Home » Organisaties » De Yzerbedevaart

De Yzerbedevaart

Om een overzicht te geven van de geschiedenis van de Yzerbedevaart, moet je eigenlijk een geschiedenis van het Vlaams nationalisme schrijven. Deze gaat terug tot ver in de vorige eeuw.

De directe aanleiding voor het begin van de bedevaarten was echter het Vlaamse lijden in de Eerste Wereldoorlog, vandaar dat ik deze historische schets hier begin. Voor de Wereldoorlog was het Vlaams nationalisme voornamelijk cultureel van aard en gericht op erkenning van de Vlaamse taal en cultuur. In de Eerste Wereldoorlog kreeg het nationalisme een sterke politieke dimensie. België was bijna helemaal bezet door de Duitsers. Een klein stukje van West-Vlaanderen was echter nog in Belgische handen. Het Belgisch-Duitse front werd gevormd door de loopgraven langs het riviertje de Yzer. In het door Duitsland bezette deel van Vlaanderen ontstond een beweging die streefde naar een onafhankelijk Vlaanderen onder Duitse voogdij om onder de Waalse onderdrukking uit te komen.

Tegelijkertijd werd aan de Yzer een afschuwelijke oorlog uitgevochten. Alle Vlaamse dorpen in de buurt van het front (waaronder Diksmuide) werden met de grond gelijk gemaakt. Bovendien zouden er met name Vlaamse soldaten de dood in zijn gejaagd door hun Waalse superieuren. Onder frontsoldaten ontstonden sterke Vlaamsnationalistische gevoelens. Hier ligt de basis voor het politieke Vlaamsnationalisme, de zogenaamde Frontbeweging.

Het beeld van het Vlaamse lijden (de vernietiging van West-Vlaanderen en de Vlaamse doden) beheerste na 1918 vrij snel de Vlaamse visie op de Eerste Wereldoorlog. De collaboratie werd snel vergeten. De Belgische overheid vergat dit echter niet en ging over tot zware veroordelingen van de collaborateurs, waaronder de nodige doodvonnissen. Eén van de veroordeelden was dr. August Borms, die in de oorlog een bezoek aan Berlijn bracht, om te onderhandelen over een Vlaamse staat. Hij wordt ter dood veroordeeld, maar komt uiteindelijk in 1929 vrij om vanaf dat moment een cruciale rol in de Vlaamse beweging te gaan spelen en deze in de Tweede Wereldoorlog wederom de collaboratie in te sleuren.

Na de Eerste Wereldoorlog ontstond vanaf 1920 een jaarlijkse herdenkingsdienst van het lijden aan de Yzer, de Yzerbedevaart. De eerste vier jaar wordt de herdenking georganiseerd bij diverse graven, om vanaf 1924 definitief in Diksmuide te landen. Naast een pacifistisch, krijgt de Yzerbedevaart ook een zwaar Vlaams-nationalistisch en katholiek karakter en kreeg als motto ‘zelfbestuur, nooit meer oorlog en godsvrede’ mee. In 1930 werd de Yzertoren ingehuldigd onder het oog van honderdduizend aanwezige Vlamingen. Er ontstonden flinke rellen in Diksmuide omdat in dat jaar de Belgische staat honderd jaar bestond.

Een jaar later sprong een groep Oostenrijkse nazi’s in uniform op het podium, maar werden er door de organisatie van af gehaald. Dat het hier geen anti-fascistische daad betrof bleek uit de ontwikkeling van de bedevaarten in de jaren dertig. De bedevaart werd steeds meer beheerst door de Vlaamse nationaal-socialisten van het VNV (Vlaams Nationaal Verbond). In 1938 heeft voorzitter Frans Daels van het Yzerbedevaart-comité het over de ‘nieuwe orde’ die aanstaande is en worden er behalve door het VNV ook een krans gelegd door de Hitlerjugend. In 1939 is de herdenking volledig overgenomen door het VNV.

