Home » Politieke partijen » Partij Voor de Vrijheid » Extreemrechtse wortels Raymond de Roon – PVV

Extreemrechtse wortels Raymond de Roon – PVV

Hoe komt een Nederlands parlementslid op het idee om “stadscommando’s “ op de Nederlandse steden los te laten om de orde te handhaven? En wat zegt dat eigenlijk over de ideeën van Raymond de Roon, de bedenker van dit plan? En stel nu dat hij Minister van Justitie zou worden, wat betekent dat dan voor onze samenleving? Een blik op het verleden van Raymond de Roon laat weinig ruimte voor twijfel over de context waarin we die plannen moeten bezien.

In de jaren zeventig is de gegoede burgerij in Nederland in verwarring. Ze zien hun moraal geprovoceerd door de opkomst van linkse actiegroepen en initiatieven. Provo en de Kabouters, de VPRO en Dolle Mina, krakers en studentenorganisaties. Vanuit allerlei hoeken en gaten worden vertrouwde normen en waarden aangevallen. In rechtsextreme kringen probeert men te zoeken naar een passend antwoord op deze bedreigingen van de maatschappelijke orde. Het weekblad “De Vrije Pers” was een van de platforms voor hun ongenoegen.

Advertentie in de Vrije Pers

De Vrije Pers was weliswaar een marginaal blaadje, maar de personen die erachter zaten waren dat allerminst. Zij zorgden namelijk voor de nodige spraakmakende incidenten in die periode. Om wie ging het hier?

De Vrije Pers werd uitgegeven door de Partij Nieuw Rechts (PNR), een extreemrechts partijtje waarbij figuren actief waren als Joop Baank, Paulus van Goch en Veronica oprichter Max Lewin. Lewin was al vanaf de jaren vijftig actief bij rechtse tot extreemrechtse initiatieven. Het karakter van dit groepje laat zich het beste schetsen door een affaire uit 1975. In dat jaar tapt de BVD (voorloper van de huidige AIVD) de telefoon van Max Lewin af en zo komt een plan aan het licht om een bom tot ontploffing te laten brengen in de Amsterdamse metro. Die metro wordt op dat moment nog aangelegd. De grootschalige sloop in het oude Amsterdamse stadscentrum stuit op massaal verzet vanuit bewoners- en krakersorganisaties. Joop Baank is echter helemaal niet blij met dit volksverzet en hij wil met wat kompanen een bom plaatsen met het idee dat de linkse protestorganisaties hier de schuld van krijgen. Dat zou deze linkse activisten ernstig in diskrediet brengen. Aanvankelijk slaagt die opzet, omdat na de vroegtijdige ontmanteling van de bom in de media en het lokale bestuur direct richting de metrodemonstranten wordt gewezen. De BVD is echter op de hoogte en de politie kan op tijd ingrijpen en de echte daders oppakken. Joop Baank krijgt enkele maanden gevangenisstraf.
In extreemrechtse kringen waren in de jaren daarvoor wel meer initiatieven te zien die rechtstreeks gericht waren tegen progressieve en linkse initiatieven. Joop Baank zelf ontvoerde begin jaren zeventig Provo Roel van Duijn om hem “een lesje te leren”.

