Home » Politieke partijen » Nederlands Blok » Wim Vreeswijk

Wim Vreeswijk

En 1998 verdwenen de extreem-rechtse partijen van het politieke toneel omdat bijna alle zetels verloren gingen. Bíjna alle, want in twee steden wist extreem-rechts zich te handhaven. In Schiedam mocht CD’er Ad Bierhuizen zijn nietszeggende aanwezigheid met vier jaar verlengen en in Utrecht werd Wim Vreeswijk voor de vijfde keer op rij herkozen. Wim (Willem Theodorus Emile) Vreeswijk is al bijna twintig jaar actief in het extreem-rechtse veld en is het langst zittende raadslid binnen deze kringen. Zijn carrière is echter met vallen en opstaan verlopen en dat heeft Vreeswijk in eerste instantie aan zichzelf te danken. Hij houdt er namelijk vaak een dubbele agenda op na en maakt zich daarmee regelmatig zeer impopulair in eigen kring.

Wim Vreeswijk
Wim Vreeswijk

Begin jaren tachtig werd Vreeswijk lid van de Centrumpartij na een keer bij een toespraak van Janmaat geweest te zijn. Hij maakte een snelle start en werd samen met zijn buurman Henk de Wijer de personificatie van de Centrumpartij in Midden-Nederland. Verder was Vreeswijk in 1983 oprichter van het eerste wetenschappelijk bureau van de Centrumpartij, de dr. Ernst Friedrich Schumacher Stichting, verzorgde hij al het drukwerk van de partij, van pamflet tot partijblad, en gaf het partijkader karatelessen.

En 1983 doet de Centrumpartij mee aan de eerste gemeenteraadsverkiezingen in Almere. Janmaat is een jaar eerder in de Tweede Kamer gekozen en de partij wil ook deze verkiezingen tot een succes maken. Vreeswijk is de belangrijkste gangmaker van de campagne in Almere. De verkiezingen worden in september gehouden, maar de Centrumpartij probeert zich al vijf maanden eerder op de politiek landkaart te plaatsen door folderacties te houden. In april wordt er drie keer door de partij gefolderd, waarbij in totaal vijfendertig personen worden aangehouden, waaronder Vreeswijk. Uiteindelijk gaat de partij in september de verkiezingen in met Vreeswijk als lijsttrekker en behaalt 9,2 % van de stemmen. Hiermee behaalt de Centrumpartij twee zetels en Nederland is wederom geschokt.

Als reactie levert dit de Centrumpartij, maar met name Vreeswijk, een golf van kritiek op. Afgezien van het racistische gedachtegoed richt de kritiek zich op twee punten. Ten eerste wordt Vreeswijks hypocrisie aan de kaak gesteld. Vreeswijk is namenlijk makelaar en huizenbemiddelaar in zijn woonplaats Utrecht. Hij richt zijn activiteiten met name op het verkopen van krotten aan immigranten. Een huurdersbelangenvereniging schreef in 1981 over Vreeswijk en zijn compagnon: “Vooral buitenlandse werknemers werden de dupe van hun praktijken. Potentiële kopers werden opgescharreld door langs Turkse en Marokkaanse koffiehuizen te gaan. Is iemand geïnteresseerd dan staat binnen een mum van tijd een handtekening onder een voorlopig koopcontract. Het huis is dan nog niet bekeken. Hoe dit kan? Daar heb je gladde praters als Bierma en Vreeswijk voor nodig. Bierma of Vreeswijk zeggen toe verder alles te regelen. Dat alles is de hypotheek.” De Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) plaatst hem in de categorie “Beunhazen”. En 1982 verspreidde de Utrechtse Stichting Buitenlandse Werknemers een pamflet om potentiële huizenkopers te waarschuwen tegen Vreeswijk.

Wim Vreeswijk
Wim Vreeswijk

Overigens zal deze mentaliteit waarbij “frontstage” politiek iets compleets anders is dan wat je “backstage” in de privésfeer doet, een belangrijke leidraad blijken in Vreeswijks politieke leven. Hij is dé man van de dubbele agenda bij extreem-rechts.