Na de Duitse bezetting in 1940 gingen de bedevaarten ongestoord door. Het Yzerbedevaart-comité stortte zich vol overgave in de collaboratie. In het jaar van de Duitse inval stond Frans Daels op het podium broederlijk naast één van Vlaanderens belangrijkste collaborateurs, August Borms. Beiden hielden de gestrekte rechterarm omhoog.

De collaboratie van het Yzerbedevaart-comité leidde na de bevrijding tot veroordelingen voor bijna alle verantwoordelijken. De Yzertoren zelf had een zeer donkerbruine kleur gekregen. Dit resulteerde in maart 1946 in een nooit opgehelderde aanslag, waarbij de Yzertoren opgeblazen werd.

Pas in 1948 vond er weer een bedevaart plaats. Maar noch op deze, noch op enige latere bedevaart is ooit afstand gedaan van het oorlogsverleden van de bijeenkomst en haar organisatoren. Collaborateurs werden weer in de gelederen opgenomen en democraten en linkse figuren werden geweerd. In 1953 konden drie ex-SS’ers al een bloemstuk plaatsen namens oud-Oostfronters. Tegelijkertijd werd door een aantal aanwezigen (waaronder de latere Vlaams Blok-oprichter Karel Dillen) een solidariteitsactie gevoerd met de ter dood veroordeelde en in ballingschap verblijvende oud-voorzitter van het Yzerbedevaart-comité, Frans Daels. In 1957 krijgt Daels zelfs het ere-voorzitterschap van het comité.

De Yzertoren

Inmiddels is er ook een nieuwe Yzertoren neergezet. Er is in 1952 begonnen met de bouw, die in 1965 beëindigd is. Op de toren staan de letters AVV-VVK, die staan voor ‘Alles Voor Vlaanderen, Vlaanderen Voor Kristus’ naast de kreet ‘Nooit meer Oorlog’ in vier talen.

Het viel te verwachten dat na verloop van tijd de collaboratie een minder belangrijk punt zou worden binnen de Vlaamse beweging en binnen de Yzerbedevaart. Het compromitteren ging echter door. De eis tot amnestie voor ex-collaborateurs bleef belangrijk. In 1970 werd bijvoorbeeld de in 1945 gefusilleerde verraadster Irma Laplasse in de crypte van de Yzertoren herdacht.

De Vlaamse Beweging en de Necrofilie 

Bij het bouwen van de Yzertoren zijn de botten van een aantal Vlaamse gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog opgeslagen in de crypte. De beroemdste botten zijn die van de gebroeders Van Raemdonck, die sneuvelden aan de Yzer. Volgens de Vlaamse mythe zijn zij in elkaars armen gestorven. In werkelijkheid lag één van de broers in de armen van de Waal Amé Fiévez. Een pijnlijk detail. Jaren later is ook het lijk van de Waal opgegraven en in de crypte bijgezet. 

Er waren oorspronkelijk plannen om ook botten van Vlaamse strijders uit andere historische slagen op te nemen. De voorzitter van het Yzerbedevaartcomité deed zelfs een oproep aan de Vlaams-nationalisten om te gaan spitten op zoek naar deze historische resten. Het is echter nooit gelukt. Deze morbide traditie kreeg overigens na de Tweede Wereldoorlog een vervolg toen er plannen bestonden om de resten van een oud-Oostfronter in de crypte onder te brengen. 

Jaren later, in de jaren zeventig, werd deze smerige traditie in ere hersteld. Activisten van het VMO (Vlaamse Militanten Orde) graven dan diverse lijken op van voormalige collaborateurs, die in ballingschap gestorven zijn, om die opnieuw te begraven in Vlaamse grond. Het beruchtste voorbeeld hiervan is de herbegrafenis van Cyriel Verschaeve, die in 1949 in Oostrenrijk was overleden en begraven. Hij werd in mei 1973 opgegraven, ontvoerd en met veel tamtam herbegraven in Vlaanderen. 