De Vrije Pers over de BVD
De Vrije Pers over de BVD

Link met Raymond de Roon

We zien hier dus een kleine extreemrechtse groep, waarvan de kaderleden betrokken zijn bij een bomaanslag en ontvoering. Maar wat heeft dit alles te maken met De Roon en zijn stadscommando’s?
In maart 1971 sturen twee scholieren een brandbrief naar het PNR-blad “De Vrije Pers”. Ook zij maken zich ernstig zorgen over de opkomst en invloed van linkse groepen. Het gaat hier om Charles Evers uit Oegstgeest en Raymond de Roon uit Amsterdam. Zij schrijven dat ze een krachtiger optreden willen van de overheid, vooral tegen alle links-politieke groeperingen. Verder stellen zij: “Wij zijn van mening, dat indien aan deze ontwikkeling geen halt wordt toegeroepen, de zwijgende meerderheid er toe gedwongen zal worden het parlementair-democratische stelsel tijdelijk buiten werking te doen stellen om langs buitenparlementaire weg tot een krachtig bewind te geraken.” Als mooi voorbeeld ziet het duo dan het dictatoriale Griekse kolonelsregime dat eind jaren zestig de macht had gegrepen in Griekenland. Vooral de repressie tegen de linkse Grieken spreekt Evers en De Roon aan: “Wij als jongeren zijn er van overtuigd, dat er ook in ons land personen zijn, die een dergelijk bewind zouden kunnen voeren en in dit verband noemen wij met instemming een uitspraak van de Griekse minister Pattakos: “Er zijn in alle landen onbekende kolonels, zoals wij dat zelf waren voor de 21e april van het jaar 1967”. Het duo stelt verder: “Wij als jongeren willen, dat het houden van zinloze demonstraties en het organiseren van provocaties door extremistische jongerengroepen aan banden wordt gelegd. Wij als jongeren eisen, dat de overheid ondermijnende activiteiten van instellingen als de ASVA, Socialistische Jeugd, Rode Jeugd, VPRO enz. aanmerkt als bedreigingen van de Nederlandse samenleving en de rechtsorde, zoals die door de overgrote meerderheid van de Nederlandse bevolking wordt aanvaard en ondersteund en dat de overheid dergelijke activiteiten met alle middelen zal bestrijden en ze de kop indrukken.” Charles Evers en Raymond de Roon roepen andere jongeren op zich aan te melden voor een Nationale Jongerenorganisatie.

Brandbrief De Roon in de Vrije Pers
Brandbrief De Roon in de Vrije Pers

Heel succesvol is deze oproep niet geweest. Raymond de Roon sluit zich later dan zelf maar aan bij een soortgelijk initiatief, de Nationale Veiligheids Brigade (NVB). Deze club wordt omschreven als “knokploeg” en roept in de zomer van 1971 middels advertenties in De Vrije Pers op voor een extreemrechtse burgerwacht “Tegen ordeloosheid en gezagsondermijning”.
“Ex beroepsmilitair, uitholling van onze nationale weerbaarheid meer dan beu, zoekt contact met andere ex-beroepsmilitairen, oud-commando’s en mariniers, voormalige leden van de Koninklijke Marechaussee, gewezen politiefunctionarissen, leden en ex-leden van de Nationale Reserve en andere gezagstrouwe burgers van Nederlandse nationaliteit.” Belangstellenden kunnen een brief naar het adres van De Vrije Pers sturen. In een pamflet roept de NVB ook “Jonge mannen van 16 jaar en ouder” zich aan te melden.


Voorzitter Piet van der Linden legt in november 1973 in een interview uit wat de NVB van plan is.

Wat de vereniging gaat doen is eerst koninklijke goedkeuring aanvragen. Dan moeten de leden – “ik reken toch zeker op ’n paar duizend man” – zich gaan aansluiten bij bestaande schietverenigingen om wapens te leren hanteren. Om, wanneer de burgeroorlog uitbreekt, zich te melden bij het bevoegde gezag. De voorbereidingen van de coup ziet de heer Van der Linden om zich heen gebeuren: “De kabouters en hoe ze zich ook noemen proberen onze economie dol te draaien. Neem nu het geval met die rubbertegels. Ze hebben een rel ontketend omdat stenen tegels levensgevaarlijk zouden zijn in speeltuintjes. De overheid ging direct door de knieën en plaatste rubbertegels. Het gevaar blijft even groot want ze liggen in keiharde zandgrond. Wat ze wel bereikt hebben is dat de gemeenschap weer voor een miljoen gulden is ondermijnd”.


De jonge Raymond de Roon voelt zich klaarblijkelijk aangesproken. Datzelfde geldt voor de eerdergenoemde Paulus van Goch en Joop Baank. Ook zij zijn enige tijd actief bij de NVB. Paulus van Goch schopt het zelfs tot bestuurslid. De wapenkennis van Joop Baank ligt ook helemaal in het verlengde van de doelstellingen van de NVB. Hij is immers al sportschutter en wapenhandelaar.