Ten tweede komt Vreeswijk in opspraak omdat hij zijn zetel in de raad van Almere wil innemen zonder er te wonen, iets wat wettelijk gezien niet mag. Hij probeert deze regel te ontduiken door een papieren adres te huren bij een partijgenoot, maar dat wordt niet geaccepteerd door de gemeente. Vreeswijk gaat (net als zijn collegaraadslid Fresco, die eigenlijk in Soest woont) in beroep en haalt uiteindelijk bij de Raad van State zijn gelijk. Vreeswijk kan dus geïnstalleerd worden en dat gebeurt uiteindelijk in januari 1984. Tijdens deze installatie breken stevige rellen uit op de publieke tribune.

In april 1984 probeert de gemeente Almere hem echter alweer uit de raad te zetten. Zijn voormalig collega-raadslid Ben Fresco heeft de Centrumpartij inmiddels verlaten en is daarna naar de pers gestapt met bewijsmateriaal over de woonplaats van Vreeswijk. Het blijkt echter niet mogelijk om hem alsnog het raadslidmaatschap te ontnemen en Vreeswijk blijft zitten tot 1986. Dan raakt hij in conflict met de opvolgster van Fresco, Lea d’Hont, en verlaat de gemeenteraad. In maart wordt Vreeswijk echter al weer herkozen, dit maal echter in de raad van zijn eigenlijke woonplaats Utrecht.

Deze verkiezing gaat echter ook niet zonder slag of stoot, aangezien de Centrumpartij inmiddels gescheurd is en Vreeswijk uit de partij is gegooid. Deze zaak krijgt een grappige wending wanneer het dagelijks bestuur van de Centrumpartij een brief aan de gemeente Utrecht stuurt. In deze brief wordt uit de doeken gedaan dat Vreeswijk de nummer twee van de lijst, Dick Ramkema, heeft beloofd dat hij fractiemedewerker mag worden. En volgens de Kieswet mag je geen beloftes doen om gekozen te worden, waardoor “Vreeswijk tegen deze zuiveringseed heeft verstoten”, aldus de Centrumpartij. Deze actie heeft echter geen enkel effect en Vreeswijk wordt geïnstalleerd als raadslid in Utrecht.

Deze ruzie weerhoudt Vreeswijk er niet van om kort na deze verkiezingen deel te nemen aan de verzoeningsvergadering tussen de Centrumpartij en de Centrumdemocraten in Kedichem. Vreeswijk is namens de CD lid van de congrescommissie en bij hem thuis kan door deelnemers telefonisch geïnformeerd worden naar de lokatie van de vergadering. Wanneer deze vergadering enkele minuten begonnen is, verstoren anti-fascistische demonstranten de bijeenkomst. Het hotel waar vergaderd wordt brandt af en er vallen enkele zwaargewonden. Vreeswijk beweert hier een schedelbasisfractuur te hebben opgelopen. Of dit echt gebeurd is valt te betwijfelen aangezien Vreeswijk een maand later bij zijn installatie als Utrechts raadslid weer het hoogste woord voert. Overigens blijft het tot 1988 onduidelijk voor welke partij Vreeswijk nu eigenlijk in de raad zit. Hij gebruikt briefpapier van de Centrumpartij die echter dan al enige tijd failliet is, en is in 1986 twee dagen lang bestuurslid van de Centrumdemocraten. Hij wordt in 1988 echter pas definitief lid van de CD en wordt dan ook bestuurslid van de kring Utrecht.

Vreeswijk laat zich van 1986 tot en met 1990 in de gemeenteraad kennen als een racistische conservatief. Hij zet zich in tegen Blijf-van-mijn-Lijfhuizen, tegen kinderopvang, tegen deeltijdarbeid, tegen ontwikkelingshulp, tegen positieve discriminatie, tegen opvang van vluchtelingen, tegen anti-Apartheidspolitiek, tegen steun aan arbeidsprojecten voor migranten, voor lagere lasten voor autogebruikers, voor harder justitie/politieoptreden en voor steun aan de kleine middenstander en huizenbezitter.

Verder windt Vreeswijk zich jarenlang op omdat hij niet in een raadscommissie is gekozen. Saillant detail is dat dit komt doordat hij zichzelf niet verkiesbaar heeft gesteld voor een plaats. Dit kan Vreeswijk echter niet deren en hij stuurt zijn advocaat twee keer op de gemeente af, zonder resultaat. Gefrustreerd stuurt hij vervolgens een brief aan diverse partijen, waarin hij aankondigt dat zij zich ten onrechte democratisch noemen: “Wij zullen de partijen die democratie in hun vaandel hebben staan maar er kennelijk niet naar handelen, niet meer als zodanig aanspreken. Het betreft hier: Christen Democratisch Appèl, wordt nu Christen Appèl, kortweg C&A; Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, wordt nu Volkspartij voor Vrijheid? Kortweg VV?; Democraten ‘66, wordt nu ‘66.”