Vanaf het begin van de jaren tachtig probeerde het Yzerbedevaartcomité af te komen van haar extreem-rechtse imago, wat haar door allerhande fascistische organisaties niet in dank werd afgenomen. Er kwamen steeds meer ontevredenen en er werden regelmatig acties gevoerd tijdens de bedevaart. Tegelijkertijd begon de Yzerbedevaart ook een steeds internationaler karakter te krijgen. Want onder de rook van de officiële bedevaart bleek er ruimte voor allerlei bijeenkomsten van radicale tot zeer radicale rechts-extremisten.

De eigenlijke bedevaart vindt altijd op zondagochtend plaats. Op de Yzerweide komen duizenden Vlaamsnationalisten bijeen om een programma van toespraken, gezangen en preken aan te horen, terwijl in het dorp Diksmuide na afloop van het officiële programma een demonstratie wordt gehouden met veel uniform- en vlag-vertoon. Op de centrale straat in het dorp, de Yzerlaan, wordt tegelijkertijd een propaganda-markt gehouden van allerlei Vlaamsnationalistische organisaties. De avond voor de bedevaart zijn er allerlei feesten. Met name in kroegen en zalen op de Yzerlaan zijn er allerlei feesten van rechtsradicale skinheads, fascisten, neo-nazi’s en ander tuig. In de zaal ‘Hof van Vlaanderen’ houdt Voorpost al jaren een ‘Europese Kameraadsschapsavond’, waar zij vertegenwoordigers van allerlei fascistische partijen en organisaties uit de rest van Europa ontvangt.

Ook steeds meer Nederlanders gaan de bedevaart bezoeken. Het gaat hier echter zelden om Vlaamsnationalisten, maar meer om vertegenwoordigers van allerhande fascistische organisaties en partijen, die naar Diksmuide gaan om zich daar ongegeneerd over te kunnen geven aan rechtsradicale feesten, bijeenkomsten en propaganda-activiteiten. Begin jaren tachtig zijn het voornamelijk extreemrechtse jongeren van het JFN (Jongeren Front Nederland) en het NJF (Nationaal Jeugd Front) die naar België afreizen. Maar ook alte kameraden als Jan Kruls van de Northern League en de weduwe Rost van Tonningen komen een kijkje nemen. Na een paar jaar wordt het Diksmuide-bezoek echter ook populair bij partij-politici. Zo bezoeken Ema Bouman en Danny Segers van de Centrumpartij en later Wim Beaux van de CP’86 het dorpje.

Verliepen de bedevaarten in de jaren tachtig nog in redelijke harmonie, in 1987 is er een uitzondering en wordt er vanuit Vlaams Blok- en Voorpost-kringen actie gevoerd ten gunste van het Zuid-Afrikaanse Apartheidsregime en wordt het aftreden van voorzitter Paul Daels geëist. Het Yzerbedevaartcomité had het zingen van het Zuid-Afrikaanse volkslied van het einde van het programma verplaatst naar het begin. Het betrof hier echter een uitzonderlijke actie.

In de jaren negentig is er echter sprake van openlijke ruzie en tweespalt, die tot allerlei acties heeft geleid. Door de democratische pretenties van het officiële comité splitste in 1995 een groep van 14 radicalen zich van het comité af in het Yzerbedevaartforum. Dit gebeurde nadat er vanaf 1990 een steeds duidelijk conflict was ontstaan binnen de bedevaartgangers. De rechts-extremisten wilden niets weten van een matiging van het Yzerbedevaartcomité en van het openlijk accepteren van immigranten in de Vlaamse samenleving. Dit Yzerbedevaartforum wordt een pressiegroep, die het Yzerbedevaartcomité wil radicaliseren en het ontslag van de huidige voorzitter Lionel Vandenberghe eist. Vanuit dit Yzerbedevaartforum wordt in 1996 de Werkgroep Radicalisering Yzerbedvaart opgericht. Deze werkgroep wordt voornamelijk bevolkt door leden van Vlaams Blok en Voorpost en voert diverse acties tegen de lijn van het officiële comité.

