De Nieuwe Nationale Partij (NNP) doet alleen aan de gemeenteraadsverkiezingen in Breda mee. De partij is in juli 1998 opgericht door de Volksnationalisten Nederland (VNN), afvallige CD’ers en niet-partij-gebonden rechts-extremisten. Namens de VNN waren vooral Marcel Hoogstra en Marc de Boer bij de oprichting betrokken. Voorzitter wordt ex-CP’86-bestuurslid Egbert Peree (1924), secretaris het voormalige VNN-bestuurslid Gerard de Wit en als penningmeester wordt het CD-Statenlid John van der Steen aangesteld.
In samenwerking met de commissie Nationale Fractie Ondersteuning (NFO) van de partij stelt de Bredase afdeling een heus verkiezingsprogramma samen. In grote lijnen is het een uiterst conservatief programma. Men wil meer politie, geen gedoogbeleid voor drugs, preventief fouilleren op wapens, legitimatieplicht, samenscholingsverbod, camera-bewaking van uitgaanscentra en behoud van de Nederlands cultuur en identiteit. Ook wil de NNP geen integratie van culturen/bevolkingsgroepen maar, slechts in zeer beperkte mate, assimilatie van het individu.
De Kandidaten
De kandidatenlijst van deze nieuwe partij bevat twee vrouwen en zeven mannen. Slechts vier van hen woont daadwerkelijk in de gemeente Breda. Van de overige vijf wonen er twee in Den Bosch, één in Zwijndrecht (Zuid-Holland), één in Beek en Donk (boven Eindhoven) en zelfs een kandidaat uit Goes (Zeeland) wil in de Bredase raad. Mocht de NNP onverhoopt meerdere zetels winnen, wat erg onwaarschijnlijk is, dan zal er verhuisd moeten worden. Gemeenteraadsleden moeten immers in de gemeente wonen waar zij zitting hebben. Extreem-rechtse raadsleden zijn in het verleden echter regelmatig onder deze regel uitgekomen door inschrijvingen bij geestverwanten in de betreffende plaats. Alle kandidaten hebben een CD-verleden en ze zijn tussen de 41 en 67 jaar oud. De gemiddelde leeftijd van ongeveer 53 is opmerkelijk oud voor een nieuwe partij.
De lijsttrekker in Breda is voormalig gemeenteraadslid Franciscus (Frans) Heeren (geboren 21 januari 1948). Heeren is sinds 1986 lid van de CD. Hij wordt in 1991 de lijsttrekker bij de Provinciale Statenverkiezingen in Noord-Brabant. Hij wordt niet gekozen, maar weet in 1994 wel in de gemeenteraad te komen. De CD behaalt in Breda drie zetels (7,3% van de stemmen). Overigens gaan de andere twee zetels verloren, omdat geen van de andere zes kandidaten zitting wil nemen. Hun gemeenteraadsvergoeding van 56.000 gulden per jaar wordt door het college van B&W ter beschikking gesteld aan het Bredase Platform tegen Discriminatie. Opvallend detail is dat de nummers twee en drie van de lijst een oom en tante van Frans Heeren zijn die, na hem tien jaar niet gezien te hebben, op zijn verzoek op de lijst zijn gaan staan.
Hedy d’Ancona bracht in het voorjaar van 1994 een bezoek aan Breda en noemde de CD ‘mafioos’. Dit zou naar verluidt de reden zijn geweest dat twee kandidaten voor de raad zich terug hebben getrokken. De opmerking van d’Ancona lijkt enigszins overdreven, maar wordt door Frans Heeren zelf wel in een leuke context geplaatst. In november 1995 wordt hij veroordeeld tot een werkstraf van zestig uur wegens steunfraude. Hij had voor de Sociale Dienst verzwegen dat hij in een jaar tijd 12.000 gulden verdiend had bij een beveiligingsbedrijf.
In 1996 probeert Heeren weer in de raad te komen bij verkiezingen die worden gehouden vanwege een gemeentelijke herindeling. De CD verliest echter al haar zetels en Heeren verlaat de raad. In 1998 stapt hij samen met de resten van de Brabantse CD-kring over naar de NNP. Hij is aanwezig bij het eerste partijcongres in Vught en doet nu dus namens deze partij opnieuw een poging om in de raad te komen.
Andere interessante kandidaten zijn op de negende en laatste plek Martha Johanna Alma (Mattie) van der Steen-Riemens (1949) en op twee haar man Johannes (John) van der Steen (1932) uit Den Bosch. John van der Steen is zeker vanaf 1991 actief in de CD. Het echtpaar wordt in 1994 in de Bossche gemeenteraad gekozen en doet regelmatig aan CD-acties mee. Bij tussentijdse verkiezingen in november 1995 verliezen ze hun zetels echter weer. John van der Steen is daarnaast vanaf begin 1995 lid van de Provinciale Staten in Noord Brabant. Hier doet hij uitspraken als: ‘de CD is niet vrouwonvriendelijk, wij houden wel van de vrouwtjes’ en stemt tegen een voorstel omdat hij geen behoefte heeft aan een multi-etnische samenleving. Hij is een tijdlang de voorzitter van de motorclub van de CD en ook lid van het dagelijks bestuur van de partij. Nadat er in Vught een verzetsmonument beklad is met hakenkruizen stuurt hij een brief aan B&W waarin hij autonomen en links beschuldigt van deze bekladding. Inmiddels is hij weg bij de CD en sinds juli 1998 landelijk penningmeester van de NNP. Mattie van der Steen-Riemens haalt in 1997 in een ingezonden brief in het kringblad van de CD uit naar de multiculturele samenleving. Er kleven nogal wat kwalijke kanten ‘aan dat multiculturele’ volgens mevrouw Van der Steen, bijvoorbeeld: ‘veelwijverij, ritueel slachten, dragen van wapens, besnijdenis van meisjes, afwijkend normbesef, etc.’.
