Op 8 november worden er in Utrecht gemeenteraadsverkiezingen gehouden. De gemeente Vleuten-De Meern wordt met haar 20 duizend inwoners bij Utrecht gevoegd en zo ontstaat een groter Utrecht met ruim 250 duizend inwoners en extra bouwgrond om nog verder te groeien. Aan de verkiezingen, die bij een dergelijke herindeling vereist zijn, doet de extreem-rechtse partij Het Nederlands Blok mee.
De makelaar Wim Vreeswijk zit vanaf 1986 in de Utrechtse gemeenteraad. Daarvoor nog was hij 2 jaar raadslid in Almere, in beide steden namens de Centrumpartij (CP). Later stapt Vreeswijk over naar de Centrumdemocraten (CD) en vanaf 1994 is hij de grote man van het Nederlands Blok. Vreeswijk is veruit het langst zittende extreem-rechtse raadslid van Nederland en mocht hij herkozen worden dan zou hij de 20 jaar vol kunnen maken.
Verkiezingsprogramma
Het verkiezingsprogramma dat medio oktober op de homepage van het Blok verschijnt staat vol met paranoïde theorieën en verkapt racisme. Zo zou het belastinggeld niet worden aangewend voor de “eigen bevolking”, maar zou de sociale zekerheid worden afgebroken “om de kosten van de “Nieuwe Nederlander” te kunnen financieren”. Volgens het Blok worden er allerlei problemen door de United Nations uit Amerika geïmporteerd zoals “leeftijd, sekse, geaardheid of huidkleur” waarop “pressiegroepen en minderheden” zich dan storten om subsidiegelden binnen te halen. Ze moeten deze “problemen” dan wel in stand houden om hun subsidies veilig te stellen. Gelukkig is het Nederlands Blok er nog voor “De ‘Gewone’ Nederlander” die, als hij het al waagt te klagen, meteen de mond wordt gesnoerd en uitgemaakt wordt voor “rechts, racistisch of nog erger!”.
Als verder standpunt wil het Blok de staatsmacht terugdringen omdat deze macht “vaak leidt tot een monopolistische strijd tegen fascisme, doch deze feitelijk zelf herbergt.” En het fascisme van de staat bestaat dan uit het feit dat het Nederlands Blok geboycot wordt. Zo gaat het nog wel even verder. Het Blok bespeurt door “de aanhoudende stroom migranten” zelfs “genetische veranderingen waardoor een geheel ander volk ontstaat” en “in afbraakbuurten die cohesie praktisch geheel verdwenen is”.
Een erg vreemd detail aan dit programma is dat helemaal onderaan het logo van de ING Bank staat. Hiermee suggereert het Blok kennelijk dat deze bank op de site adverteert, wat toch vrijwel ondenkbaar lijkt. Zeker als je de links naar het Vlaams Blok ziet en passages leest waarin het Nederlands Blok zich in quasi intellectuele wartaal zorgen maakt over het verlies van het biologisch evenwicht: “Als bij-verschijnsel introduceert de groep Uni-mensen met ingepompte immigratie en vermenging in Europa èn Nederland in het bijzonder, waarover in de Europese geschiedenis menige oorlog is uitgevochten. Een verschijnsel dat door de genen wordt bepaald. De roep tot het in stand te houden van de soort.”
Kandidatenlijst
De kandidatenlijst van het Nederlands Blok telt 30 kandidaten. Voor verkiezingsdeelname in Utecht heeft elke lijst de ondersteuning van ten minste 30 kiesgerechtigde burgers uit het kiesdistrict nodig. De lijst van het Blok wordt door 34 mensen ondersteund (de zogenaamde handtekeningzetters). Tweeëntwintig van deze handtekeningzetters zijn ook kandidaat en twaalf van hen dus niet. In totaal zijn er 42 mensen bij de verkiezingsdeelname van het Nederlands Blok betrokken. Het eerste wat hierbij opvalt is dat iedereen uit de stad Utrecht afkomstig is en niemand uit de fusiegemeente Vleuten-De Meern. Van deze 42 mensen waren er 27 al eens eerder bij verkiezingsdeelname van het Nederlands Blok betrokken en zijn er vijftien nieuwkomer. Van de negen vrouwelijke en 21 mannelijke kandidaten is de gemiddelde leeftijd vrij hoog; ongeveer 52 jaar. Meer dan de helft van de kandidaten (zestien) is dan ook vijftig jaar of ouder. De groep van veertig tot vijftig jaar bestaat uit acht kandidaten en maar zes kandidaten zijn jonger dan veertig.
Jan Borrias (1920), één van de handtekeningzetters van voorgaande jaren staat nu op een andere kandidatenlijst. Hij ondersteunde in 1998 en 1999 het Nederlands Blok bij de gemeenteraads- en provinciale staten verkiezingen en is nu kandidaat voor de gecombineerde lijst van de Algemene Senioren Partij/Vrije Indische Partij. Of deze partijen op de hoogte zijn van het extreem-rechtse verleden van Borrias is onbekend.
We zullen enkele Blok-kandidaten de revue laten passeren.
Nieuwkomer Peter Beenke (1952) staat op de vierde plek op de lijst. Waarschijnlijk is hij ook verantwoordelijk voor de internet-pagina’s van het Nederlands Blok, want delen hiervan dragen nog de titels van Beenke’s automatiseringsbedrijfje Advanced Automation Technologies (AAT). Beenke is op maatschappelijk terrein actief bij de Aeroclub Hilversum- Amsterdam en voorheen niet bekend in het extreem-rechtse circuit.
Wel bekend uit dit circuit, maar evengoed nieuw bij het Nederlands Blok, is de heer A. Verheggen (1920). Hij woont nog maar kort in Utrecht en kwam hiervoor uit Eck en Wiel, vlakbij Tiel. Verheggen was in de jaren negentig lid van de radicale CP’86 en zette in 1998 een ondersteunende handtekening voor de CD van Hans Janmaat. Hij bezet nu de vijfde plek op de lijst.
Kandidaat nummer 7 is de heer J. Bronk (1934). Ook hij heeft een CD-verleden en was in 1994 één van de CD-kandidaten in Utrecht. In 1998 en 1999 was hij ook al kandidaat voor het Nederlands Blok.
Jac. C. Hoek (1924) loopt al heel wat jaartjes rond in extreem-rechtse kringen. Hij stond hiervoor al diverse malen kandidaat, in 1986 voor de oude Centrumpartij, vanaf 1990 enkele malen voor de CD en vanaf 1995 een paar maal voor het Nederlands Blok. Hij staat nu op de achtste plaats.
Ook onderaan de lijst staan nog enkele oudgedienden. Op 26 vinden we mevrouw M.H. van Duijn (1930) die de afgelopen jaren ook kandidaat voor het Blok was en in de jaren negentig lid van de CD was. En enkele plaatsjes lager op 29 staat Cor J. Delil (1923). Hij was vanaf 1994 enkele malen kandidaat voor het Blok. In 1990 en 1991 stond hij op kandidatenlijsten van de CD.
Maar veel interessanter dan deze lieden zijn natuurlijk de nummers 1, 2 en 3 van de lijst.

