De internationale organisatie van nazistische skinheads “Blood & Honour” (B&H) is in Nederland een vrijwel onbekende organisatie. Dat is niet voor niets. In tegenstelling tot in veel andere landen, is B&H hier tot voor kort nooit uit de verf gekomen. Daarnaast hebben de pogingen om tot een Nederlandse B&H-tak te komen altijd in het semi-ondergrondse plaats gevonden. De laatste tijd zijn er echter meer geslaagde pogingen gedaan om Blood & Honour van de grond te krijgen. Sterker nog, er zijn zelfs twee organisaties met die naam in Nederland actief. Historie
Om Blood & Honour te kunnen plaatsen is een stap terug in de tijd nodig. Eind jaren zeventig was in Engeland de muziekstroming Punk doorgebroken, met bijbehorende jeugdstijl. Als onderdeel van deze jeugdstijl was er ook een opleving van de Skinheadstijl te zien. Op deze laatste ontwikkeling sprong de extreemrechtse beweging (vooral het National Front) in Engeland met succes in. Skinheadbands werden gecharterd voor de verspreiding van extreemrechts gedachtegoed onder jongeren onder de titel “Rock Against Communism” (RAC). (#1)
Deze muzikale activiteiten bleken succesvol en zorgden voor een zichtbare aanwas van skinheads binnen de extreemrechtse gelederen. Daarnaast, en dat was minstens zo belangrijk, brachten deze bands en concerten ook veel geld binnen. Wat er vervolgens gebeurde is voorspelbaar: er werd gesjoemeld met dit geld, er ontstond ruzie en vervolgens klapte de boel uit elkaar: het National Front en de muzikale tak gingen in 1986 uit elkaar.
Inmiddels was de skinheadband Skrewdriver – met als frontman Ian Stuart Donaldson – het gezicht van de RAC-stroming geworden. Na de breuk met het National Front richtte Donaldson in 1987 een nieuwe organisatie op, “Blood & Honour”.
Blood & Honour had dezelfde doelen als de RAC-stroming daarvoor: verspreiding van nazi-ideologie, rekruteren van nieuwe krachten en het genereren van geld voor de beweging. Na de eerdere ervaring koos de nieuwe organisatie ervoor zich niet meer te binden aan een partij, maar een onafhankelijk netwerk te vormen dat partijen of organisaties met een zelfde ideologie kon ondersteunen. In de jaren daarna werden in allerlei landen Blood & Honour-divisies opgericht, die min of meer in een internationale samenhang functioneerden. De kern van de activiteiten betrof muziek: produceren, distribueren en programmeren van extreemrechtse bands. Dit veranderde met de komst van Combat 18.
In 1992 ontstond vanuit het Blood & Honour-netwerk een nieuwe organisatie: Combat 18 (#2). Combat 18 werd opgezet om gewelddadige actie te ondernemen tegen (politieke) tegenstanders en migranten. Dit initiatief ontspoorde al snel in regelrechte terreur met grote impact op beide organisaties. Vooral toen de gewelddadige middelen niet alleen gebruikt werden voor externe vijanden, maar ook voor het oplossen van interne ruzies. Dit gebeurde niet alleen in Engeland. Ook de Deense Combat 18-sectie raakte ernstig in opspraak, nadat zij bombrieven verstuurden naar andere rechts-extremisten met wie een conflict bestond. Door de internationale samenhang van B&H en Combat 18 zorgde al deze activiteiten internationaal voor negatieve consequenties: onderlinge ruzies en implosie. Eind jaren negentig kwam er weer iets van een internationaal B&H-netwerk van de grond. Deze en andere ontwikkelingen hebben ertoe bijgedragen dat de omvang van Blood & Honour alles behalve stabiel is geweest door de jaren heen. Daarnaast verschillen de diverse landen-divisies van karakter en ook die divisies maken separaat allerhande verschillende ontwikkelingen door. Een ontwikkeling die voor zowel de meeste landen-divisies geldt, als voor het internationale netwerk als geheel, is de discussie tussen de traditionele tak en de Combat 18-tak. In het kort komt deze discussie er op neer dat de ene tak, de “traditionelen”, vindt dat binnen het Blood & Honour-netwerk de muziek centraal moet staan. RAC-muziek is de gemeenschappelijke noemer voor ontmoetingen, feesten en concerten, maar ook voor mobilisatie, rekrutering en financiering ten behoeve van een politiek doel.(#3) De andere tak, de Combat 18-tak, stelt de politiek centraal en vindt de muziek van bijkomend belang. Wat overigens niet wil zeggen dat muziek geen rol speelt. Integendeel, ook deze tak ziet het grote (financiële) belang van muziek in. (#4) Voor deze laatste tak is daarnaast vooral het gewelddadige en (semi)terroristische imago van essentieel belang. Daarnaast is de haat van de Combat 18-tak tegen de andere tak ook een belangrijke bindingsfactor. De andere tak wordt bij voortduring (en lang niet altijd onterecht) als een bende alcoholistische, a-politieke domkoppen afgeserveerd. Nederland
In Nederland is, parallel aan de internationale ontwikkelingen, een eigen Nederlandse Blood & Honour-tak ontstaan, die voor een deel de internationale ontwikkelingen volgt, maar voor een deel ook niet.
