Midden jaren negentig waren gabbers hot news. De keiharde muziek, opzichtige kledingstijl, de grote hoeveelheden drugs, maar vooral de populariteit van de subcultuur zorgde voor grote mediabelangstelling. De publicaties gingen vaak over het negatieve karakter van de scene: het drugsgebruik, maar ook de vermeende extreemrechtse ideeën van Gabbers.
Na de moord op Theo van Gogh kwam een vergelijkbare golf van media-aandacht tot stand. Daarbij ging het weer om Gabbers, die nu “Lonsdalejongeren” werden genoemd, en weer ging het vooral om overlast, rechtsextremisme en geweld. Gaat het hier om eenzelfde groep die 10 jaar ouder is, of is er iets anders aan de hand?
Old School Gabbers
De generatie Gabbers, die actief was in de jaren negentig, worden tegenwoordig de “Old School” genoemd. De muziekstijl (harde, snelle technomuziek zonder tierelantijnen) die deze scene bijeen bracht ontstond begin jaren negentig in Rotterdam. De scene groeide binnen een paar jaar tijd uit tot de belangrijkste subcultuur onder Nederlandse jongeren en was erg zichtbaar. Gabbers hadden een uniform uiterlijk: Jongens scheerden zich kaal en droegen Australian trainingspakken en Nikes; meisjes schoren hun haar op en vlochten het resterende haar in dikke vlechten. Verder was het populair om wenkbrauwen af te scheren of te bewerken. Het drugsgebruik lag hoog. Binnen de scene waren goedkope partydrugs als speed en XTC erg populair. In welke mate extreemrechtse ideeën een vast onderdeel waren van de scene was niet altijd even duidelijk. Het trots-zijn-op-je-land/streek/stad was dat zeker wel. Er vonden ook regelmatig conflicten plaats tussen Gabbers uit verschillende steden (vooral Amsterdam versus Rotterdam). Vlaggetjes – van stad, streek of van Nederland – op de jas, populair bij een flink deel van de Gabberscene, moeten in eerste instantie hierdoor verklaard worden. Verder was het uiterlijk, dat erg leek op het uiterlijk van Skinheads, voor buitenstaanders reden om Gabbers te associëren met rechtsextremisme.
Maar dat was niet het hele verhaal. Er was wel degelijk sprake van rechtsextremisme binnen de scene. Veel Gabbers gaven in interviews aan xenofobe, racistische of extreemrechtse ideeën te huldigen. Daarnaast genoten het Keltisch kruis en de nazistische CP’86 een zekere populariteit binnen Gabberkringen. Daar tegenover stond dat er zowel binnen als buiten de Gabberscene veel weerstand bestond tegen dergelijke ideeën en er ook actief stelling tegen werd genomen. Gabbers die te kennen gaven racistische of extreemrechtse ideeën te huldigen, kregen in de loop van de jaren negentig in toenemende mate te maken met oppositie vanuit de eigen gelederen. Er stond bijvoorbeeld een organisatie op, “United Gabbers Against Racism and Fascism” die zich actief keerde tegen vreemdelingenhaat binnen de scene.
De problemen die samenhingen met de Gabberscene verdwenen eind jaren negentig even snel als ze ontstaan waren. De hele scene stortte namelijk in elkaar. Nadat Gabber zo populair was geworden dat er allerlei flauwe aftreksels in de hitlijsten terecht kwamen en er bijvoorbeeld Gabberfeesten voor kleuters werden georganiseerd, haakten veel oorspronkelijke Gabbers af en raakte de scene in de vergetelheid. Een kleine groep liefhebbers bleef wel feesten organiseren en platen uitbrengen. Maar dat gebeurde in de subculturele Underground.
Tweede Generatie
Vanaf 2000 ontstond er opnieuw belangstelling voor Gabbermuziek bij een groeiend aantal jongeren. Naast de muziek (die ondertussen Hardcore was gaan heten) waren drugs en rechtse politiek onderwerpen die weer op belangstelling konden rekenen.
De eerste organisatie die daarvan probeerde te profiteren was Stormfront Nederland (SFN). Die organisatie met uitgesproken nazistische ideeën, werd in 2000 opgericht en probeerde aanhang te krijgen onder Gabbers door te werven met extreemrechtse propaganda en binnen de organisatie zeer tolerant te zijn tegenover drugsgebruik (#1). SFN bleek een aantal keer in staat om een groep van tussen de vijftig en honderd Gabbers te mobiliseren voor bijeenkomsten en acties.
