Home » Muziek » Rechts-extremistische middenstanders

Rechts-extremistische middenstanders

Handel in extreemrechtse spullen is waarschijnlijk zo oud als de ideeën zelf, maar de afgelopen jaren is er sprake van een flinke groei geweest: Sieraden, T-shirts, cd’s, boeken en propagandamateriaal gaan in grote hoeveelheden over de toonbank. Daarmee voorzien de handelaren in een behoefte van zowel extreemrechts georiënteerde klanten, als van jongeren die actief zijn binnen skinhead- en gabberjeugdstijlen. Zo wordt extreemrechts materiaal in Nederland op een ruime schaal verspreid en wordt er tegelijkertijd ook flink geld verdiend.

In de jaren ’80 en ’90 was handel in extreemrechts materiaal nog een marginaal verschijnsel. Extreemrechtse partijen en organisaties hielden er vaak een winkeltje op na. Daar konden leden en sympathisanten per post of op bijeenkomsten artikelen kopen. Dat ging om (partij)propaganda, boeken, tijdschriften en soms wat muziek of parafernalia als kettinkjes of buttons met extreemrechtse symbolen. Deze handel was vooral ambulant: een koffer met koopwaar werd van bijeenkomst naar bijeenkomst gesleept. De bekende neonazi Stewart Mordaunt houdt zich al bijna twee decennia met dergelijke handel bezig. Tot op de dag van vandaag loopt hij bijeenkomsten van diverse extreemrechtse organisaties af om nazistische handelswaar aan de man te brengen. Ook kan je bij hem aan huis je inkopen doen.

Wim Beaux (links) en Stewart Mordaunt (rechts) in de partijwinkel van CP’86

In de jaren ’90 veranderde er het één en ander door de opkomst van een skinheadscene. In Nederland ontstond zo een (bescheiden) markt voor extreemrechtse skinheadmuziek. Dit hing onder andere samen met de oprichting en groei van de nazistische skinheadorganisatie “Hou Kontakt” en met de aanwezigheid van een grote groep skinheads in de CP’86. Deze skinheads moesten het aanvankelijk doen met eigen import, maar na verloop van tijd ontstonden in Nederland enkele bedrijfjes die in dit gat doken: Viking Sounds en Nordisc. De eigenaren van beide bedrijven waren allebei al actief in het extreemrechtse circuit en kenden dus de behoeftes en afzetmarkt. Viking Sounds, opgezet door een actief lid van de CP’86, oriënteerde zich primair op het extreemrechtse veld en verkocht dus vooral nazimuziek. Naast deze binnenlandse handel was Viking Sounds ook een speler in internationale context. In de tijd waarin internet nog niet bestond, was het voor Duitse rechts-extremisten lastig en gevaarlijk om zich actief met handel in nazistische muziek te bemoeien. In Duitsland is de wetgeving en vervolging ten aanzien van nazipropaganda immers een stuk strenger dan in Nederland. Om de Duitse kameraden uit de wind te houden werd er gezorgd voor transporten vanuit de productielanden (vaak de Verenigde Staten en Scandinavië) naar de Duitse afnemers. In deze transporten, die onder andere via Nederland verliepen, speelde Viking Sounds een rol door muziekdragers over de Nederlands-Duitse grens te smokkelen. Beide handelstrajecten gingen door totdat Viking Sounds eind jaren ’90 in de problemen kwam. Viking Sounds had al enige tijd ruzie met een aantal andere internationale handelaren, maar die liep steeds verder uit de hand. Tegelijkertijd kreeg ook justitie belangstelling voor het bedrijfje. Een inval van de politie in 1999 zorgde uiteindelijk voor het einde van Viking Sounds.
Inmiddels was er een tweede speler op de markt gekomen, het Friese Nordisc. Nordisc richtte zich meer op alle Skinheads, dus niet alleen die met extreemrechtse ideeën. Nadat justitie aandacht bleek te hebben voor de handel van Nordisc werd het extreemrechtse segment deels uit de catalogus gehaald, maar ging onderhands gewoon door. Beide organisaties handelden aanvankelijk op bijeenkomsten en concerten, waar potentieel geïnteresseerden op af kwamen en per post. Dat bleef echter vrij kleinschalig, zelfs toen eind jaren ’90 internet als medium steeds belangrijker werd. De reden voor de beperkte schaal was vierledig:

– Er was veel tegenwerking en zelfs justitieel optreden tegen de handel, vanwege het racistische karakter van een deel van de handelswaar. Daardoor kwam de handel nooit uit de obscuriteit.