In de jaren tachtig bestond er in Nederland al een scene van extreemrechtse skinheads. Die waren echter vooral op Nederland gericht. Voor zover ze politiek actief waren zochten ze vooral aansluiting bij Nederlandse partijen en organisaties. Dit veranderde aan het begin van de jaren negentig. Het succes van skinheadbands als Skrewdriver in Engeland straalde ook af op de Nederlandse skinheads en er ontstonden contacten met Blood & Honour in Engeland.(#5). Dit leidde tot de oprichting van een Nederlandse Blood & Honour-divisie met als naam “Hou Kontakt”. Belangrijk verschil met de moederorganisatie was echter dat Hou Kontakt er alles aan deed om zichzelf niet als extreemrechts te laten bestempelen. Naar buiten toe werd de organisatie gepresenteerd als een organisatie voor Nederlandse skinheads, waar alle politieke gezindten welkom waren. In de praktijk ging het echter om een besloten verzamelplaats voor naziskinheads. Hou Kontakt was als organisatie aanvankelijk succesvol. In diverse delen van Nederland (Amsterdam, Eindhoven, Zeeuws Vlaanderen) ontstonden actieve kernen. Er werd een aantal keer per jaar een eigen blad uitgegeven en er werden regelmatig bijeenkomsten en concerten georganiseerd. Vooral een concert in Hoek van Holland met een van de oerbands van Blood & Honour “No Remorse”, was voor Nederlandse begrippen een groot succes. Niet zo lang daarna bezocht Ian Stuart Donaldson een vertegenwoordiging van Hou Kontakt in Nederland. (#6) Met het succes van de organisatie nam ook de druk toe, wat de teloorgang inzette. Enerzijds kwam dit door politieke, maatschappelijke en justitiële tegenwerking. Zo kon een tweede groot concert, dat door Hou Kontakt werd georganiseerd, niet doorgaan. Onder druk van antifascistische acties en politieoptreden werd het concert op het laatste moment afgelast. Diverse skinheads die op het concert afkwamen, werden gearresteerd.
Anderzijds was ook het optreden van de achterban zelf verantwoordelijk voor het langzaam ineenstorten van de organisatie. Intern was er onrust over de gematigde presentatie, voornamelijk door oprichter en voorman Martin van de Grind, die in een pamflet zelfs als verrader werd bestempeld.
Daarnaast kenden de extreemrechtse skinheads een aantal plaatsen in Nederland waar ze bijeen konden komen. Door een reeks aan vechtpartijen en andere ellende raakten ze de een na de andere plek kwijt, waardoor samenkomsten steeds moeilijker werden. Deze aspecten ondermijnden de organisatie. Helemaal hard ging het toen Martin van de Grind de organisatie verliet (onder maatschappelijke druk en vanwege de snelle toename van de omvang van zijn strafblad). Hou Kontakt leefde nog enige tijd voort als een marginaal semi-ondergronds clubje, maar loste medio jaren negentig op in het niets. Naast alle problemen, zoals die hierboven geschetst zijn, komt dit ook door de snelle opkomst van de gabbercultuur, die als jeugdstijl een flinke concurrentie bleek te zijn voor de skinheads.