De derde kandidaat op de NNP-lijst is Johan P.M.M. van de Sande (1957) uit Breda. Hij zette bij verkiezingen in 1991 al eens een ondersteuningshandtekening voor de CP’86 en in 1998 voor de CD.
Op vier vinden we Willy W. Stein (1947) uit Prinsenbeek (gemeente Breda). Ook hij zette zijn handtekening op CD-lijsten en wel in 1994 en 1995 toen hij nog in Vlissingen woonde.
Drs. L.P. Granacher (1949) uit Breda is de vijfde kandidaat. In 1996 probeerde Granacher al eens in de Bredase raad verkozen te worden, en stond toen op de derde plaats op de CD lijst.
Op zes staat Johannes (Hans) Kweens (1955) uit Beek en Donk. Hij is zeker vanaf 1992 bij de CD betrokken en zat voorheen bij de plaatselijke politieke partij ‘Linksaf’. In 1995 was hij kandidaat in Den Bosch en een jaar later lijsttrekker in zijn eigen gemeente Laarbeek. Kweens is een tijdje medewerker van de Brabantse Provinciale Statenfractie van de CD en redacteur van het kringblad in Brabant geweest. Vorig jaar voerde hij tevergeefs de CD lijst aan in Helmond.
Mevrouw Heiny Onder de Linden (1937) uit Goes was ook al kandidaat voor de CD bij de Statenverkiezingen in Zeeland in 1995. Nu staat zij op een zevende plek.
Op de een-na-laatste achtse plek vinden we de lokale NNP-voorzitter van het district Dordrecht L.E.B. (Bert) Heidekamp (1938) uit Zwijndrecht. Hij is in 1995 actief voor de CD en kandidaat bij de Statenverkiezingen in Zuid Holland. In 1996 stort hij 5,- op de girorekening van Kafka ter kennismaking met onze nieuwsbrief. Blijkbaar is hij geïnteresseerd in het reilen en zeilen van zijn anti-fascistische opponenten. Vorig jaar was Heidekamp de lijsttrekker van de VNN in Zwijndrecht en kandidaat in Rotterdam. Hij wordt niet gekozen. Opmerkelijk is dat hij nu ook zijn handtekening op de CD-lijst in Zuid Holland gezet heeft. De NNP doet naar buiten alsof allerlei CD’ers naar hen overgelopen zijn en zet zich tegen Janmaat en consorten af, maar in de praktijk wordt er kennelijk nog samengewerkt.
De Handtekeningzetters
De ondersteuners van de kandidatenlijst van de NNP in Breda zijn grotendeels onbekend. Opmerkelijk is de ondersteunende handtekening van de ex-NVU’er Chr. Christ uit de Polderstraat. Ook twee van zijn huisgenoten tekenen nu voor de nieuwe partij. Kennelijk heeft dit een handtekeningenronselaar van de NNP in de buurt gebracht, want nog acht handtekeningzetters komen uit deze straat vlakbij het station. Een aantal van hen verklaart dat een man in een witte auto hen veertig gulden betaald heeft voor hun handtekening. De auto reed een aantal malen met handtekeningzetters heen en weer naar het stadskantoor. Onder hen was een vrouw van flink in de tachtig. Enkele van deze mensen verklaren absoluut niet te weten waarvoor ze nu getekend hebben. Andere handtekeningzetters schijnen op het adres van de dienst Sociale Zaken/Arbeidsmarktbeleid/Welzijn te wonen. Dit doet vermoeden dat de NNP’ers ook bij de Sociale Dienst gestaan hebben om handtekeningen te kopen. In ieder geval twee van de NNP-steuners zijn daklozen. Nog zeker een drietal mensen hebben hun handtekening gezet terwijl ze niet wisten met wat voor partij zij in zee gingen. Ze voelen zich dan ook ‘bedonderd’ en ‘belazerd’. Een vrouw verklaart: ‘Er kwam hier een man aan de deur, met een Antilliaans meisje. Die vertelden dat er vroeger een multiculturele partij was die niets voor ons deed. Zij zouden ons gaan helpen als wij onze handtekening zetten.’
Deze ronselpraktijken zijn niet strafbaar, al moet een verkozen raadslid bij de installatie wel verklaren dat hij of zij niemand omgekocht heeft om in de raad te kunnen komen. Nog een indicatie voor ronselen is het vrijwel ontbreken van bekende rechts-extremisten op de lijst, terwijl die toch ook wel in Breda wonen.
Terug naar overzicht