Notulen Utrechtse Gemeenteraad 27 Augustus 1987

27. Voorstel tot aankoop van perceel Plompentorengracht nrs. 10-10bis (Gedr. Verz. 1987, nr. 300).

De heer VREESWIJK (Centrumpartij) : Mijnheer de voorzitter! Het onroerend goed Plompetorengracht 10-10 bis fungeert thans als bolwerk van krakers, anarchisten, staatsvijandige c.q. ondermijnende elementen, figuren die ook…

De heer VAN HASSEL (wethouder) : Mijnheer de voorzitter! Ik ben er bang voor dat de spreker in de war is met het pand Plompentorengracht 8.

Voor echte opschudding kan Vreeswijk in deze jaren niet zorgen. De enige keer dat hij de landelijke pers haalt is met een dure blunder. Hij produceert in 1989 een foldertje voor de Utrechtse CD-afdeling. Voor dit foldertje kopieert hij een aantal tekeningen van bekende cartoonisten. Deze tekenaars laten het er niet bij zitten en eisen een schadevergoeding. De Utrechtse rechtbank veroordeelt Vreeswijk uiteindelijk tot het betalen van zesduizend gulden vergoeding.

En 1990 doet Vreeswijk weer een gooi naar het raadslidmaatschap in Utrecht. Enige commotie ontstaat wanneer een groep activisten probeert hem het stemmen te beletten, wat echter mislukt. Vreeswijk wordt weer gekozen in de raad. Een jaar later wordt deze verkiezingsoverwinning gevolgd door nog een succes voor Vreeswijk wanneer hij ook gekozen wordt in de Provinciale Staten van Utrecht.

Vreeswijk blijft zich in raad en Staten druk maken over de bovengenoemde onderwerpen. En novembre 1992 weet hij nog een keer in opspraak te komen door het te hebben over “homo’s en andere foutjes van de natuur die ongewild een achterstandsetiket krijgen opgeplakt.” Vreeswijk wil een einde maken aan deze positieve discriminatie.

En 1992 verandert er het één en ander in de extreem-rechtse gelederen. Er wordt op dat moment serieus onderhandeld tussen alle extreemrechtse splinters onder leiding van Filip de Winter van het Vlaams Blok. Doel is om via een fusie op te gaan in een grote extreemrechtse partij. Ondanks dat dit overleg nog niet erg wil vlotten is er al een naam bedacht voor deze partij: het Nederlands Blok. Een aantal personen die zijdelings bij deze fusiebesprekingen betrokken is besluit buiten het overleg om deze naam alvast in te pikken. Het gaat hier om Alfred Vierling, Ton Steemers en Hans Lindenburg. Op de achtergrond speelt Vreeswijk echter ook een rol en is hij medefinancier van deze oprichting: hij betaalt een derde van het stichtingskapitaal van het Nederlands Blok. Vreeswijk blijft echter “frontstage” actief voor de CD, zijn zetels in de gemeenteraad en staten zijn hem te dierbaar.

Nederlands Blok
Nederlands Blok

De samenwerkingsbesprekingen lopen uiteindelijk op een drama uit: na een half jaar onderhandelen presenteert Filip de Winter het resultaat aan de pers. De Winter heeft echter niet op Janmaat gerekend, die het akkoord tijdens de persconferentie weer opblaast. Alle partijen gaan hierna weer hun eigen weg.

Wat verder de rol moet zijn van het Nederlands Blok is op dat moment nog enigszins onduidelijk. Het lijkt aanvankelijk een vergaarbak te worden van personen die nergens anders terechtkunnen.

Vreeswijk wordt inmiddels door Janmaat geroyeerd uit de CD. Of Janmaat weet dat Vreeswijk het Nederlands Blok financieel steunt is niet bekend. Officieel wordt hij uit de partij gegooid omdat hij zich tegen het lidmaatschap van Joop Glimmerveen heeft verzet (overigens wordt Glimmerveen tijdens dezelfde vergadering als lid geroyeerd). Waarschijnlijker is dat Janmaat zich steeds meer bedreigd voelde in zijn positie als partijleider.