Eind jaren negentig was er weer sprake van een opleving van de skinheadcultuur in Nederland. Vooral in Brabant en Limburg had een aantal nieuwe skinheadbands veel succes. Anders dan de Hou Kontakt-generatie, ging het hier echter veelal om skinheads die er geen uitgesproken politieke ideeën op na hielden. Daarnaast sloten skinheads, die wel extreemrechtse opvattingen hadden, zich aan bij bestaande partijen in dat veld. De behoefte voor een nieuwe politieke skinheadorganisatie bleek dus niet direct aanwezig.
Een groep die uit deze nieuwe skinheadgeneratie voort kwam was de “Mijnstreek-Oost Skins”, een clubje van skinheads in de oostelijke Mijnstreek (Heerlen-Kerkrade). Centraal in dit groepje staan Patrick Notermans en zijn toenmalige vriendin.
In 2001 stonden de Mijnstreek-Oost Skins aan de wieg van een nieuwe poging om Blood & Honour Nederland van de grond te krijgen. Aanvankelijk leek dit tot niets te leiden. Een jaar later stapte een groep ontevreden NVU-leden uit de partij en sloot zich aan bij het B&H-netwerk. Kernfiguren van deze voormalige NVU-groep waren René van Zon en Niels Ritmeester. Enige tijd later sloot ook de in Nederland wonende Duitse neonazi Michael Krick zich hierbij aan.
Wat er vervolgens gebeurde, is wat onduidelijk. Het lijkt erop dat er korte tijd een organisatie in Nederland is geweest waar de op Combat 18 gerichte tak en de meer op B&H Traditional gerichte tak samenwerkten. De blik op deze periode wordt vertroebeld door een aantal andere snelle ontwikkelingen:
– De B&H Traditional-tak groeit tussen 2003 en 2005 gestaag. Dit heeft er enerzijds mee te maken dat een aantal oudere skinheads, waaronder Martin van de Grind, weer actief werd en de nieuwe organisatie op poten zetten. Daarnaast was er een flinke groei van jonge aanhangers te zien.
– De nieuwe jonge aanhang, in eerste instantie van de Traditional-tak, maar later ook van de Combat 18-tak, was vooral afkomstig uit het circuit van gabbers en zogenaamde Lonsdalejongeren. Er is een ontwikkeling zichtbaar geweest, waarin groepen jonge gabbers zich gingen interesseren voor de skinheadmuziek en -cultuur. Van deze groepen heeft een deel zichzelf omgetoverd tot “echte” skinhead en zich bijvoorbeeld aangesloten bij een van de B&H-takken.
– De groei van de Traditional-tak vond zeer decentraal plaats. Op een aantal plekken in Nederland ontstonden extreemrechtse (gabber)vriendengroepen die zich aansloten bij Blood & Honour. Daarnaast waren er ook allerhande individuen en groepjes die gebruik maakten van de naam en kentekens van Blood & Honour, maar waarvan te betwijfelen is of ze ooit echt iets met de organisatie van doen hebben gehad. Uit deze wat mistige periode komen uiteindelijk twee organisaties voort, waarschijnlijk het product van een scheuring. Aan de ene kant is dat Blood & Honour/RVF, aan de andere kant Blood & Honour Nederland. Blood & Honour/RVF herbergt de Nederlandse Combat 18-tak van Blood & Honour. Behalve de ex-NVUers is ook het voormalige Aktiefront Nationale Socialisten van Eite Homan inmiddels in deze organisatie opgegaan. Onlangs breidde deze tak zich nog uit doordat zij de voormalige gabbers van het Soetermeer Skinhead Front aan zich wist te binden. Kernfiguren van deze Combat 18-tak zijn op dit moment Eite Homan, Michael Krick, Willy Timmer, Dave Blom en Niels Ritmeester.
Deze groep valt vooral op door haar uitgesproken gewelddadige en antisemitische gedachtegoed. Zo wordt er vanuit deze groep steun gegeven aan Saddam Hoesein (vanwege zijn strijd tegen Israël) en Mohammed Bouyeri (de moordenaar van Van Gogh, vanwege zijn antisemitische gedachtegoed). Daarnaast wordt ook steun verleend aan Kay Diesner, een Duitse neonazi die probeerde een prominente communist te vermoorden en op de vlucht een agent doodschoot. Ondanks dat deze groep partijpolitiek onafhankelijk is worden de laatste tijd alle demonstraties van de NVU ondersteund. Deze tak is internationaal vooral gericht op neonazistische structuren in Duitsland.
