Marcel Rüter is ongetwijfeld één van de meest toonaangevende personen binnen extreem-rechts in Nederland. Des te vreemder dus dat niemand ooit van hem gehoord heeft of enig idee heeft hoe hij er uit ziet. Dit heeft te maken met de andere kant van Rüter. Naast zijn politieke activiteiten heeft hij ook een succesvolle maatschappelijke carrière, een zeldzame combinatie.
Marcel (Johannes Petrus Marcel) Rüter wordt in 1963 geboren in een rechts VVD-nest. Het verbaast dan ook niet dat hij als jongere actief wordt in rechtse kringen. Hij kiest echter een extremere hoek dan zijn ouders en raakt begin jaren tachtig betrokken bij diverse nazistische jongerenorganisaties zoals het Jongeren Front Nederland (JFN, onder leiding van Stewart Mordaunt) en het Nationaal Jeugd Front (NJF, jongerenorganisatie van de Nederlandse Volksunie). In 1983 schrijft hij (onder pseudoniem) een artikel in het ‘JFN Nieuws’. In dit artikel, dat handelt over hervormingen in Zuid-Afrika, laat Rüter zich kennen als een uitgesproken racist: “De eerste Minister P.W. Botha heeft verklaard, we zullen nooit integreren. Men hoeft maar rond te kijken in Zuid-Afrika om het bedrog van deze verklaring in te zien. De integratie is al doorgedrongen in restaurants, op stranden en in parken en nu doen er zelfs niet-blanken mee in de Miss South-Africa schoonheidswedstrijd!”
Rüter heeft ook contact met de weduwe Rost van Tonningen. Hij schrijft, wederom onder pseudoniem, een artikel in haar blad ‘Manuscripten’.
Hiermee zijn de belangrijkste kenmerken van Rüter genoemd: hij schrijft graag en veel, hij is een racist en nationaal-socialist en hij houdt zich bij voorkeur op de achtergrond.
Zijn politieke carrière is vervolgens globaal in drie aandachtsgebieden te verdelen:
- Actief als radicaal pro-apartheidsactivist.
- Actief binnen de extreem-rechtse partijpolitiek.
- Actief als verspreider van de Nieuw Rechtse ideologie.
Pro-Apartheid
Rüter brengt medio jaren tachtig een aantal bezoeken aan Zuid Afrika, knoopt contacten aan met extreem-rechtse groepen aldaar en raakt zeer betrokken bij het apartheidssysteem. Hij richt in zijn woonplaats Enschede een Zuid-Afrikaanse Vriendenkring op. In 1985 wordt hij contactpersoon voor de Nederlands Zuidafrikaanse Werkgemeenschap (NZAW) in de regio Overijssel.
Partijpolitiek
Ongeveer tegelijkertijd wordt Rüter voor het eerst actief voor een politieke partij, de Conservatieve Volkspartij (CVP) die in mei 1985 is opgericht. De CVP fungeert als een vergaarbak van fascisten van allerlei pluimage. Rüter wordt bestuurslid. In 1986 stelt de partij een voorlopige lijst voor de Tweede Kamerverkiezingen samen en zet Rüter daarop, maar doet uiteindelijk niet mee aan deze verkiezingen. De partij wordt in 1987 omgedoopt in de Koninkrijkspartij en wordt in 1989 opgeheven. Of Rüter na 1986 nog actief is geweest voor de CVP is onbekend.
Zijn eerste echte partijpolitieke activiteit begint hij in 1992 wanneer hij lid wordt van het Nederlands Blok. Deze partij wordt in augustus van dat jaar opgericht en wil de sterk verdeelde extreem-rechtse partijen verenigen. Op dat moment worden er onder leiding van Philip de Winter van het Vlaams Blok namelijk verwoede pogingen gedaan om tot een eenheid te komen. Rüter ziet hier wel brood in en bezoekt in november 1992 een vergadering van het Nederlands Blok, ondanks het feit dat de fusiebesprekingen inmiddels mislukt zijn. Uiteindelijk wordt hij in januari 1994 penningmeester van de partij. Wanneer Wim Vreeswijk (geroyeerd uit de CD wegens zijn betrokkenheid bij het Blok) de macht in de partij in handen weet te krijgen, verlaat Rüter in juni de partij weer. In oktober wordt er een poging gedaan het Nederlands Blok in diskrediet te brengen door namens de partij een uitnodiging te versturen voor de viering van de honderdste geboortedag van NSB-leider Anton Mussert. Hardnekkige geruchten luiden dat Rüter de man achter deze actie is geweest.