Advertentie Nationale Veiligheids Brigade
Advertentie Nationale Veiligheids Brigade

Hoe is het Raymond de Roon verder vergaan? Eind 1973 vertelt Piet van der Linden dat ook Raymond de Roon bestuurslid van de NVB geweest is. Hier is echter een einde aan gekomen onder druk van zijn vader. Er belde namelijk een vreemde man aan bij de familie De Roon in Amsterdam. Raymond woont dan nog in zijn ouderlijk huis. Het blijkt om de heer Lodewijks te gaan. Die zoekt contact met bestuurslid De Roon van de Nationale Veiligheids Brigade. Als de heer Lodewijks lid blijkt te zijn van “een club van gefrustreerde oud-NSB’ers” is de vader van Raymond de Roon not amused. Of, zoals het in die tijd in goed Nederlands uitgedrukt werd: “De vader werd hierdoor zo van weerzin vervuld dat hij zijn zoon direct verbood nog verder met ons in zee te gaan.”. En NVB-voorzitter Piet van der Linden kan weten waar hij het over heeft, want hij heeft al sinds de jaren vijftig te maken met voormalige politieke delinquenten. Een term waarmee na de oorlog landverraders en NSB’ers aangeduid werden. Van der Linden was in 1956 een van de oprichters van de Nederlandse Oppositie Unie, waar ook voormalige NESB’ers in zaten. De NESB was kort daarvoor verboden omdat het als voortzetting van de NSB werd gezien.

Later in de jaren zeventig was Piet van der Linden ook nog betrokken bij de NVU van Joop Glimmerveen. Die zelfde Joop Glimmerveen is eind 1972 en begin 1973 bestuurslid van de Brigadestaf van de Nationale Veiligheids Brigade. Er komt echter zo weinig van de grond dat hij teleurgesteld terugkeert naar de NVU. In de decennia erna wordt Joop Glimmerveen een van de meest spraakmakende figuren binnen radicale neonazikringen in Nederland.

Nadat Raymond de Roon door zijn vader een verbod opgelegd gekregen heeft nog langer met de NVB in zee te gaan, gooit hij het over een andere boeg. Hij stort zich volledig op zijn rechtenstudie waarvoor hij ondertussen colleges in Leiden volgt. Er ligt voor hem een glansrijke juridische carrière in het verschiet. Ondanks de belangstelling van de BVD voor de extreemrechtse kringen waarin hij verkeerde, wordt Raymond de Roon er niet uitgepikt bij de screening voor functies binnen justitie. Het is onduidelijk of dit ligt aan de gebrekkige samenwerking tussen de verschillende diensten of dat men er simpelweg geen probleem in zag. Vanaf de jaren tachtig kan hij steeds verder opklimmen en in 2003 wordt hij zelfs Advocaat-generaal bij het Gerechtshof in Amsterdam.

Hero Brinkman (links) en Raymond de Roon (rechts) in actie voor Wilders, 20 januari 2010

Nadat hij voor de PVV in de Kamer is gekozen, haalt hij het oude NVB-plan van een gezagsgetrouwe burgerwacht weer van stal en vormt dat om tot stadscommando’s. Dat plan wordt veelal met verbazing ontvangen. Het leger inzetten in de eigen maatschappij, dat kan toch geen serieus plan zijn? Of bedoelt de PVV iets anders met de legerterm “commando”?
De hierboven geschetste denkbeelden van De Roon alsook zijn politieke soulmates uit die jaren, beloven niet veel goeds. De afschaffing van de parlementaire democratie, het instellen van een militaire dictatuur en het leger de orde laten handhaven? De geschiedenis leert dat dan alle problemen zijn opgelost. Toch?


Bronnen

# De Vrije Pers

#Nieuwe Leidsche Courant

#De Tijd

‘De Nederlandse Volks-Unie – Portret van een racistische splinterpartij’, Bouw, Van Donselaar, Nelissen, 1981

NRC 1 maart 2010

speciale dank voor het journalistieke werk van het NRC

De Vrije Pers

6 maart 1971

Twee Scholieren in open brief contra extremisme

Twee Nederlandse middelbare scholieren willen in ons land een deel van de zwijgende meerderheid wakker schudden en met name hun leeftijdgenoten mobiliseren tegen wat zij in een Open Brief aan De Vrije Pers noemen: de dreiging, die ons van bepaalde kant besluipt.

