
Politiek in de marge
Een onderzoek naar de interne problemen binnen de centrum partij en de centrum democratenPolitiek in de marge
Politiek in de marge
With extreme right parties in government in Austria and Italy, and Jean-Marie Le Pen contesting the run-off in the 2002 presidential elections in France, few people will dispute their continuing relevance in the politics of Western Europe. Indeed, ever since the first small electoral successes of parties like the Centrumpartij in the Netherlands or the Front National in France in the early 1980s, the extreme right has been the most discussed group of parties both in and outside of the scholarly community. Thousands of newspaper articles and hundreds of pieces of scholarly work have been devoted to extreme right parties, predominantly describing their history, leaders or electoral successes, as well as proclaiming their danger. Remarkably little serious attention has been devoted to their ideology, however. This aspect of the extreme right has been considered to be known to everyone. The few scholars that did devote attention to the ideology of the contemporary extreme right parties have primarily been concerned with pointing out similarities with the fascist and National Socialist ideologies of the pre-war period. If the similarities were not found, this was often taken as ‘proof ’ that the extreme right hides its (true) ideologies, rather than as a motivation to look in a different direction.
DE CENTRUMPARTIJ
Centrum-democraten of democratisch centralistisch?
De Centrumpartij heeft gekozen voor een militantere koers waarbij partijdiscipline een eerste vereiste wordt genoemd. In de recente machtsstrijd is zowel door de gematigde als de radicale vleugel gebruik gemaakt van vele (on)eigenlijke argumenten teneinde de
oppositie uit te schakelen.
De ontwikkelingen binnen de CP lijken in een cruciaal stadium aanbeland voor wat betreft een al dan niet verdergaande antidemocratische opsteIling. Het conflict, dat de basis vormt van de huidige machtsstrijd, ligt niet zozeer op het politieke vlak, als wel op het terrein van de persoonlijke tegenstellingen tussen het Tweede-Kamerlid JANMAAT en de partijvoorzitter KONST. De partijvoorzitter valt te omschrijven als een idealist, die zijn eigen positie
binnen de partij van ondergeschikt belang acht aan het partijbelang.
Lees verder in het kwartaalbericht
Mede mogelijk gemaakt door Stichting Argus en Buro Jansen & Janssen
RECHTS-EXTREMISME
De Centrum Partij
Vier jaar na haar oprichting lijkt de Centrum Partij zeker gelet op de florissant ogende verkiezingsprognoses langzamerhand vaste voet in het Nederlandse politieke bestel te gaan krijgen. Dat dit groeiproces niet zonder strubbelingen verloopt blijkt vooral uit de onderlinge conflicten binnen de partijtop. De stelling dat de Centrum Partij aan haar eigen verdeeldheid ten onder zal gaan is in dit stadium echter een te ver gaande bewering; dat het groei proces als gevolg van het ontbreken van de noodzakelijke homogeniteit belemmerd zal worden staat echter welhaast vast.
Lees verder in het kwartaalbericht
Mede mogelijk gemaakt door Stichting Argus en Buro Jansen & Janssen
DE CENTRUM PARTIJ IN OPMARS
De gemeenteraadsverkiezingen in Almere hebben enkele opmerkelijke uitkomsten te zien gegeven, in de eerste plaats de winst van de Centrum Partij welke winst moeilijk alleen maar kan worden toegeschreven aan haar standpunt omtrent het vreemdelingenbeleid. De CP-winst heeft heel wat reacties, beweringen en speculaties uitgelokt. Sommige commentatoren spreken van een soortgelijke situatie als in de dertiger jaren (opkomst NSB) of trekken een vergelijking met de bloeiperiode van de Boerenpartij. In hoeverre is sprake van overeenkomsten en verschillen?
Geschiedenis Centrum Partij (CP)
De voorloper van de Centrum Partij, de Nationale Centrum Partij (NCP) werd in december 1979 te Amsterdam opgericht als nieuwe politieke organisatie naast de Nationale Partij Nederland (NPN). De oprichting van de Nationale Centrum Partij was onder meer een
gevolg van de weigering van de burgemeester van Den Haag om – tot tweemaal toe, te weten op 24 november en 8 december 1979 – aan de NPN een demonstratievergunning te verlenen. De aanvragen werden niet gehonoreerd op basis van het oordeel, dat deze partij een fascistische en racistische organisatie zou zijn. Deze zienswijze werd eveneens via de media geventileerd, hetgeen voor diverse groeperingen aanleiding was tot het verzenden van protestbrieven tegen de demonstratie.
Lees verder in het kwartaalbericht
Mede mogelijk gemaakt door Stichting Argus en Buro Jansen & Janssen