen en richtte de “Werkgroep Taalverdediging” op. Het is enigszins onduidelijk wat deze werkgroep precies doet, maar in een pamflet komt ze radicaler over dan de Initiatiefgroep. Zo wordt er impliciet opgeroepen bedrijven te boycotten die Engelstalige slogans hanteren en stellen de schrijvers van het pamflet: “Aan ons, gewone mensen, ligt het niet. Het zijn degenen aan de top van de samenleving, en de media, reklame, ziekenhuizen enz. die ons de Engelse taal opdringen. Het is de hoogste tijd dat de bevolking zich keert tegen deze ernstige taal en cultuur verarming.”
Deze radicale taal is niet alleen terug te voeren op Lindenburg. Lindenburg is namelijk ook in zijn kennissenkring op zoek gegaan naar belangstellenden voor zijn werkgroep en heeft onder andere Jan Heitmeier uit Amstelveen weten te interesseren. En dat Heitmeier radicaal uit de hoek kan komen is niet verbazingwekkend.

C.H.J. Heitmeier was van 1991 tot en met 1996 een zeer actief CP’86-lid in de regio Amsterdam. Hij bezocht regelmatig vergaderingen van de partij, waar hij zich inzette voor het Nederlandse cultuurgoed. Zo stelde hij in 1994 voor om de CP’86 om te dopen in Vlaams Blok-afdeling Nederland en doet hij een voorstel voor een paragraaf over de Nederlandse taal in het partijprogramma. Heitmeier draait in dit paragraaf-voorstel stevig door. Zo wil hij de Nederlandse televisie-zenders verplichten alle anderstalige programma’s te nasynchroniseren, wil hij door een actief terugkeerbeleid voor Surinamers de positie van het Nederlands in Zuid- Amerika versterken, wil hij dat de regering bevordert dat het Afrikaans terugkeert als officiële taal van Namibië en stelt hij dat Nederland geen ontwikkelingshulp mag geven aan landen waar op middelbare scholen niet de mogelijkheid wordt geboden om Nederlands te leren.
Daarnaast is Heitmeier voor de lezers van het Parool een bekende schrijver van ingezonden brieven ter meerdere glorie van de Nederlandse taal.

C.H.J. Heitmeier met CP’86 pamfletten

Hij maakt zich daarin met name boos wanneer iemand van de regering of het koningshuis een toespraak in het Engels of Frans houdt.

In het Voorpostblad Revolte staat in 1998 een brief van “de heer C.H.J.H. te A. Uit de omgeving van Amsterdam“. Deze brief handelt over het verengelsen van de luchthaven Schiphol (“Schiphol Amsterdam Airport”) en roept op tot het sturen van protestbrieven.

Ook al lijkt Heitmeier misschien een beetje verwarde volksnationalist die zich voornamelijk ernstig zorgen maakt over de teloorgang van het Nederlands, in 1997 blijkt echter dat hij een radicale nazi is. De CP’86 is dan, na ernstige conflicten,  gesplitst in een volksnationalistische tak (Volksnationalisten Nederland, de latere Nieuwe Nationale Partij (NNP)) en een neonazistische tak onder leiding van Martijn Freling en Stewart Mordaunt. Heitmeier sluit zich na deze splitsing aan bij de nazistische vleugel en probeert in 1998 handtekeningen op te halen om de CP’86 in Amsterdam aan de raadsverkiezingen mee te laten doen. Iets wat overigens niet gelukt is.