Charles Louis Evers uit Oegstgeest en Raymond de Roon uit Amsterdam schrijven het volgende:

“Wij als jongeren moeten alle constructieve krachten in ons land, die zich politiek niet weren, op het onjuiste van hun houding wijzen. het is volkomen fout als men meent, dat er aan de extremistische dreiging van thans niets meer te doen is. Daarom doen wij een oproep tot de vaderlandslievende jongeren om de handen ineen te slaan en gezamenlijk een dam op te werpen tegen de destructieve politiek van linkse extremisten.

Wij als jongeren hebben ernstig bezwaar tegen de wijfelende houding, die overheid, politie en justitie aannemen ten opzicht van gezagsondermijnende activiteiten. Wij veroordelen vooral de aandacht, die pers, radio en televisie in onevenredige mate schenken aan dat soort activiteiten, terwijl aan gezonde en opbouwende activiteiten veel te weinig of in het geheel geen aandacht wordt gegeven.

Wij als jongeren vinden ook, dat de Nederlandse regering veel krachtiger moet optreden als bevriende mogendheden in moeilijkheden verkeren. Wij verlangen, dat er een eind komt aan communistische en buitenlandse infiltraties in ons land, aan ordeverstoringen, vernielingen en misdadigheid, aan straatterreur en het kraken van panden en vooral aan de voortdurende intimidatie door extremistische groepen en personen, o.m. op onze middelbare scholen en universiteiten. Wij zijn van mening, dat indien aan deze ontwikkeling geen halt wordt toegeroepen, de zwijgende meerderheid er toe gedwongen zal worden het parlementair-democratische stelsel tijdelijk buiten werking te doen stellen om langs buiten-parlementaire weg tot een krachtig bewind te geraken.

Wij als jongeren zijn er van overtuigd, dat er ook in ons land personen zijn, die een dergelijk bewind zouden kunnen voeren en in dit verband noemen wij met instemming een uitspraak van de Griekse minister Pattakos: “Er zijn in alle landen onbekende kolonels, zoals wij dat zelf waren voor de 21e April van het jaar 1967”

Wij als jongeren willen, dat het houden van zinloze demonstraties en het organiseren van provocaties door extremistische jongerengroepen aan banden wordt gelegd.

Wij als jongeren eisen, dat de overheid ondermijnende activiteiten van instellingen als de ASVA, Socialistische Jeugd, Rode Jeugd, VPRO enz. aanmerkt als bedreigingen van de Nederlandse samenleving en de rechtsorde, zoals die door de overgrote meerderheid van de Nederlandse bevolking wordt aanvaard en ondersteund en dat de overheid dergelijke activiteiten met alle middelen zal bestrijden en ze de kop indrukken.

Wij als jongeren doen een klemmend beroep op onze leeftijdgenoten om te komen tot de oprichting van een Nationale Jongerenorganisatie ter verdediging van de normen en waarden van onze samenleving en ter bestrijding van extremistische uitwassen, die ons land bedreigen. Wij wekken daarom alle constructieve jonge Nederlanders op zich bij ons aan te sluiten en betuigingen van adhesie te zenden naar de redactie van dit blad of naar een van onderstaande adressen.

Ch.L. Evers
(adres verwijderd, Kafka)
Oegstgeest

R. de Roon
(adres verwijderd, Kafka)
Amsterdam

Terug naar boven #boven

Terug naar boven #boven

De Tijd

8 november 1973

Voorzitter Nationale Veiligheidsbrigade: Nederlandse volk moet eindelijk wakker worden.
Overheid bijstaan in bange dagen

interview door P. v.d. Eijk
van onze verslaggever.