– De communicatie tussen de handelaren en de klanten kwam moeizaam tot stand. Je moest aanvankelijk redelijk ingevoerd zijn in óf het extreemrechtse óf het skinheadwereldje om de kanalen te kennen.

– De markt was (nog) niet zo groot. Het skinheadcircuit was immers vrij klein in Nederland en veel andere geïnteresseerden waren er niet.

– Viking Sounds was weliswaar betrokken bij internationale doorvoer van extreemrechtse cd’s, maar de directe afzet van de eigen spullen was primair op Nederland gericht en nauwelijks op het buitenland.

De laatste jaren is er veel veranderd. De rol van internet is daarbij van groot belang geweest. De handel in extreemrechts materiaal is tegenwoordig grootschalig, internationaal en zeer divers. Wanneer een Duitse neonazi uit een dorpje tegenwoordig een hakenkruisvlag wil kopen kan dat eenvoudig en anoniem via allerhande internetsites. Ingewikkelde contacten en smokkel zijn daarmee overbodig geworden.

Daarnaast is het opvallend dat de handel ook veel diverser is geworden. Het gaat niet alleen meer om propaganda, muziek, shirts en sieraden. Hele kledinglijnen worden in de markt gezet, bij een kleine postorder zijn al snel honderden cd’s en dvd’s te koop en er is een onvoorstelbare hoeveelheid extremistische en racistische hebbedingetjes leverbaar.
Door de internationalisering van de handel zou je verwachten dat een Nederlandse markt daarmee voldoende is bediend. Maar ook hier zijn inmiddels diverse extreemrechtse middenstanders opgestaan. De meest in het oog springende is de webwinkel Fenris van Tim Mudde. Mudde begon deze winkel rond de jaarwisseling van 2004/2005 en lijkt zich sindsdien tot de meest succesvolle extreemrechtse middenstander in Nederland te hebben ontwikkeld. De winkel biedt rond de 1300 artikelen, waarvan ongeveer de helft uit cd’s bestaat. Daarnaast is er een uitgebreide keus aan spullen voor allerhande verschillende stromingen binnen het extreemrechtse circuit: skinhead-muziek, extremistische Black Metal, maar ook muziek van allerhande doorsnee-bands. Daarnaast kettinkjes, vlaggen en stickers met keltische kruizen en een kinderslab met “Kleine Germaan”.

Tim Mudde als fotomodel in zijn webwinkel Fenris

Naast Fenris zijn er geen gespecialiseerde extreemrechtse webwinkels, maar dat betekent niet dat er verder niet gehandeld wordt. Diverse organisaties hebben hun eigen online verkoop.

Een voorbeeld daarvan is de website “Holland Hardcore”. Holland Hardcore is opgezet voor extreemrechtse gabbers en biedt allerhande mogelijkheden aan de gebruikers, waaronder een groot en actief forum-gedeelte. Maar daarnaast is er ook een bescheiden webwinkel. Holland Hardcore heeft nooit een uitgebreid aanbod gekend. Op dit moment verkoopt de site een aantal soorten stickers. In het verleden werd er ook kleding (truien en T-shirts) verkocht en e-mailadressen eindigend op holland-hardcore.com. Wat deze handel echter interessant maakt is dat de parodiewebsite michielsmit.com in 2006 berekende wat de eigenaren van Holland Hardcore daar ongeveer mee verdienen. Op basis van de verkoopcijfers van Holland Hardcore zelf kwamen ze op een omzet van een kleine 40.000 euro. Op dat moment verkocht Holland Harcore nog maar 14 producten. Daarmee is enig inzicht te krijgen welke bedragen er omgaan in deze handel.