Na een reeks van grote conflicten komen alle groepen in 1998 weer tot elkaar om gezamenlijk de bedevaart te bezoeken.
Een overzicht van de afgelopen jaren, de conflicten en de betrokkenheid van Nederlanders:

In 1993 verzamelt de CP’86 op het Centraal Station in Den Haag om gezamenlijk naar Diksmuide te vertrekken. Anti-fascisten organiseren een demonstratie in het station. De twee groepen houden afstand en maken foto’s van elkaar. Uiteindelijk vertrekken de CP’86-leden met de trein onder politie-begeleiding.  In Diksmuide verzamelen zich dertigduizend anderen en de bedevaart verloopt rustig.

Ook in 1994 reist de CP’86 weer gezamenlijk af. Er nemen dit jaar veertigduizend personen deel aan de bedevaart. De Europese Kameraadschapsavond eindigt in een enorme vechtpartij wanneer aanwezige Engelse skinheads horen dat er Noord-Ierse strijdliederen worden gezongen. Voorpost is als volksnationalistische organisatie solidair met andere volkeren die onafhankelijkheid nastreven, zoals bijvoorbeeld Bretonnen, Tirolers, Basken en Noord-Ieren. De Engelse skinheads delen dit enthousiasme over de Ierse onafhankelijkheidsstrijd echter niet en vallen het Voorpost-feest aan. Er worden dertig arrestaties verricht.

1995
Voorafgaand aan de Yzerbedevaart wordt een fax verstuurd aan de Nederlandse media, waarin de ‘Rechtsextremistische Ordetroepen’ aankondigen alle niet-nationalistische journalisten af te zullen tuigen en in de Yzer te zullen gooien. De Europese Kameraadschapsavond mondt uit in enorme rellen, wanneer de nazi-leider Bert Eriksson wordt gearresteerd. Groepen neo-nazi’s en skinheads treken vervolgens op naar de Rijkswacht-kazerne in Diksmuide, waarna er in het dorpscentrum flink gevochten wordt met de politie. Er worden ongeveer 250 arrestaties gemaakt.

Het Yzerbedevaartforum en aan haar gelieerde radicale groepen als het Vlaams Blok, roepen op om de officiële bedevaart op de Yzerweide te boycotten. Directe aanleiding is dat volgens hen de grondbeginselen van het Yzerbedevaart-comité zijn aangepast en dat een oproep tot verdraagzaamheid is opgenomen. Dit was tegen het zere been van de radicalen. Zij organiseren een demonstratie aan de overkant van Yzer. Enkele duizenden rechtsradicalen proberen met een geluidsdemonstratie de plechtigheden te verstoren en eisen luidkeels het ontslag van Lionel Vandenberghe, de voorzitter van het comité.

1996
De CP’86 reist gezamenlijk af naar Diksmuide en is aanwezig met een informatiekraam in het ‘Hof van Vlaanderen’. Het één en ander verloopt echter allerminst zonder problemen. Vanwege de rellen in 1994 en 1995 heeft de Rijkswacht het zekere voor het onzekere genomen en is alom aanwezig. Rond Diksmuide worden alle buitenlandse auto’s gecontroleerd op wapens en verboden symbolen. Ook in het dorp zelf wordt stevig gecontroleerd en worden meer dan honderd arrestaties gemaakt. Onder hen is ook de vice-voorzitter van de CP’86, Stewart Mordaunt, die het land wordt uitgezet.