De werving in de Gabberscene lukte redelijk en in bepaalde regio’s (Groningen, Haaglanden, Nijmegen) was op een gegeven moment sprake van SFN-groepjes, die zelf activiteiten opzetten, zoals folderacties. Maar ook raken leden regelmatig betrokken bij allerlei geweldplegingen en andere criminele acties. Op diverse plaatsen worden allochtonen (ernstig) mishandeld, een Joodse begraafplaats wordt vernield en in twee gevallen werden er allochtonen door een groep Stormfronters neergestoken.
Al snel bleek de houdbaarheid van deze activisten niet erg lang. Discussies over drugsgebruik, totaal gebrek aan organisatie, onderlinge ruzies en confrontaties met tegenstanders zorgden al snel voor een leegloop. Vanaf 2002 stortte SFN in elkaar om in 2003 definitief te verdwijnen.
SFN was overigens niet illustratief voor de rest van de oplevende Gabberscene. Bij een folderactie tijdens de Rotterdamse Danceparade in 2001 kregen de SFN-leden te maken met massale reacties van het publiek, waardoor ze het hazenpad moesten kiezen. Ook de neergang van SFN liep bepaald niet parallel met de tweede generatie gabbers. De Gabberscene groeide ondertussen door als kool. Wel traden er veranderingen op ten opzichte van de scene uit de jaren negentig. De muziek was nog steeds hard en snel, maar was wel vernieuwd. Daarnaast veranderde de uiterlijke kenmerken ook. De kale koppen bleven, maar de trainingspakken verdwenen bijna helemaal. De tweede generatie kopieerde veel kledingkenmerken van Skinheads: Spijkerbroeken, kistjes, geruite overhemden en vooral T-shirts, truien en jassen van het merk “Lonsdale”. Bij meisjes werd de ”Heidi-look” populair, strakke vlechten, bloes en korte rok.
Wat verder opviel is dat in de jaren negentig De Gabberscene ontstond en groot werd in de Randstad. Van daaruit kreeg de scene aanhang in het hele land, maar de oriëntatie bleef toch randstedelijk. Met de nieuwe generatie lijkt dit veel minder het geval. De Gabberscene heeft veel aanhang buiten de Randstad en in steden als Amsterdam en Rotterdam lijken nauwelijks Gabbers rond te lopen.
Wat ook is veranderd is de aandacht voor racisme en rechtsextremisme. Het grootste deel van de Gabberscene en andere liefhebbers van Hardcore hebben niks te maken met dit rechtsextremisme. Maar een deel van de Gabbers meent dat vreemdelingenhaat, racisme en rechtsextremisme vast onderdeel vormt van de subcultuur. Extreemrechtse symboliek als Keltische kruizen, “88” en beelden uit de film “American History X” (#2) vonden massaal toegang tot de Gabberscene. Het is echter maar de vraag of de betekenis van dergelijke symbolen wel altijd evengoed doordringt tot betrokkenen. De antifascistische film “American History X” is al genoemd.
Maar ook de combinatie van plaatjes van Pim Fortuyn en Adolf Hitler, die met enige regelmaat terugkeren op websites van gabbers, laten een – op zijn zachtst gezegd – wat verstoord beeld van de politieke verhoudingen zien.
Maar of het gebruik van dergelijke symboliek nu ondersteund wordt door een doorwrochte politieke theorie of niet, in de praktijk leidt het sinds 2001 wel tot een rappe toename van het aantal gewelddadige incidenten. In een veelheid aan plaatsen waren Gabbers verantwoordelijk voor vechtpartijen, mishandelingen en andere (vaak zeer ernstige) geweldplegingen. Zo werden op een aantal plaatsen brandbommen gegooid naar “allochtone” doelen en werd regelmatig de confrontatie gezocht met allochtonen.
Ook bij dit laatste, de confrontaties, doet zich echter regelmatig de vraag voor, in hoeverre het hier gaat om rechts-extremistisch gemotiveerd geweld. Het is vaak moeilijk te achterhalen wie er begonnen is, bijvoorbeeld. Bovendien gaat het regelmatig om conflicten die meer gerelateerd zijn aan conflicten tussen verschillende jeugdstijlen, dan met racistisch geweld. Maar er zijn ook verschillende voorbeelden waarbij racisme of extreemrechtse symboliek wel degelijk oorzaak was of heeft bijgedragen aan een gewelddadig conflict.
Het blijft dus, zoals ook al eerder gesteld, lastig om in algemene termen te stellen dat het hier om “echt” rechts-extremisme gaat, omdat de daartoe behorende ideeënwereld en ideologie vaak ontbreken.