Den Haag, 8 nov.- Op hetzelfde ogenblik dat zich in het huis van bewaring in Groningen dramatische tonelen afspelen en het leven gevaar loopt van gijzelaars en gedetineerden, die in uiterste wanhoop op een uitzichtloze manier verbetering van hun toestand proberen af te dwingen, zegt de heer Piet van der Linden, comfortabel gezeten in zijn welingerichte huiskamer aan de Anna Paulownastraat, ontwetend nog van de gebeurtenissen elders, opgewekt: “Gevangenis? Ach meneer, voor velen is dat al lang geen staf meer. Het is er achter elkaar recreatie geblazen. Ze mogen televisie kijken of er wordt ’s avonds een orkestje gehuurd of een goochelaartje. Menige gevangene zit liever daar dan thuis in een klein kamertje met eens tel jengelende kinderen om zich heen. Als het eten en de stoelgang maar goed zijn zijn ze al lang tevreden. Dat verklaart misschien waarom velen in de misdaad terugvallen wanneer de straf om is. Ze willen er graag terug”.

De heer Van der Linden, nering drijvend in gehoorapparaten (GEHOORAPPARATEN) is de voorzitter van de nog maar enkele dagen bestaande Nationale Veiligheidsbrigade. Een organisatie die de zwijgende meerderheid wil opwekken paraat te zijn om de overheid straks bij te staan in bange dagen, die wellicht dichter bij zijn dan we denken. De heer Van der Linden vindt dat goedwillende burgers zich vertrouwd dienen te maken met het gebruik van vuurwapens om die beoogde hulp ook in daden te kunnen omzetten als het moet. Van der Linden acht de kans namelijk geenszins uitgesloten dat anarchisten, die hij nu nog weliswaar slechts incidenteel, maar wel degelijk systematisch, bezig ziet het gezag te ondermijnen, straks de kans schoon zien gewapenderhand naar de macht te grijpen. En dan wil Van der Linden met zijn wapenbroeders de straat op om zich als hulp bij het bevoegd gezag te melden.

Piet van der Linden (1976)

Parmantig.
Eerder eigenlijk ook wel om door “voorbeeldige geweldloze intimidatie” het bezit van burgers veilig te stellen, dat de laatste tijd steeds meer bedreigd wordt, bijvoorbeeld door krakers. “Wie zegt dat ze straks niet op het idee komen om in jachthavens luxe bootjes te gaan lek steken, zomaar voor de aardigheid” zegt hij inventief. “In dat soort gevallen willen wij de wacht betrekken, niet om hardhandig te gaan optreden maar om erger te voorkomen. Als wij er staan zullen belagers zich wel afgeschrikt voelen. Mochten ze toch tot de aanval overgaan dan slaan we natuurlijk wel terug. Maar het woord knokploeg wil ik nooit horen. Dat is zo decadent. Ik heb het woord zelf nooit in de mond gehad. Kwaadwillige journalisten maken dat ervan.”

De heer Van der Linden, 50 jaar, welbespraakt, met parmantige snor met omhooggerichte punten, vindt dat het Nederlandse volk eindelijk eens wakker moet worden om zijn vrijheid te verdedigen nu deze volgens hem steeds meer wordt uitgehold. Daarom ook dat hij grif reageerde op de oproep van een oud-commandostrijder en oorlogsveteraan, gedaan in De vrije pers, weekblad van de zwijgende meerderheid, geredigeerd door Max Lewin van Nieuw Rechts, om een “weerbaarheidskorps” op te richten. Ook Van der Linden zag de noodzaak daarvan al lang in want in het leger met zijn sabotagedaden en gezagsondermijnende publikaties heeft hij geen enkel vertrouwen. En enkele ervaringen met de politie stellen hem ook nauwelijks gerust over de weerbaarheid van de politie. Het is hem meer dan eens gebleken dat de politie bang is voor de onderwereld en niet durft in te grijpen. Zo is Van der Linden zelf onlangs op klaarlichte dag gemolesteerd door enkele “spierbalproleten” bij een verkeersruzietje. Ingehaald bij een stoplicht moest hij door het geopende raampje een vuistslag incasseren van de een terwijl een ander zich onledig hield met het in de vernieling schoppen van zijn autodeur. De aangifte heeft tot geen enkele actie van de politie geleid. “De politie is gewoon bang dat ze tot op het bureau toe de boel komen terroriseren. Dat is al eens gebeurd. Nu was dat van mij nog een betrekkelijk onbelangrijk geval. maar het betekent natuurlijk wel dat die kerels de volgende keer precies doen waar ze zin in hebben. Wie maakt ze wat?”

