Home » Publicaties » Froukje Demant

Froukje Demant

Filter

Publicaties

4 resultaten

In en uit extreemrechts

Jaar:
2010
Taal:Aantal blz:
134
Soort Uitgave:
Beschrijving:

Deze rapportage gaat over jongeren en jongvolwassenen die betrokken zijn geraakt in extreemrechtse bewegingen en er vervolgens weer uitstapten. Het is tot stand gekomen op basis van onderzoek waarin de eigen levensverhalen van de betrokkenen een centrale plaats innemen. Het extreemrechtse veld in Nederland is de afgelopen decennia aan grote verandering onderhevig geweest. Terwijl extreemrechts zich in de jaren tachtig en negentig grotendeels via politieke partijen manifesteerde, kwam deze politieke oriëntatie het afgelopen decennium vooral
tot uiting op internet en daarnaast op een meer diffuse wijze in straatactivisme.

Deradicaliseren in de praktijk

Jaar:
2009
Taal:Aantal blz:
94
Soort Uitgave:
Beschrijving:

De problematiek van racistische en extremistische uitingen onder jongeren heeft omstreeks 2004 en vooral na de moord op Theo van Gogh – 2 november 2004 – een hoge vlucht genomen. Ook in 2005 hebben zogenoemde ‘Lonsdalejongeren’ vrijwel dagelijks in de publicitaire belangstelling gestaan.1 Niet zelden ging de aandacht daarbij uit naar interetnische confrontaties.2 Deze vorm van geweld is in de periode van 2002 tot 2006 gestaag toegenomen en dit was voor een belangrijk deel toe te schrijven aan het opkomende verschijnsel ‘Lonsdalejongeren’. Van diverse zijden is getracht aan de problematiek van extreemrechtse
jongerengroepen het hoofd te bieden.

AFS Monitor Racisme & Extremisme

Achtste rapportage
ISBN:
978 90 8555 004 4
Jaar:
2008
Taal:Aantal blz:
306
Soort Uitgave:
Beschrijving:

Fortuyns befaamde slogan ‘Ik zeg wat ik denk’ heeft de laatste jaren niet
alleen op grote schaal navolging gekregen, maar ook geleid tot felle discussies
over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting. Begin 2006, tijdens
de wereldwijde ophef over de Deense ‘Mohammed-cartoons’, pleitte vvd-
Kamerlid Ayaan Hirsi Ali voor ‘het recht op beledigen’.1 Een van de Deense
prenten was een afbeelding van de profeet Mohammed met een tulband in
de vorm van een bom met aangestoken lont. Deze spotprent kreeg in 2008
een hoofdrol in de film van Wilders, Fitna, die al evenzeer heeft geleid tot
verhitte discussies over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting. Dat
die grenzen opgeschoven zijn en dat er meer gezegd kan worden dan voorheen
lijkt wel duidelijk. Een treffende illustratie is de opschudding over de
politie-inval in mei 2008 bij een Nederlandse cartoontekenaar ‘Gregorius
Nekschot’ die jarenlang de islam op de korrel heeft genomen. De aanhouding
van de cartoonist, die ervan verdacht werd de discriminatieverboden
te hebben geschonden, wekte grote publieke en politieke verontwaardiging.
Spotprenten zouden moeten kunnen, zo werd alom betoogd, ongeacht
hun inhoud. De vraag waar de grenzen van vrije meningsuitingen dan
wel zouden moeten liggen, bleef op de achtergrond. Wel is in discussies
gedurende de laatste jaren steeds vaker betoogd dat de grens zou moeten
worden getrokken bij aanzetten tot geweld.
Maar, zo zeggen anderen, ook zonder aanzetten tot geweld kan grote
schade worden berokkend, want de verruimde uitingsvrijheden zijn van
invloed op het vóórkomen van intolerantie en discriminatie. Als argument
voor deze stellingname worden indicaties voor een tamelijk hoog niveau
van islamofobie in Nederland aangehaald. Uit enquêteonderzoek blijkt
dat meer dan de helft van de Nederlandse, niet-islamitische schoolgaande
veertien- tot zestienjarige jongeren negatief staan ten opzichte
van moslims.2 Als een van de oorzaken wordt negatieve beeldvorming
genoemd: ‘negatieve stereotypen van moslims en negatieve clichés van
de islam, negatieve berichten van ouders en de beste vriend of vriendin
over moslims en de islam, en de overtuiging dat moslims een bedreiging
vormen voor de veiligheid een belangrijk effect op de attitude’.

Lees verder in de monitor

AFS Monitor Racisme & Extremisme

Zevende rapportage
ISBN:
90-8667-960-9
Jaar:
2006
Taal:Aantal blz:
256
Soort Uitgave:
Beschrijving:

Met de Monitor Racisme & Extremisme wordt beoogd uiteenlopende vormen van racisme, extremisme en antisemitisme — en reacties op deze verschijnselen — te
volgen en daarover periodiek te rapporteren. Allereerst wordt er gekeken naar de verschijnselen: op welke wijze doen racisme, extremisme en antisemitisme zich in de Nederlandse samenleving voor. Hierbij kan worden gekeken naar de uitingsvorm, bijvoorbeeld politiek georganiseerd racisme, en naar de uitsluitingsvorm, bijvoorbeeld horecadiscriminatie. Sommige verschijnselen beperken zich naar hun aard niet tot het Nederlandse territoir, zoals discriminatie via het internet. In dergelijke gevallen wordt de extraterritoriale context meegenomen. Vast patroon in het monitoronderzoek is dat geprobeerd wordt zo goed als mogelijk verschillende soorten slachtoffers en daders te identificeren. Deze exercitie kan betrekking hebben op zowel autochtonen als allochtonen, waaronder laatstgenoemden zich weer laten opdelen in diverse minderheidsgroepen. De respons op racisme, extremisme en antisemitisme kan verschillend van aard zijn, van educatief tot juridisch. Veelal is de aard van de respons afhankelijk van de verschijningsvorm van de discriminatie, de categorie slachtoffers en de achtergrond van de daders. Bovendien kunnen sommige vormen van respons naast elkaar functioneren of elkaar zelfs versterken. Het periodiek monitoren van de verschijnselen, de slachtoffers, de daders en de respons dient meerdere doelen. Op deze wijze wordt getracht een bijdrage te leveren aan het inzicht in de bestrijding van racisme, extremisme en antisemitisme. Bovendien vindt accumulatie van kennis plaats door de vaste systematiek en de periodiciteit van het onderzoek. Tot slot wordt ook een beeld verkregen van ontwikkelingen op de lange termijn en worden op basis van ervaringen uit het verleden suggesties gedaan voor oplossingen in de toekomst.

Lees verder in de monitor