Vreeswijk op demonstratie van het Vlaams Blok
Vreeswijk op demonstratie van het Vlaams Blok

Vreeswijk werd steeds meer (en dan met name door Filip de Winter) gezien als de geschikte man om extreem-rechts in Nederland te leiden. Daar komt nog bij dat Janmaat de paternalistische houding van Filip de Winter meer dan zat is, terwijl Vreeswijk steeds dichter tegen het Vlaams Blok aan gaat wrijven.

De Winter is overigens niet de enige die een gouden toekomst voor Vreeswijk ziet. Ook de weduwe Rost van Tonningen gelooft aanvankelijk in Vreeswijk. Met behulp van journalist Willem Oltmans komen Vreeswijk en Vierling bij elkaar in het huis van Rost. Zij voert een aantal gesprekken, maar komt uiteindelijk tot de conclusie dat Vreeswijk ook niet de redder van Nederland is: “Ik heb afstand genomen. Ik vind hem niets en ik heb het zo druk dat ik alleen degenen spreek die me interesseren. En daar hoort hij niet meer bij. Vreeswijk is zoals Janmaat. Het zijn geen mensen die vechten voor een ideaal, ze proberen zichzelf netjes neer te zetten en geld te verdienen.”

Vreeswijk spant nog een proces aan om zijn CD-lidmaatschap terug te krijgen. Wanneer dit niet lukt begint hij een kortstondige beschadigingscampagne door enkele prominente CD-leden van brandstichting, wapenbezit en heroïnehandel te beschuldigen. Ook dit heeft echter geen effect en Vreeswijk zet al zijn paarden vervolgens op het Nederlands Blok. Om te beginnen wordt hij eind 1993 voorzitter, welke functie hij voor 500 gulden overneemt van Alfred Vierling. Die stap is hard nodig, want Vreeswijk heeft nog enkele maanden te gaan tot de gemeenteraadsverkiezingen om zijn zetel veilig te stellen. De CD staat in de peilingen inmiddels op ruim 3%, maar van het Nederlands Blok heeft nog niemand gehoord. In januari wordt Hans Lindenburg uit het bestuur gezet ten gunste van Marcel Rüter. Volgens Rüter gebeurde dit omdat Vreeswijk “totaal niet geïnteresseerd was in Lindeburgs politieke ideeën, maar des te meer in het geld waarover Lindenburg zei te kunnen beschikken.” Dit geld was na de oprichting niet direct meer nodig en Lindenburgs politieke ideeën waren nu meer een sta-in- de-weg aan het worden op weg naar de verkiezingen.

Vreeswijk slaagt in zijn streven en weet weer in de Utrechtse raad gekozen te worden, maar krijgt wel met drie collega’s van de CD te maken. Extreem-rechts lijkt landelijk door te breken en behaalt 78 zetels in 43 gemeentes. In april 1994 worden in heel Nederland vertegenwoordigers van de CD en de CP’86 geïnstalleerd. Niet lang daarna bereiken de eerste schandalen de pers: Janmaat laat zich zeer negatief uit over de dood van Minister Dales en maakt een opmerking over de Joodse afkomst van Minister Hirsch Ballin. Bovendien wordt de fractievoorzitter van de CD in Amsterdam, Yge Graman, gearresteerd wegens deelname aan racistische brandstichtingen. Dit kost de CD niet alleen veel steun en stemmen bij de kamerverkiezingen van mei, ook veel CD-raadsleden keren de partij de rug toe. Vreeswijk en zijn Nederlands Blok stimuleren dit ook: zij moedigen CD-raadsleden aan over te stappen naar het Nederlands Blok. Hij weet zes raadsleden tot overlopen te bewegen waaronder twee van de drie CD-raadsleden in Utrecht.

Na zijn machtsbasis in de gemeentepolitiek te hebben uitgebreid is Vreeswijks volgende stap om de macht in de partij zelf naar zich toe te trekken. Hij benoemt zijn vrouw, Irene Vreeswijk-Mullaert, en zijn goede vriend Douwe van der Bos in het bestuur van de partij. Hierop verlaten Ton Steemers en Marcel Rüter de partij vanwege dit beleid. In een persbericht verklaren zij dat ze genoeg hebben van het Blok, omdat de partij een “familiewinkel” van Vreeswijk is geworden. Douwe van der Bos verlaat een maand later het bestuur weer, waarna de partij volledig in handen van Vreeswijk en zijn vrouw is.