De andere B&H-tak ontwikkelde zich tot “Blood & Honour Nederland”. Deze als Traditional te typeren tak is een stuk decentraler georganiseerd dan de RVF-groep en meer te beschouwen als netwerk, dan als een groep met een duidelijk smoelwerk. In diverse regio’s (Groningen, Noord-Holland-Noord, West-Brabant, regio Amersfoort) zijn afdelingen van deze organisatie zichtbaar. Al deze groepjes vervullen min of meer een functie in het netwerk, maar de functies verschillen per regio en verschuiven door de tijd nog al eens. Opvallend binnen deze tak is de samenwerking tussen oude getrouwen en jonge aanwas. Een belangrijke oude getrouwe is natuurlijk Martin van de Grind, maar hij is niet de enige. De jonge aanwas is voor een groot deel afkomstig uit het wereldje van de gabbers. Ook deze tak is partijonafhankelijk, maar er is regelmatig sprake van samenwerking met de Nationale Alliantie. Internationaal richt deze tak zich vooral op Blood & Honour Vlaanderen, waarmee nauw wordt samen gewerkt. Recent organiseerden beide B&H-takken een activiteit op dezelfde dag, die een duidelijk beeld gaf van karakter en omvang. De RVF-tak liep met ongeveer twintig personen mee aan een NVU-demonstratie in Nijmegen. Het thema van de demonstratie was “tegen sociale afbraak”. Het doel van de demonstratie was om media-aandacht voor de NVU te genereren, daags voor de raadsverkiezingen. Geen van beide thema’s lenen zich erg voor de RVF-achterban, die dan ook achter een eigen spandoek liep met Blood & Honour-logo en nazistische symboliek.
Tegelijkertijd organiseerde “Blood & Honour Nederland” een kranslegging voor voormalige SS’ers op een oorlogskerkhof in het Limburgse Ysselsteyn. Onder druk van een AFA-actie werd deze kranslegging verboden. In samenwerking met B&H Vlaanderen werd vervolgens een alternatieve kranslegging georganiseerd in het Belgische Lommel. Deze actie werd, vanzelfsprekend, gevolgd door een concert van een aantal nazibands. Opvallend was de opkomst bij deze actie. Volgens eigen opgave waren er ongeveer tweehonderd deelnemers aan de kranslegging. Ongeveer de helft van dit aantal bestond uit Nederlanders.
(#1) – De naam “Rock Against Communism” was een uitvinding van het extreemrechtse National Front als antwoord op de erg populaire “Rock Against Racism”-festivals die in die periode in Engeland plaatsvonden.
(#2) – Het getal 18 in Combat 18 verwijst naar de eerste en achtste letter van het alfabet: AH, de initialen van Adolf Hitler.
(#3) – Deze tak functioneert onder diverse namen. Zelf gebruikt dit netwerk naast “Blood & Honour” namen als “Blood & Honour Traditional” of “Blood & Honour Independent”. Daarmee verwijzen ze naar de oorspronkelijke doelstellingen van Blood & Honour. In Frankrijk, België en Nederland wordt ook wel de naam Blood & Honour Midgard gebruikt, door de tegenstanders vaak verbasterd tot “Shitgard”.
(#4) – Deze tak plaats zichzelf direct in de traditie van Combat 18 en haar ideologische opvolger, de Racial Volunteer Force (RVF). Ze gebruikt naast “Blood & Honour” allerhande namen met samenstellingen tussen B&H, Combat 18 en RVF.
(#5) – Dit klopt niet helemaal. Ian Stuart Donaldson kwam in 1984 al een keer naar Nederland, toen nog als lid van het National Front. Hij deed mee aan een actie van het Nederlandse Jongeren Front Nederland (JFN) voor vrijlating van Rudolf Hess.
(#6) – Dit bezoek in Utrecht was in augustus 1992. Een jaar later, op 24 september 1993, kwam Donaldson om bij een auto-ongeluk. Sindsdien geldt hij als icoon en ongeëvenaarde held van de internationale van naziskinheads.