Op de derde plaats staat John Morren (1955). Morren is al zo’n 17 jaar een bekend gezicht in het fascistische circuit. Hij begon zijn carrière omstreeks 1983 in de neonazistische kringen van het Jongeren Front Nederland (JFN) en was gouwleider bij de Viking Jeugd Nederland.


Ook onderhield hij zeer goede contacten met de zwarte weduwe Rost van Tonningen. Hij werkte bij haar bedrijf Verina en bezocht haar bijeenkomsten. In die tijd verleende hij regelmatig hand- en spandiensten aan de Centrumpartij en bezocht hij zo nu en dan een vergadering. Zo was Morren bijvoorbeeld in 1986 aanwezig bij de roemruchte vergadering in Kedichem. Medio jaren tachtig kiest hij voor de partijpolitiek en wordt actief lid van de CD. Hij gooit hoge ogen en bekleedt een aantal bestuursfuncties. Ook staat hij regelmatig op kieslijsten van de partij.
Nadat Vreeswijk in 1992 door Janmaat de CD is uitgewerkt wordt Morren de centrale man in Utrecht. Zoals zoveel CD’ers weet ook Morren voor wat zout in de pap te zorgen. In 1993 klaagt zijn Poolse buurvrouw over geluidsoverlast. Morren reageert door in haar huis voor 1300 gulden schade aan te richten met een honkbalknuppel. Hij wordt hiervoor veroordeeld, maar bedreigt dezelfde vrouw twee jaar later nogmaals, wat weer tot een veroordeling leidt.
In 1994 is hij lijsttrekker bij de verkiezingen en wordt hij met twee andere CD’ers gekozen in de gemeenteraad. Lang blijft hij niet voor de CD in de raad zitten, want na zes maanden stapt hij over naar het Nederlands Blok. Janmaat is hier zo boos over dat hij in het ledenblad van de CD de telefoonnummers van Morrens huis en werk publiceert met een oproep om hem op te bellen. In 1998 wordt Morren niet herkozen voor de gemeenteraad.