Vanaf dat moment is het Vreeswijks doel om met steun van het Vlaams Blok de macht binnen extreem-rechts in Nederland naar zich toe te trekken. Daarvoor moet hij een partijorganisatie uit de grond zien te stampen. Zowel binnen het extreem-rechtse wereldje als vanuit de media en extreemrechts-watchers wordt het Nederlands Blok een goede kans gegeven om de leidende positie van de CD over te nemen. Vreeswijk wordt gezien als “coming man”. En 1995 volgt de eerste testcase: de Provinciale Statenverkiezingen. Het Nederlands Blok doet mee in Friesland, Gelderland, Utrecht, Zuid-Holland en Limburg. Vanaf begin dat jaar draait de propagandamachine volop: folderactie volgt op folderactie, bijeenkomst op bijeenkomst en tot twee keer toe wordt door het Blok aangekondigd anti-fascistische demonstraties te verstoren met knokploegen. Deze enorme inspanning zorgt voor hooggespannen verwachtingen binnen de partij, die echter niet bewaarheid worden: de ene zetel die het Nederlands Blok innam (provincie Utrecht) gaat verloren en er wordt geen enkele gewonnen. Concurrent CD weet in drie provincies succes te boeken.

Delegatie van het Nederlands Blok op partijconventie Vlaams Blok in november 1992
Delegatie van het Nederlands Blok op partijconventie Vlaams Blok in november 1992

Deze teleurstelling komt hard aan. Wanneer de kring Friesland kort daarna in opspraak komt doordat een verkiezingskandidaat met een gewelddadig verleden iemand doodsteekt in een kroegruzie, houdt Douwe van der Bos het voor gezien.

Het Nederlands Blok probeert het echter nog een keer. En novembre 1995 worden er in Den Bosch verkiezingen gehouden vanwege een gemeentelijke herindeling. De partij wil meedoen en voert een half jaar lang propaganda-acties onder leiding van lijsstrekker Mario Neef. De partij lijkt een kans te maken, aangezien de CD in 1994 drie zetels haalde in deze stad. Ondanks massaal folderen en stickeren en ondanks dat de partij flink probeert te stoken rond de vestiging van een verslaafdenopvang, wordt geen enkele zetel behaald.

Hierna stagneert de groei van het Nederlands Blok volledig. Het grootste deel van de actieve CD-aanhang blijft Janmaat trouw. Degenen die afhaken kiezen voor het overgrote deel niet voor het Nederlands Blok, maar houden op met actieve politiek. Daarnaast staat de markt voor extreem-rechts de jaren na 1994 voortdurend onder grote druk. Het ene schandaal volgt het andere in hoog tempo op, justitie weet Janmaat en de CD en het hoofdbestuur van de CP’86 veroordeeld te krijgen en bovendien schuiven andere partijen (met de VVD voorop) hun migrantenstandpunt naar rechts op. Dit heeft tot gevolg dat de aanhang van het Nederlands Blok niet of nauwelijks stijgt en slechts in een enkele plaats een kring uit de grond krijgt gestampt. Deze kringen draaien dan nog meestal om één persoon. En waarom zouden mensen ook overstappen? Het alternatief Vreeswijk is eigenlijk een Janmaat-kloon met een zelfde absolute macht binnen zijn partij, dezelfde ideeën en net als Janmaat heeft Vreeswijk binnen extreem-rechts de naam alleen in het geld dat zijn raadslidmaatschap binnenbrengt geïnteresseerd te zijn. Alleen in Utrecht blijft het Nederlands Blok het redelijk doen. De enige verdere activiteit is een incidentele folderactie in een andere stad en regelmatige bezoekjes van Vreeswijk aan het Vlaams Blok. Het Vlaams Blok zelf vertoont begin 1996 een spotje waarin Vreeswijk zijn steun voor de partij uitspreekt. Vreeswijk mag verder spreken op een zomeruniversiteit van de Vlaams Blok Jongeren.

De verdere uitbouw van het Nederlands Blok lijkt tegelijkertijd volledig op zijn gat te liggen.