Tijdens zijn Blok-periode wordt Rüter (in oktober 1993) lid van de CP’86. Hij gaat zich vrijwel direct inzetten voor de kring Arnhem en wordt hoofdredacteur van het lokale blad ‘Arnhem’s Glorie’ dat vanaf 1994 verschijnt. Daarnaast verzorgt hij de lay-out van dit blad. Opmerkelijk is dat in het eerste nummer van dit kringblad een artikel van Douwe van der Bos staat, terwijl die in Friesland woont. Rüter en Van der Bos hebben al geruime tijd nauw contact en zijn in dezelfde groeperingen actief. Ook Van der Bos was recent van het Nederlands Blok naar de CP’86 overgestapt.
Binnen het landelijke partij-apparaat maakt Rüter een bliksemcarrière en weet het tot spil in de partij-organisatie van de CP’86 te schoppen. In 1995 schrijft hij een ‘Voorstel tot Reorganisatie Centrumpartij ’86’. Dit is een interessant stuk, aangezien het bepalend is voor het verdere verloop van de partijgeschiedenis en de carrière van Rüter. De CP’86 hangt tot 1995 enigszins als los zand aan elkaar. Er was een landelijk bestuur, maar de kringen kenden een verregaande onafhankelijkheid. In een aantal regio’s (waaronder Rüters eigen regio) verliep dit voorspoedig, doordat er voldoende actieve leden waren. Andere kringen kwamen niet of nauwelijks van de grond. Daarnaast was er nauwelijks sprake van een strategie en had de partij in het verkiezingsjaar 1994 in de ogen van Rüter een veel te beperkt succes behaald. Om hier verandering in te brengen doet Rüter in zijn plan een aantal voorstellen. Hij wil de partij strak en hiërarchisch organiseren en voorzien van een duidelijke ideologie en strategie. De ideologie en strategie wil hij door een denktank binnen de partij laten uitstippelen. Als belangrijkste organisatorische aanpassing wil hij een kringencoördinator, die de afzonderlijke kringen gaat begeleiden en controleren. Verder moeten er veel meer acties door de partij en door partijleden gevoerd gaan worden. Een deel van deze acties moet agressief zijn, maar mag dan niet onder partijnaam gevoerd worden. Verder pleit Rüter voor een wijziging van de onduidelijke en beladen partijnaam CP’86. Als laatste pleit Rüter voor scholing van het partijkader en de militanten. Naast deze adviezen is het stuk opvallend omdat het doordrenkt is met Hitler-verering en er aan de lopende band parallellen worden getrokken met de situatie in Duitsland in 1933, om geen enkele twijfel te laten over welke kant Rüter op wil.
De voorstellen van Rüter hebben een aantal ingrijpende gevolgen: het eerste gevolg is dat hij zelf als kringencoördinator wordt aangesteld en pogingen gaat doen de afzonderlijke kringen vorm te geven. Als kringencoördinator zit Rüter in de voordelige positie dat hij aan de ene kant één van de machtigste mannen binnen de CP’86 wordt, maar zich naar buiten toe niet of nauwelijks hoeft te profileren: hij neemt geen publieke taken op zich, wordt geen bestuurslid en stelt zich niet beschikbaar als kandidaat bij verkiezingen. Dit is nog steeds een bewuste keus aangezien het zijn zaken zou kunnen schaden (Rüter is actief in de textielbranche) wanneer hij publiekelijk als rechts-extremist te boek zou staan.