Een verzamel-cd uit de Webwinkel van Holland Hardcore

Behalve deze twee sites hebben de meeste extreemrechtse partijen en organisaties zelf ook winkeltjes van eenzelfde omvang als Holland Hardcore. Meestal gaat het hier om direct aan de organisatie gerelateerde spulletjes. Bij de Nationalistische Volks Beweging kan je bijvoorbeeld mouwemblemen, speldjes en bierviltjes met het partijlogo kopen.

Anders ligt dat bij de Nederlandse Volks-Unie. Die partij heeft een uitgebreide webwinkel en steekt Fenris naar de kroon in de breedte van het assortiment. Ook hier zijn allerhande kledingstukken, muziek, films, sieraden en propaganda te koop. Wat bij de NVU echter opvalt is dat men zich duidelijk richt op een veel radicaler spectrum dan Fenris, nazi-propaganda is hier troef. T-shirts met Leon Degrelle, White Power-sjaals, imitatiepetten van de Duitse Wehrmacht, posters met Waffen-SS’ers. Opvallend is vooral de DVD-afdeling van de NVU. Naast een ruime voorraad films over het Derde Rijk is er een vijftal DVD’s te koop met televisieoptredens van partijvoorzitter Kusters. Dat is opmerkelijk, omdat die optredens niet altijd even gelukkig waren. Vooral een tweedelig televisieoptreden met Catherine Keyl leverde Kusters ernstige problemen met zijn politieke vrienden op. Hij had Keyl, die half Joods is, voor dat programma namelijk meegenomen naar een Duitse neonazidemonstratie. Iets wat zijn Duitse collega’s, maar ook zijn Nederlands aanhangers niet erg wisten te waarderen. Desondanks is deze thuiskopie voor 12 euro te koop (inclusief verzendkosten).

In het begin schreven we over de kofferhandel zoals die in de jaren ’80 en ’90 plaatsvond. Die is door het “geweld” van de internethandel natuurlijk flink naar de achtergrond gedreven. Maar ook hiervan is een soort digitale variant ontstaan in de vorm van individuen die kleinschalig extreemrechtse spullen aan de man proberen te brengen om zo een graantje mee te pikken. Voor de echte radicale en omstreden spullen moeten we in deze hoek zijn. Via marktplaats.nl (een online handelsplaats voor tweedehands spullen) kan je bijvoorbeeld diverse soorten nazi-propaganda kopen van een particuliere handelaar. Een ander voorbeeld is het amateurlabel/postorderbedrijfje “Heidens Hart” van Arjan Peeks uit Denekamp. Heidens Hart handelt uitsluitend in muziek (vooral Black Metal), maar wel van een heel bedenkelijke soort. Tussen de handel zit veel zogenaamde Nationaal-Socialistische Black Metal (NSBM) met allerhande zieke verwijzingen naar de Holocaust en openlijk antisemitisme. Zo is er bijvoorbeeld een bandje te koop met de titel “A black metal tribute to the death of Simon Wiesenthal”. Verder verkoopt Heidens Hart ook nazistische skinheadmuziek. Weer een ander voorbeeld van dit soort kleinschalige handel is het merk “NLOnsdeel”, een parodie op het Engelse merk Lonsdale. Lonsdale is een kledingmerk dat in Nederland al jaren populair is bij onder andere skinheads en gabbers. Toen dit steeds meer slechte publiciteit ging opleveren en racistische jongeren in Nederland zelfs als “Lonsdalejongeren” werden betiteld, probeerde Lonsdale het tij te keren door steeds openlijker antiracistische standpunten in te nemen. Lonsdale deed dit onder andere door geld te geven aan antiracistische projecten. Dat was vanzelfsprekend tegen het zere been van rechts-extremistische Lonsdaledragers, die het merk prompt in de ban deden. Bij Fenris is tegenwoordig zelfs een aantal speciale anti-Lonsdaleproducten te koop. In antwoord op deze hele discussie bedacht de extreemrechtse activist Ben van der Kooi het merk “NLOnsdeel” een soort afkorting van “Nederland Ons Deel”. T-shirts met deze opdruk werden vervolgens gemaakt en in de markt gezet door een kledinghandeltje uit Hengelo. Terwijl de handel van dit bedrijfje vooral via internet plaats lijkt te vinden, zorgde Ben van der Kooi voor een eigen distributielijntje via zijn extreemrechtse kennissencircuit.