En 1997 boort Vreeswijk een klein publicitair goudmijntje aan. Hij neemt de voorzittershamer over van de Stichting Appèl Bestrijding Criminaliteit (ABC). Deze organisatie leidde een kwijnend bestaan. Ooit opgericht vanuit het OSL, was de organisatie medio jaren tachtig in het vaarwater van kringen rond de CD terechtgekomen en moest min of meer gaan dienen als “reddingsboot” bij een eventueel verbod of faillissement van de partij. Vreeswijk schreef ooit wat artikeltjes voor het blaadje van het ABC, maar van verdere activiteit was geen sprake. Dat verandert na Vreeswijks overname. Vanaf dat moment duiken op diverse plaatsen in Nederland plotseling veiligheidsenquêtes van het ABC op. Deze enquêtes haken in op mogelijk aanwezige gevoelens van onveiligheid en koppelen dit aan de aanwezigheid van migranten in een wijk. Onderzoeksleidster van het project is de vrouw van Vreeswijk, Irene Vreeswijk-Mullaert en wie de enquête instuurt wordt steevast benaderd om lid van het Nederlands Blok te worden. Bijkomend effect van de enquêtes is dat Vreeswijk in diverse plaatsen wat broodnodige publiciteit en aandacht voor zijn partij weet te genereren met de nieuwe gemeenteraadsverkiezingen van 1998 in het vooruitzicht.

Behalve door de criminaliteitsenquêtes probeert Vreeswijk ook de pers te halen door aan te kondigen met het Blok bij scholen te gaan folderen tegen drugs. In Utrecht, Ede en Leeuwarden worden folders uitgedeeld of worden pogingen daartoe gedaan. Dat zorgde voor de nodige commotie en persaandacht. In Utrecht werd het folderen verboden en kondigde Vreeswijk enkele weken voor de verkiezingen aan met een “remi-bus” door achterstandswijken te gaan rijden. Het betrof hier overduidelijk een publicitaire verkiezingsstunt; Vreeswijk kondigde aan in deze bus allochtonen te gaan bewegen tot remigratie. Het zal duidelijk zijn dat na de verkiezingen niks meer van de bus is vernomen.

Irene Vreeswijk-Mullaert en Wim Vreeswijk
Irene Vreeswijk-Mullaert en Wim Vreeswijk

Deze verkiezingen zullen voor extreem-rechts in Nederland desastreus verlopen. Voor deze verkiezingen is een nieuwe handtekeningen-eis van kracht. Deelnemende partijen moeten voor deelname veel meer steun-handtekeningen verzamelen om in een kiesdistrict mee te mogen doen. Het Nederlands Blok wil in meer plaatsen mee gaan doen, maar slaagt er alleen in Utrecht in om voldoende handtekeningen op te halen. In Leeuwarden onderneemt Hendrik Sybrandy een halfslachtige poging en weet acht handtekeningen bij elkaar te scharrelen. Ook in Ede weet de partij, onder aanvoering van Eric de Blois, slechts twaalf handtekeningen te verzamelen.

In Utrecht weet Vreeswijk zich overigens wel te handhaven als raadslid, alle andere raadsleden die de afgelopen vier jaar naar het Nederlands Blok waren overgelopen, raken hun zetels echter kwijt.

En 1998 wordt vervolgens niet veel meer van het Nederlands Blok vernomen, op een enkele enquête van het ABC na. Begin 1999 moet Vreeswijk echter opnieuw activiteiten ontplooien: de Provinciale Statenverkiezingen komen eraan en hij moet ook hier zijn zetel veilig zien te stellen. Weer wordt er aangekondigd dat het Blok bij scholen gaat folderen, maar dit keer levert dit nauwelijks publicitaire aandacht op. De weigering van de Provincie om het Nederlands Blok op een verkiezingsmarkt toe te laten en het hierover door het Nederlands Blok aangespannen en gewonnen proces leveren echter wel de nodige publiciteit op. Daarnaast pronkt Vreeswijk nog met de naam Van Basten op zijn kandidatenlijst en suggereert dat het hier om familie van voetballer Marco van Basten gaat. De voetballer ontkent echter ooit van hen gehoord te hebben. Deze activiteiten zijn echter niet voldoende: Vreeswijks statenzetel gaat verloren.

Na dit debacle is er eigenlijk nauwelijks meer iets van Vreeswijk en het Nederlands Blok vernomen. Vreeswijk bezoekt de raadsvergaderingen in Utrecht, berijdt daar zijn stokpaardjes en schrijft af en toe iets in het krantje van de gemeente. Of hij de klap van de Statenverkiezingen niet te boven is gekomen is, is moeilijk te zeggen. Waarschijnlijk zullen we tot de gemeenteraadsverkiezingen van 2002, wanneer Vreeswijk zijn zetel weer moet bevechten, bitter weinig van hem horen. Maar wij zullen de laatsten zijn om daarover te klagen.