Dat ligt echter anders bij Gabbers die zich niet alleen met dit soort criminele activiteiten bezighouden, maar zich organiseren in extreemrechtse groeperingen. En ook daarvan zien we de laatste tijd een toename. In de eerste plaats gaat het daarbij om Gabbers die zich aansluiten bij bestaande extreemrechtse organisaties. In de tweede plaats gaat het om Gabbers die zelf organisaties oprichten met een extreemrechts karakter.
Om met het eerste te beginnen, vanouds zijn extreemrechtse organisaties geïnteresseerd in extremistische jongerengroepen, waarvan zij verwachten dat die mogelijk belangstelling hebben voor hun politieke ideeën. In vroegere tijden werd door extreemrechtse organisaties bijvoorbeeld geprobeerd om aanhang te verwerven onder voetbalhooligans en Skinheads. Hierin werd wisselend succes behaald. De pogingen om nu aanhang in de Gabberscene te verkrijgen zijn niet altijd even oprecht. Men is natuurlijk erg geïnteresseerd in de grote hoeveelheid Gabbers met extremistische opvattingen, die in potentie evenzoveel lidmaatschappen op zou kunnen leveren. Maar tegelijkertijd is er ook het besef dat deze jongeren alles behalve zaligmakend zijn. Ten eerste zijn leeftijd en leefstijl vaak factoren die een weinig stabiel politiek gedrag laten zien: als deze jongeren al geworven kunnen worden is het vaak voor korte tijd. Een demonstratie meelopen, een jaartje lid zit er nog wel in, maar de ervaring van de meeste partijen is, dat het dan met de meesten wel weer is afgelopen. Daar komt nog bij dat de kans op collatoral damage vrij groot is. Met enige regelmaat komen juist dit soort leden negatief in de aandacht wegens geweldplegingen en dergelijke. Toch lijkt het erop dat de verleiding om nieuwe leden binnen te halen of een paar koppen erbij te hebben bij een demonstratie, voor de partijen toch de doorslag geeft. Een sprekend voorbeeld daarvan is het nieuwe Nederlandse Volksunie-lid Johnboy Willemse. Willemse is afkomstig uit de Gabberscene en heeft een verleden bij Stormfront Nederland. Daarnaast is hij veroordeeld tot celstraf wegens een aantal ernstige geweldsmisdrijven. Niet echt een c.v. om carrière te maken in de partijpolitiek. Gevraagd naar deze antecedenten gaf NVU-voorzitter Kusters aan, dat hij zijn straf had uitgezeten en dat daarmee de kous af was. Daarmee aangevend dat een nieuw lid belangrijker is dan de bijkomende imagoschade voor de hele partij.
Het vissen in de vijver van de Gabberscene gebeurde de afgelopen tijd door alle vier de extreemrechtse partijen – Nieuw Rechts, Nieuwe Nationale Partij, Nationale Alliantie en NVU – maar niet allemaal even intensief en niet met evenveel succes. Nieuw Rechts probeerde het onder extreemrechtse Gabbers populaire internetforum Holland-Hardcore voor haar karretje te spannen, maar dat leverde maar beperkt succes op. Ook probeerde Michiel Smit de onrust rond het kledingmerk Lonsdale uit te buiten. Omdat Lonsdalekleren, populair in de Gabberscene, door een deel van de dragers en door de buitenwereld steeds vaker geassocieerd worden met extreemrechtse ideeën, zorgde de kleding vaak voor onrust en conflicten. Een aantal scholen en een enkele discotheek besloot daarop het merk in de ban te doen. Nieuw Rechts maakte zich in een aantal gevallen druk om deze “Lonsdale-verboden” en gaf jongeren advies wat ze daartegen konden ondernemen (#3). Maar veel leden leverde het hem niet op.
Ook de NNP en de NVU wisten maar beperkt aanhang te winnen onder Gabbers. Bij de Nationale Alliantie ligt dat anders. Die partij heeft de laatste tijd in een aantal regio’s (Eindhoven, Friesland, Groningen) enige aanhang weten te verwerven onder Gabbers. Die aanhang was zichtbaar op een aantal demonstraties en bijeenkomsten van de partij, waar een opvallend groot deel van de aanwezigen uit Gabbers bestond.