Viezerikken
De rechterlijke macht is een van de 1032 dingen waarover de heer Van der Linden niet te spreken is. Hij haalt enkele recente, zijns inziens veel te zachtaardige vonnissen aan en komt te spreken over het geding tegen de N.V.S.H. over de abortus-uitzending. “De rechter heeft gewoon tijd verspild door de partijen te horen. Zijn oordeel stond tevoren al vast” zo onthult hij. Ook is hij weinig gesticht door de N.V.S.H. “Het gaat allemaal onder het mom van voorlichting maar als u het mij vraagt beleven die viezerikken gewoon mondpret aan al die vuiligheid. Daarbij willen ze natuurlijk ook nog eens een keer provoceren. Nee, natuurlijk niet. Ik was niet verplicht om te kijken. Maar heb ik dan ’n toestel gekocht om de knop om te draaien? Amusement willen we en geen vuiligheid of alsmaar politiek”.
Via zijn overtuiging dat door liederlijk gedrag van vele zwangere vrouwen – “dat rookt, drinkt en telt maar door” – het aantal geestelijk onvolwaardige kinderen sterk stijgende is – “het zullen niet allemaal monsters van Frankenstein of Dracula’s worden, maar de kinderen krijgen een verminderde intelligentie, de statistieken erover durft men niet vrij te geven” – komen we toch weer op de Veiligheidsbrigade.
Medebestuurslid is de heer P. van Goch, wagenvoerder bij de Haagsche Tramweg Maatschappij, die door zijn werk regelmatig met vandalisme geconfronteerd wordt. Van der Linden vertelt: “Van Goch rijdt ’s avonds laat met zijn tram naar Scheveningen. Op een bepaald traject legt de jeugd dan steeds weer ijzeren (………) op de rails om de tram te laten ontsporen. De politie is altijd te laat en zij zegt er weinig tegen te kunnen doen. De man heeft er nu ook genoeg van”.

Gefrustreerden
Het derde bestuurslid, de 19-jarige student R. de Roon heeft inmiddels al weer op gezag van zijn ouders moeten bedanken. De familie kreeg direct al een zekere Lodewijks aan de deur die volgens de heer Van der Linden lid is van een club van gefrustreerde oud-n.s.b.-ers. “De vader werd hierdoor zo van weerzin vervuld dat hij zijn zoon direkt verbood nog verder met ons in zee te gaan. Erg jammer want wij kennen die Lodewijks helemaal niet. Hij heeft niets met ons van doen. Hij heeft mij ook benaderd maar ik heb hem gezegd dat wij niets met hem te maken willen hebben”.
Wat de vereniging gaat doen is eerst koninklijke goedkeuring aanvragen. Dan moeten de leden – “ik reken toch zeker op ’n paar duizend man” – zich gaan aansluiten bij bestaande schietverenigingen om wapens te leren hanteren. Om, wanneer de burgeroorlog uitbreekt, zich te melden bij het bevoegde gezag.
De voorbereidingen van de coup ziet de heer Van der Linden om zich heen gebeuren. “De kabouters en hoe ze zich ook noemen proberen onze economie dol te draaien. Neem nu het geval met die rubbertegels. Ze hebben een rel ontketend omdat stenen tegels levensgevaarlijk zouden zijn in speeltuintjes. De overheid ging direct door de knieën en plaatste rubbertegels. Het gevaar blijft even groot want ze liggen in keiharde zandgrond. Wat ze wel bereikt hebben is dat de gemeenschap weer voor een miljoen gulden is ondermijnd. Ze werken niet en profiteren van de sociale voorzieningen. Dat kan geen gemeenschap opbrengen. Als de economie in elkaar stort slaan zij hun slag” zo voorziet de heer Van der Linden.
Voorts laat de heer Van der Linden nog weten voorstander te zijn van verplichte scholing en vorming voor de tallozen die met hun vrij tijd geen raad weten en zaterdags in kroegen rondhangen. “De mensen zouden over allerlei dingen heel anders gaan denken. Ze zijn te weinig onderlegd. Ze zouden tot veel verstandiger oordelen kunnen komen”
De heer Piet van der Linden heeft h.b.s.

Terug naar boven #boven