Op de tweede plaats staat Vreeswijks vrouw Irene Barbara Vreeswijk-Mullaert (1952). Ook zij is begin jaren tachtig actief voor de Centrumpartij en maakt met haar man de overstap naar de CD. In 1993 volgt zij haar man wederom naar het Nederlands Blok en wordt een jaar later benoemd tot secretaris. Irene Vreeswijk heeft de laatste 15 jaar meer dan 10 keer kandidaat gestaan, maar werd nooit verkozen. Vanaf 1996 probeert het Nederlands Blok in een aantal steden zieltjes te winnen door via de stichtingen Appèl Bestrijding Criminaliteit (ABC) en Utrechts Herstel tendentieuze enquêtes te verspreiden. In deze enquêtes worden pogingen gedaan om criminaliteit en gevoelens van onveiligheid aan de aanwezigheid van migranten te koppelen. Irene Vreeswijk heeft de ‘onderzoeksleiding’ van deze enquêtes.
De lijst wordt traditiegetrouw aangevoerd door Willem Theodorus Emile (Wim) Vreeswijk (1950). Vreeswijk begint zijn activiteiten bij de Centrumpartij in 1981. Hij maakt zeer snel carrière binnen de partij. Wanneer de Centrumpartij in 1984 voor het eerst zetels in een gemeenteraad haalt (twee zetels in Almere) neemt Vreeswijk zitting in de raad. In 1986 wordt Vreeswijk opnieuw gekozen, maar dan als raadslid in zijn echte woonplaats Utrecht. Hij doet pogingen om Janmaat, die geroyeerd is en inmiddels de CD heeft opgericht, weer bij de partij te krijgen. Hiertoe organiseert hij onder andere een fusie-vergadering in Kedichem in 1986. Na deze vergadering wordt Vreeswijk door de Centrumpartij geroyeerd. Hij wordt in 1988 lid van de CD en wordt al snel de tweede man achter Janmaat. In 1990 wordt hij in Utrecht herkozen voor de CD en een jaar later wordt hij ook gekozen tot Provinciale Statenlid.
In 1992 wordt het Nederlands Blok opgericht in een poging om alle extreem-rechtse partijen in Nederland te verenigen. Vreeswijk is nauw betrokken bij de oprichting, maar blijft lid van de CD. Janmaat is het niet eens met deze dubbelfunctie en royeert Vreeswijk. Hierna neemt Vreeswijk het Nederlands Blok langzaam maar zeker over. In 1994 wordt hij voorzitter en benoemt zijn vrouw als secretaris. De rest van de bestuursleden wordt weggewerkt en tot 1998 zijn beide echtlieden de enige bestuurders. Na deze wending wordt het Blok een persoonlijk project van het echtpaar, waarin zij de absolute alleenheersers zijn. Dit heeft tot gevolg dat de partij praktisch alleen in hun woonplaats Utrecht enige achterban heeft. Toch weet Vreeswijk zich sinds deze tijd gesteund door het Vlaams Blok, die in hem een bruikbare contactpersoon zien. In 1996 mag hij een Vlaams Blok-bijeenkomst zelfs op video toespreken. In 1998 wordt Vreeswijk voor de derde maal in de Utrechtse raad gekozen.

In de aanloop naar de verkiezingen wordt Vreeswijk geïnterviewd over de strategie van het Nederlands Blok: “Naar de achterban toe kun je best een grap maken over buitenlanders, maar niet naar buiten toe. Anders ontstaat het beeld dat mijn tegenstanders willen zien: een gevaarlijke club van racistische, haatdragende en agressieve idioten”, zegt Vreeswijk. Rabiate kaalkoppen mogen wel lid worden, maar het is uitgesloten dat ze als raadslid in debat kunnen gaan met de burgemeester.” Verder keurt Vreeswijk in dit interview aanslagen op asielzoekers of het in elkaar hengsten van een buitenlander af. Niet omdat hij zo meevoelend met de slachtoffers is maar uit opportunisme: “Dan komt de buitenlander in de underdogpositie en dat moeten we niet hebben”.

Het moge duidelijk zijn dat het Nederlands Blok een typische wolf-in-schaapskleren-partij is. Ze proberen zich een net law-and-order-imago aan te meten om op die manier ledengroei en verkiezingswinsten te behalen. Maar ondertussen maken doorgewinterde fascisten de dienst uit en zijn racisme en vreemdelingenhaat de belangrijkste pijlers van de partij.
Een spectaculaire verkiezingsoverwinning zoals in België is in Utrecht niet te verwachten. Maar het is goed mogelijk dat Vreeswijk zijn zetel weet te prolongeren. Het zou een fantastisch signaal zijn als de Utrechtse burgers het Blok met hun stemmen lieten weten dat ze in racisme geen brood zien.