Maar ook dit succes moet niet overdreven worden, het gaat hier hooguit om enkele tientallen Gabbers. Veel meer succes dan de bestaande extreemrechtse partijen hebben extreemrechtse Gabber-zelforganisaties, organisaties die vanuit de Gabberscene zelf zijn ontstaan. Daarvan zijn er zeer veel, sterk wisselend van grote en van karakter. Op het Internet bestaan er honderden van dit soort clubjes, vaak bestaand uit een gabbergroep uit een bepaald dorp of regio, die zich op Internet presenteert. Dat gaat regelmatig gepaard met heftige taal, symbolen en foto’s, maar vaak doen dit soort groepen zich gevaarlijker voor dan ze zijn. Het risico ligt meer in de verspreiding van racistische, extreemrechtse, maar ook vaak nazistische en antisemitische propaganda via dit soort netwerken. Maar er bestaan ook diverse van dit soort organisaties die wel serieuzer van opzet zijn en af en toe ook behoorlijk succesvol. Een voorbeeld daarvan is Holland-Hardcore. Deze organisatie bestaat grotendeels alleen op Internet en bestaat uit een flinke, semi-professionele website met een forum waarop honderden Gabbers actief zijn. Via Holland-Hardcore wordt zeer veel extreemrechtse haatpropaganda verspreid en met de regelmaat van de klok opgeroepen tot geweld. Daarnaast worden deelnemers en bezoekers opgeroepen om lid te worden van extreemrechtse organisaties of deel te nemen aan extreemrechtse acties. Het is dan ook niet verwonderlijk dat uit het deelnemersveld van Holland-Hardcore een aantal personen zijn overgegaan tot gewelddadige acties, waaronder bijvoorbeeld brandstichting in een Islamitische Basisschool. Nadat deze personen gearresteerd en veroordeeld waren werden zij door de makers van Holland-Hardcore op de site vermeld als helden. Wie Holland-Hardcore enige tijd volgt ziet dat deelnemers de site in eerste instantie bezoeken vanwege hun interesse in Hardcore en de Gabbercultuur. Met grote regelmaat zie je dat ze in een redelijk kort tijdsbestek meegesleept worden in allerhande extreemrechtse discussiedraden. Het zal niet verbazen dat de personen achter Holland-Hardcore zelf ook actief zijn bij extreemrechtse activiteiten.
Een andere groepering die uit de Gabberscene stamt, is het Verenigd Nederlands Arisch Broederschap (VNAB), een clubje rond de al eerder genoemde Johnboy Willemse. Deze club wist binnen een paar maanden binnen de Gabberscene in de regio tussen Nijmegen, Venlo en den Bosch een redelijke aanhang te verwerven. Er werden pamfletten verspreid en T-shirts verkocht. Daarnaast deed een klein deel mee aan een demonstratie van de NVU en aan de Rudolf Hess-herdenking in Duitsland. Recentelijk stapte de VNAB over naar de NVU, maar onduidelijk is nog of dit geldt voor de hele VNAB-aanhang.
Een derde organisatie die afkomstig is vanuit de Gabberscene is Blood & Honour Nederland. Dit behoeft echter een nadere toelichting. Blood & Honour (B&H) is oorspronkelijk een Engelse organisatie, die ontstaan is in de jaren tachtig. Doel van de organisatie is door middel van extreemrechtse muziek de “goede zaak”te dienen. Via concerten en muziekdistributie kon namelijk geld verdiend worden, maar konden ook zieltjes gewonnen worden voor de nazistische strijd. In de loop van de jaren tachtig en negentig werd B&H een organisatie, die in vele landen actief was en waar vaak zeer veel geld in omging. Ook was de organisatie betrokken bij ernstige geweldsdelicten en terroristische acties. Alle activiteiten zorgden niet alleen voor succes, maar ook voor veel onderlinge strijd. De laatste jaren is dat een redelijk onoverzichtelijke kluwen aan organisaties geworden die allemaal claimen de échte B&H te zijn. Om enige lijn aan te brengen gaan de ruzies vooral over de vraag of de muziek of de politiek centraal moet staan. Ook in Nederland bestaat sinds 2001 een B&H-afdeling en sinds kort ook een tweede. Deze nieuwste organisatie lijkt voor een deel te bestaan uit Gabbers, maar dan wel een aparte categorie. Sinds enige tijd is het bij een deel van de Gabberscene, en dan vooral van de extreemrechtse Gabberscene, gebruik om niet alleen de kledingstijl van Skinheads te imiteren, maar zichzelf als “echte” Skinhead te presenteren. Het Gabberverleden wordt afgezworen en er wordt een opzichtige draai gemaakt in muzieksmaak. Deze Gabber-Skinheads worden door de Skinheadscene echter allerminst op prijs gesteld en zijn door hun gedrag en leeftijd ook gemakkelijk te identificeren als neppers. Daarom zijn zij aangewezen op eigen alternatieve Skinhead-organisaties. Deze nieuwe Blood & Honourgroep lijkt zich te ontwikkelen tot een dergelijke organisatie waar deze ex-Gabbers welkom zijn.