Het tweede belangrijke gevolg is dat er een denktank aan het werk gaat. In 1996 blijkt dat de interne denktank van de CP’86 ook actief is geweest. Niemand minder dan Marcel Rüter heeft in samenwerking met partij-secretaris Tim Mudde een nieuw partijprogramma geschreven. In dit ‘Gele Boekje’ neemt de CP’86 de Derde Weg-ideologie over, waarvoor Rüter al pleitte in zijn reorganisatie-plan. Het zal niet verwonderen dat Rüter al enkele jaren lid is van de Engelse organisatie ‘International Third Position’, die deze ideologie wereldwijd wil uitdragen.
Het derde belangrijke gevolg is dat 1995 en 1996 zonder meer de meest actieve jaren van de CP’86 zijn geweest. De illegale demonstraties onder de partijnaam volgden elkaar in sneltreinvaart op. Daarnaast worden ook diverse acties onder gelegenheidsnamen als ‘Rechts Contact’ en ‘Nationale Revolutie’ gevoerd, om de partij met controversiëlere acties niet in diskrediet te brengen.
Het vierde gevolg is dat de CP’86 voortaan door het leven moet gaan als Nationale Volkspartij/CP’86, iets wat overigens nooit echt van de grond is gekomen.
Het laatste belangrijke gevolg is dat de scholing van extreem-rechts in Nederland vorm gegeven gaat worden door (het zal niemand verbazen) Marcel Rüter. Hij richt Studie, Opbouw en Strijd (SOS) op. Deze organisatie gaat een Nieuwsbrief publiceren en begint een boekendienst. Daarnaast organiseert SOS kaderdagen. Door middel hiervan hoopt Rüter kader en activisten van de CP’86 enig politiek en cultureel besef bij te brengen.
Na een jaar hard werken keert het tij zich eind 1996 tegen Rüter. Na een aantal pogingen om tot een fusie met de CD te komen, loopt dit op niets uit. Partijvoorzitter Ruitenberg verlaat de CP’86 en al langer spelende conflicten komen steeds meer op de voorgrond. Rüter ziet dit met lede ogen aan en stapt in september 1996 op als kringencoördinator en adviseur van het bestuur. Tim Mudde volgt hem tijdelijk op als kringencoördinator.
Nieuw Rechts
Vanaf dat moment gaat Rüter zich geheel wijden aan het onderwijzen van Heel-Nederland. Rüter is al sinds medio jaren tachtig een veelschrijver. Vanaf 1989 is hij ook te vinden in Nieuw Rechtse hoek. “Nieuw Rechts” is de naam van een stroming die zijn oorsprong heeft in het Frankrijk van de jaren zeventig. Het idee van Nieuw Rechts is dat het gebrek aan succes door extreem-rechtse partijen vaak te wijten is aan het gebrek aan kennis en ideologie bij de rechts-extremisten zelf. Daardoor kunnen zij hun ideeën slecht overbrengen op de maatschappij, met alle gevolgen van dien. Een maatschappij zal eerst op een intellectueel en cultureel vlak rijp gemaakt moeten worden voor extreem-rechtse ideeën, voordat extreem-rechtse partijen succes kunnen hebben. In Frankrijk is deze theorie met veel succes in de praktijk gebracht, wat een belangrijke wegbereider voor de verkiezingssuccessen van het Front National is geweest.
In Nederland is “Teksten, Kommentaren en Studies” één van de weinige bladen die serieus met dit idee bezig is. Dit blad wordt in Nederland verspreid door de ex-NVU’er Guus Looy. In dit blad begint Rüter vanaf 1990 te publiceren. Praktisch tegelijkertijd wordt hij de Nederlandse correspondent van het Nieuw Rechtse blad “Nation Europa” uit Duitsland. In dit laatste blad schrijft hij onder andere een artikel over de “Nederlands Kroatische Werkgemeenschap”, die druk doende is Nederlandse vrijwilligers naar de Joegoslavische burgeroorlog te sturen en een artikel over het twintigjarig bestaan van de NVU.