Op zaterdagavond is de Europese Kameraadschapsavond. Circa 250 bezoekers bezoeken de Voorpost-bijeenkomst in ‘Hof van Vlaanderen. In twee kroegen naast het Hof zijn skinheadbijeenkomsten. Het blijft die avond rustig. De volgende dag is dat anders: op de Yzerweide wordt door de Werkgroep Radicalisering Yzerbedevaart stevig actie gevoerd.

Gereserveerde zitplaatsen worden bezet (omdat leiders van het Vlaams Blok geen officiële uitnodiging hadden ontvangen) en toespraken worden verstoord met een fluitconcert. Wanneer een colonne van het Vlaams Nationaal Jeugdverbond al trommelend het podium probeert te bezetten, mondt de herdenking uit in een vechtpartij. Hier vechten Vlaamse en Nederlandse Voorposters schouder aan schouder. De Nederlanders Tim Mudde, Douwe van der Bos en Johan van Enk vechten in de voorste linies mee.

Johan van Enk
Met dit incident sneden de radicalen zich behoorlijk in de vingers. Het was duidelijk dat de vechtpartij georganiseerd was door Vlaams Blok en aan haar gelieerde organisaties. Vele Vlaamsnationalisten, waaronder een aantal Vlaams Blokkers distantiëren zich openlijk van het geweld op de ‘heilige’ weide. Een scheuring lijkt nabij.

1997
Dit jaar boycotten alle radicale groepen de gehele Yzerbedevaart. Hierdoor bereikte het bezoekersaantal een historisch dieptepunt van zesduizend, in tegenstelling tot de twintigduizend die de jaren daarvoor op de weide aanwezig waren. De democraten onder de bezoekers waren echter tevreden nu het tot een definitieve splitsing tussen de Vlaamse beweging en extreem-rechts leek te komen.

Toch blijkt de wil tot een brede beweging uiteindelijk te overheersen en de gesprekken tussen het comité en het forum worden voortgezet. In de zomer van 1998 wordt uiteindelijk de vrede getekend en neemt het Yzerbedevaartforum weer zitting in het comité en het forum wordt ontbonden. Vanaf dat moment zijn de rechtsradicalen (waaronder het Vlaams Blok) weer welkom.

1998
De vrede is getekend. De radicalen voelen zich weer thuis op de weide. Vlaams Blok en Voorpost zijn dan ook in grote getale op komen dagen. Het Vlaams Blok ziet het als een grote overwinning. Pogingen van het Yzerbedevaartcomité, om een gematigder koers te varen, zijn in de ogen van het Blok mislukt.

Het is erg de vraag of dit echt zo is, of dat het Blok terug is gekeerd bij de bedevaart om haar contact met de Vlaamse beweging niet te verliezen. De toespraak van Yzerbedevaartcomité-voorzitter Lionel Vandenberghe was dit jaar wel enigszins feller dan de voorgaande jaren. Zo werd er met duidelijke bewoordingen een onafhankelijk Vlaanderen geëist en werd er voor amnestie van politieke collaborateurs gepleit. Tegelijkertijd maakte hij in zijn toespraak expliciet plaats voor een oproep voor een vrij, vredelievend en verdraagzaam Vlaanderen en voor de inburgering van migranten. Tegelijkertijd speelt het Vlaams Blok echter de loftrompet over Vandenberghe en spreken ze van een grote overwinning nu het is mislukt om hen en andere radicale groepen te isoleren binnen de Vlaamse beweging.

De hernieuwde samenwerking leidt tot een bezoekersaantal van vijftienduizend (tegen zesduizend het vorig jaar).

De Yzerbedevaart lijkt steeds meer aan kleur te verliezen. Door de voortdurende strijd van de afgelopen jaren nemen de bezoekersaantallen af en wordt het steeds meer een klein treffen van oud-strijders en neo-nazi’s. De komende jaren zal moeten blijken in hoeverre de organisatoren de bedevaart binnen democratisch vaarwater willen houden. De schijn is inmiddels tegen hen en enkele leden van het comité hebben om deze reden de organisatie vaarwel gezegd.