Ben van der Kooi met een NLonsdeel-shirt op een NA demonstratie

Al met al wordt er dus een hoop gehandeld in extreemrechtse spullen door dito organisaties en personen. Er is meer aanbod en de handel ziet er mooier uit, maar is er in essentie iets veranderd sinds de koffers van de jaren ’80?
Ja, dat is er. Ten eerste is de markt veel groter geworden. Veel jongeren, die zich een gabber-, skinhead- of extreemrechtse identiteit aanmeten belanden bij deze handelaren. En er is bij al deze groepen de afgelopen jaren sprake geweest van een groei. Deze nieuwe groep gegadigden hoeft zeker niet altijd bij de Nederlandse verzendhuizen te winkelen. De paar keer dat er van buitenlandse extreemrechtse postorders gegevens van bestellers beschikbaar kwamen, stonden daar meestal ook een aantal Nederlanders tussen. Ook worden op extreemrechtse webfora regelmatig buitenlandse sites getipt als iemand vraagt waar hij bepaalde spullen kan kopen.
Maar andersom zal dat dus ongetwijfeld ook gelden: voor de Nederlandse postorders is niet alleen een grotere Nederlandse markt beschikbaar, maar zijn ook buitenlandse klanten eenvoudig te bereiken. Fenris prijst haar koopwaar bijvoorbeeld in vier talen aan.

Ouderwetse kraamhandel op de Vlaamse IJzerwake in 2004

Dan is er natuurlijk de financiële kant, wat wordt er verdiend met deze handel? In de jaren ’90 was de handel, zoals gezegd, veel kleinschaliger en amateuristischer. Maar toen waren er al aanhoudende geruchten, dat er goed verdiend werd aan de handel in extreemrechtse muziek. Als we het rekensommetje van Holland Hardcore volgen gaat het ook nu al snel om flinke bedragen; in ieder geval om tienduizenden euro’s omzet maar waarschijnlijk meer. Omdat er verder bepaald geen vriendenprijzen gerekend worden (een thuisgebrande DVD van de NVU kost 10 euro, een trui van Holland Hardcore kostte € 39,95, Fenris rekent normale winkelprijzen zonder verder veel vaste lasten te hebben) zullen de marges ook niet kinderachtig zijn. En of er vervolgens belasting betaald wordt over deze verkopen – die vaak plaatsvinden in het schemerduister van het internet – is lastig te controleren, maar valt zeker te betwijfelen. (#1)

Een Brigade M sticker van Fenris

Draagt deze handel bij aan een verdere opbouw van een extreemrechtse beweging? Niet direct, misschien zelfs in tegendeel. Want ook binnen het extreemrechtse circuit is er veel twijfel over waar al dat geld heen gaat en dat leidt regelmatig tot discussies. Of de verkoop van boeken en DVD’s bijdraagt tot scholing en ontwikkeling, wat duidelijk wel de gedachte is bij Fenris, is ook maar de vraag. Het niveau van discussies en publicaties blijft over het algemeen bijzonder armzalig.
Daar tegenover staat dat als het geld wat verdiend wordt inderdaad gebruikt wordt voor politieke activiteiten, zoals Fenris in ieder geval zegt te doen, er een flinke investering wordt gedaan in het extreemrechtse landschap. En dat alleen is al voldoende reden om heel scherp naar de extreemrechtse middenstand te blijven kijken.

(#1) – Een uitzondering daarop is Fenris, dat als eenmanszaak staat ingeschreven bij de KvK. Dat zegt verder niks over het al of niet belasting betalen, maar de kans is wat groter dat de zakelijke kant is geregeld.