Een interessante vraag is wat er de komende tijd gaat gebeuren. Het is een kwestie van tijd totdat de Gabberscene weer in elkaar stort, het lot van elke subcultuur. Het heeft er zelfs de schijn van dat de huidige populariteit al weer over zijn hoogtepunt heen is. In de jaren negentig betekende het einde van de populariteit van Gabber ook het einde van de extreemrechtse Gabbers. Of dat dit keer ook het geval is, is echter maar de vraag. De huidige generatie Gabbers heeft te maken met een heel andere maatschappij dan die van de jaren negentig. Om te beginnen is het debat rond de vrijheid van meningsuiting door de opkomst van Pim Fortuyn en de moord op Theo van Gogh op scherp gezet, waardoor er veel meer ruimte is voor het uiten van xenofobe, racistische en extreemrechtse denkbeelden. De maatschappelijke druk tegen dergelijke ideeën is ineengeschrompeld.
Verder was het blanke karakter van de Gabberscene in de jaren negentig nog iets dat een opvallend gegeven was, terwijl op dit moment er in de hele samenleving veel meer langs etnische lijnen wordt gedacht en georganiseerd.
Ten derde spelen de moderne media een belangrijke rol in de huidige Gabberscene. Het Internet stond in de jaren negentig nog in de kinderschoenen, maar is ondertussen gemeengoed geworden. Bij de verspreiding van ideeën, maar ook bij het opzetten van acties en organisaties is het Internet van groot belang geworden. Zeer veel jongeren – en ook zeer veel Gabbers – onderhouden hun sociale netwerk voor een deel via Internet. Vaak kennen mensen elkaar alleen nog virtueel. Dit is zeker deels een verklaring voor de snelle verspreiding en de populariteit van radicaalpolitieke ideeën onder een deel van de Gabbers.
Als het zo is, dat de Gabbers in de jaren negentig, die er extreemrechtse ideeën op na hielden, met het verdwijnen van de Gabberscene in een isolement terecht kwamen, wat hun ideeën betreft. En als dat een verklaring is, waarom deze groep met de Gabberscene verdween, zou dat betekenen dat deze geschiedenis zich niet hoeft te herhalen. Er is immers meer acceptatie van xenofobe ideeën. Daarnaast is het eventuele omgevingsisolement gemakkelijk te overbruggen via Internet.
Aan de andere kant is het eigen aan veel jeugdculturen om radicale ideeën te huldigen, die met het ouder worden massaal worden afgeschud. Daar blijft echter de vraag tegenover staan in hoeverre allerlei ernstige interetnische geweldsincidenten in het collectieve geheugen blijven hangen en ook in de toekomst van invloed zijn op onderlinge verhoudingen in een aantal regio’s. Verder is de hoeveelheid geweldsincidenten waarvoor jongeren uit deze scene verantwoordelijk zijn veel groter en zijn ze vaak ook een stuk ernstiger dan de incidenten die in de jaren negentig plaatsvonden.
Noten
(#1) – Een van de drie leiders van Stormfront Nederland, Remy Hoven, stond binnen extreemrechts als jaren bekend om zijn drugsverslaving. Eén van de andere leiders was Paul Peters. Peters bracht SFN in opspraak door een Joodse begraafplaats te vernielen en is inmiddels voorman van Voorpost-Nederland.
(#2) – American History X vertelt het verhaal van een radicale neonazi in Amerika, die een gruwelijke moord begaat en zich in de gevangenis van zijn politieke overtuiging afkeert. De boodschap van de film is duidelijk antifascistisch, maar die lijkt vaak niet door te dringen tot veel Gabbers die met de film dwepen. Met name de scène, waarin de hoofdpersoon een zwarte man met zijn hoofd op de stoeprand legt en vervolgens doodschopt, geniet een cultstatus binnen een deel van de Gabberscene.
(#3) – Als onderdeel van deze “campagne” registreerde Michiel Smit ook het internetdomein lonsdale.nl, zonder het verder overigens ooit te gebruiken. (Begin april 2005 blijkt lonsdale.nl overgedragen te zijn naar de Nederlandse importeur van Lonsdale.)