In dit zelfde jaar richt Rüter ‘Rechts Contact’ op. Dit is een poging om een extreem-rechtse denktank, alias discussieclub, te vormen. Het doel van deze club is “het bestuderen van de conservatieve revolutie, het nationalisme en een oprechte rechtse levenshouding.”
Door zijn activiteiten voor het Nederlands Blok en de CP’86 komen deze activiteiten enige jaren stil te liggen, maar in het hierboven beschreven reorganisatie-stuk komt zijn Nieuw Rechtse achtergrond duidelijk weer naar boven. Het hieruit voortkomende SOS sluit hier dan ook naadloos op aan. De SOS-nieuwsbrief publiceert over allerhande ideologische, culturele en historische kwesties. Verder distribueert de SOS-boekendienst een scala aan extreem-rechtse, Nieuw Rechtse en fascistische literatuur. Daarnaast publiceert SOS zelf een aantal flinterdunne brochures en een aantal artikelen in bladen die de Nederlandse rechts-extremist in enkele pagina’s iets wijzer proberen te maken. Als laatste organiseert SOS kaderdagen, waarin deelnemers voorgelicht worden over allerlei aspecten van het leven van de rechts-extremist.
Wanneer Rüter de CP’86 in september 1996 de rug toekeert gaat hij zich geheel richten op de educatie van extreem-rechts en neemt daartoe de Nederlandse tak van Voorpost over. Rüter was in het voorjaar van 1984 al lid van Voorpost geworden in verband met hun pro-apartheidsstandpunt. In 1989 treedt hij toe tot de Voorpostraad Nederland en publiceert regelmatig in hun blad “Revolte”. Ook is hij Voorpost-contactpersoon voor Oost-Nederland, organiseert bijeenkomsten en treedt op als spreker. In 1996 is hij bestuurslid en vanaf najaar 1996 de voorzitter. Ook bij Voorpost in België is hij een graag geziene gast en spreker (In België lijkt men echter moeite te hebben met zijn on-Nederlandse achternaam en wordt hij meestal aangekondigd als Marcel Rutten).
Voorpost Nederland wordt onder zijn bezielde leiding een organisatie in de Nieuw Rechtse traditie. SOS wordt onder de hoede van Voorpost geplaatst als intellectuele denktank en onderwijs-orgaan. Daarnaast wordt vanuit Voorpost de Nederlandse Studentenvereniging (NLSV) opgericht en onder de hoede van de extreem-rechtse studenten Michel Hubert en Jan Koevoet geplaatst. Deze NLSV moet studenten warm maken voor het nationalistisch gedachtegoed van Voorpost, wat vooralsnog niet of nauwelijks lijkt te lukken.
Verder weet Voorpost enkele minder domme figuren uit CP’86-kringen voor zich te winnen. Met name Tim Mudde, de nieuwe actieleider van Voorpost, moet hier worden genoemd. Anderen, zoals Hendrik Noordhoek, Mart Giesen en Robin Versteeg leveren bijdragen aan de SOS-nieuwsbrief.
Of de plannen van Marcel Rüter, om via Voorpost daadwerkelijk invloed te krijgen op het intellectuele en politieke debat, is op dit moment nog moeilijk te zeggen. Aan de ene kant is het niveau van de schrijfsels van Rüter en andere Voorpost-leden bedenkelijk laag. Toch kan ze een visie niet ontzegd worden en lijken ze het tij mee te hebben. Van verschillende kanten (te denken valt aan mensen als Pim Fortuyn) zijn geluiden te horen, die bijzonder goed in het straatje van Rüter cum suis passen.
Wat overigens wel lijkt te lukken is Rüters doelstelling om van Voorpost een organisatie te maken voor alle rechts-extremisten in Nederland. Zo nemen zowel de Volksnationalisten Nederland (VNN) als de Jonge Centrumdemocraten deel aan een Willem de Zwijger-herdenking van Voorpost in Delft en is een prominent lid van Voorpost (Michiel Bos uit Arnhem) aanwezig geweest bij acties van de CP’86/NVU en van de VNN.